Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-12

12 MAART 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie

Vraag nr. 32 van mevrouw de Bethune d.d. 25 januari 1996 (N.) :
Positieve acties in de federale diensten.

Bij koninklijk besluit van 27 februari 1990 houdende maatregelen tot bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in overheidsdiensten (Belgisch Staatsblad van 8 maart 1990) werd aan alle overheidsdiensten een verplichting opgelegd om een beleid van positieve acties te voeren.

Overeenkomstig dit koninklijk besluit moeten deze acties gevoerd worden door middel van gelijke-kansenplannen die maatregelen bevatten tot verbetering van de nadelige gevolgen die voor de vrouwen voortvloeien uit traditionele maatschappelijke toestanden en gedragingen, en maatregelen tot bevordering van hun aanwezigheid in en hun deelneming aan het beroepsleven op alle hiërarchische niveaus.

Het koninklijk besluit bepaalt tevens volgens welke methodiek, tijdschema, fasering en door welke actoren dit gelijke-kansenplan uitgewerkt en geïmplementeerd moet worden.

Bij koninklijk besluit van 24 augustus 1994 werd in het voornoemde koninklijk besluit een artikel ingevoegd waarbij in de geviseerde besturen en andere diensten van de Staat een ambtenaar van niveau 1 (gedeeltelijk) van een voltijds ambt wordt vrijgesteld voor de uitvoering van het gelijke-kansenplan.

Graag had ik dan ook van de geachte minister een antwoord vernomen op volgende vragen :

1. Wat is de personeelstoestand naar verhouding tussen mannen en vrouwen, ingedeeld per niveau (niveau 1, niveau 2, niveau 3, niveau 4) in absolute getallen en in percentages van het ministerie en de diensten die ressorteren onder de bevoegdheden van de geachte minister ?

2. Welke zijn de doelstellingen die het gelijke-kansenplan nastreeft ?

Welke is de duur van het plan en de termijnen vastgesteld voor de verwezenlijking van de tussenstadia ?

Welke zijn de conclusies van de periodieke beoordeling voor de positieve acties voor de jaren 1994 en 1995 (art. 5, 7º, van het vermelde koninklijk besluit) ?

Welke is de concrete planning voor het jaar 1996 ?

3. Welke is thans de samenstelling van de interne begeleidingscommissie ?

En hoe heeft deze commissie in 1995 haar taken vervuld ?

4. Welke ambtenaar van niveau 1 werd binnen de diensten die ressorteren onder de bevoegdheid van de geachte minister vrijgesteld voor de begeleiding van het gelijke-kansenplan ?

Welk is het activiteitenverslag van de betrokken ambtenaar van het voorbije jaar 1995 en welke is de voorziene planning voor 1996 ?