1-211

1-211

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 16 JUILLET 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 16 JULI 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN FINANCIËN OVER « DE FISCALE BEHANDELING VAN DE PRESENTIEGELDEN VOOR GEMEENTERAADSLEDEN »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU MINISTRE DES FINANCES SUR « LE RÉGIME FISCAL DES JETONS DE PRÉSENCE DES CONSEILLERS COMMUNAUX »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, artikel 27, eerste lid, van het Wetboek op de inkomstenbelastingen van 1992 bepaalt dat presentiegelden ontvangen door provincie- en gemeenteraadsleden en leden van de raad voor maatschappelijk welzijn beschouwd worden als baten. In vele gemeenteraden worden verhogingen van de presentiegelden voor het bijwonen van de gemeenteraden en de commissievergaderingen goedgekeurd. Ook de wetsvoorstellen-Busquin maken een verhoging van dergelijke presentiegelden voor gemeenteraadsleden mogelijk.

Hierdoor kunnen de plafonds van de sociale zekerheid worden overschreden, zodat raadsleden mogelijk worden verplicht bijdragen aan de sociale zekerheid te betalen. Ik illustreer dit met het volgende voorbeeld. Een gemeenteraadslid dat deelneemt aan 20 bijeenkomsten van de gemeenteraad en van commissies ontvangt daarvoor 20 maal 3 000 frank. Wanneer wij van het totaal van 60 000 frank de wettelijke forfaitaire lasten aftrekken, komen wij op een totaal bedrag van 48 000 frank, of 5 000 frank boven de grens van 43 000. Hoe meer commissievergaderingen, hoe sterker het plafond wordt overschreden. Van de verhoging van de presentiegelden zal er bijgevolg niets meer overblijven.

Daarom wil ik de minister de volgende vragen stellen. Zullen de raadsleden tengevolge van de verhoging van de presentiegelden sociale zekerheidsbijdragen op deze baten moeten betalen ? Hoe zal dit fiscaal worden geregeld ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Viseur.

De heer Viseur , minister van Financiën. ­ Volgens inlichtingen van de minister van Sociale Zaken kunnen de presentiegelden die worden toegekend aan de in de vraag bedoelde mandatarissen niet als een loon worden beschouwd in de zin van artikel 2 van de wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid van de werknemers. Daar het om openbare mandaten gaat, zijn deze presentiegelden ook niet onderworpen aan de sociale bijdragen van het stelsel aan zelfstandigen.

Het probleem van de fiscale behandeling van dergelijke bijdragen bestaat derhalve niet. Ik herinner eraan dat deze presentiegelden baten zijn zoals bedoeld in artikel 23, paragraaf 1, van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992 en dat ze onderworpen zijn aan de bedrijfsvoorheffing volgens de bepalingen van nummer 60 van bijlage 3 van het koninklijk besluit betreffende het Wetboek van inkomstenbelastingsinkomsten 1992.

De voorzitter . ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik heb de vraag gekregen van een belastinginspecteur die daarmee problemen heeft. De mandatarissen kunnen voor deze presentiegelden wel onkostenstaten indienen, maar wanneer aan een bepaald bedrag wordt gekomen, moeten er sociale bijdragen worden betaald, zeker als deze gelden als baten worden ingeschreven. Er is geen probleem wanneer ze in de gewone belastingbrief worden opgenomen.

M. le président . ­ La parole est à M. Viseur, ministre.

M. Viseur , ministre des Finances. ­ J'ai vérifié auprès de ma collègue des Affaires sociales et auprès de l'Institut des indépendants. La réponse est la suivante : quel que soit le montant, il n'est pas soumis à la sécurité sociale et le régime d'impôts n'est pas modifié.

De voorzitter . ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.