Belgische Senaat
Parlementaire handelingen
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 2 JULI 1998
INHOUDSOPGAVE :
- VERONTSCHULDIGD :
- MEDEDELINGEN :
- Arbitragehof.
- Europees Parlement.
- NON-EVOCATIE :
- VERZOEKSCHRIFTEN :
- WETSVOORSTEL (Verwijzing) :
- Verwijzing naar de commissie voor de Binnenlandse en de Administratieve Aangelegenheden van het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de Wetgevende Kamers ten einde een aantal nieuwe onverenigbaarheden en ontzeggingen alsook nieuwe verplichtingen inzake de indiening van een lijst van mandaten, ambten en beroepen vast te stellen, dat eerder werd verzonden naar de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden.
- WETSVOORSTELLEN (Indiening) :
- De heer Happart.
Wetsvoorstel betreffende de vertegenwoordiging van de federale, gemeenschaps- en gewestassemblees in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.
- De heer Busquin.
Wetsvoorstel tot beperking van de cumulatie van het mandaat van burgemeester, schepen en voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn met andere ambten.
-
De heer Delcroix c.s.
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 13 juli 1987 betreffende het kijk- en luistergeld.
- De heren Delcroix en Moens c.s.
Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 118 van het Kieswetboek.
- VRAGEN OM UITLEG (Indiening) :
- De heer Van Goethem
aan de minister van Tewerkstelling en Arbeid over « de 86e Internationale Arbeidsconferentie ».
- Mevrouw Leduc
aan de minister van Tewerkstelling en Arbeid en aan de minister van Sociale Zaken over « de houding van de RSZ-administratie inzake de toepassing van de wet van 1 september 1997 in de tuinbouw- en de fruitteeltsector ».
- Mevrouw Thijs
aan de vice-eerste minister en minister van Landsverdediging over « de Amerikaanse basis van Zutendaal ».
- De heer Hostekint
aan de minister van Tewerkstelling en Arbeid over « de regelgeving voor het afleveren van arbeidskaarten en -vergunningen aan buitenlandse professionele sportbeoefenaars ».
- Mevrouw Delcourt-Pętre
aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over « de humanitaire toestand in Zuid-Soedan ».
- WETSVOORSTEL (Inoverwegingneming) :
(1) en (2).
- De heer Happart.
Wetsvoorstel betreffende de vertegenwoordiging van de federale, gemeenschaps- en gewestassemblees in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.
- MONDELINGE VRAGEN (Bespreking) :
- Mondelinge vraag van de heer Vandenbroeke aan de eerste minister over « het wegvallen van de vaste verdeelsleutel van het voor de gemeenschappen bestemd BTW-bedrag ».
- Mondelinge vraag van de heer Desmedt aan de minister van Justitie over « de uitvoering van de wet van 10 februari 1998 betreffende de toegevoegde rechters ».
- Mondelinge vraag van de heer Goris aan de minister van Justitie over « het kosteloos afschrift van processtukken in strafzaken ».
- Mondelinge vraag van de heer Verreycken aan de minister van Financiën over « genereuze voorstellen die de Belgische regering aan de NAVO zou gedaan hebben voor het optrekken van nieuwe gebouwen ».
- Mondelinge vraag van de heer Destexhe aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over « voetbalwedstrijden en hooligans ».
-
Mondelinge vraag van mevrouw Lizin aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over « de moord op Matoub Lounes die in Londen door de GIA is opgeëist en de noodzaak voor de ministeries van Binnenlandse Zaken van de 15 om een gecoördineerde actie te voeren ».
- Mondelinge vraag van mevrouw Willame-Boonen aan de minister van Wetenschapsbeleid over « het beheer van de federale culturele instellingen ».
- Mondelinge vraag van de heer Hostekint aan de minister van Volksgezondheid en Pensioenen over « de cumulatie door hogere militairen van een rustpensioen met een beroepsactiviteit bij een supranationale organisatie ».
- Mondelinge vraag van de heer Loones aan de minister van Volksgezondheid en Pensioenen over « de situatie van kankerpatiëntjes ».
- Mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Buitenlandse Zaken over « de Belgische ambassade in Congo-Brazzaville ».
- Mondelinge vraag van de heer Hatry aan de minister van Vervoer over « de voorgenomen maatregelen om tijdens de zomermaanden het ozongehalte in de lucht te beperken ».
- Mondelinge vraag van de heer Olivier aan de staatssecretaris voor Veiligheid en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu over « de onmogelijkheid voor de slachtoffers van het noodweer van 6 juni jongstleden om beroep te doen op het Rampenfonds ».
- Mondelinge vraag van de heer Happart aan de staatssecretaris voor Veiligheid en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu over « het ongeluk te Stavelot ».
- REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN :
- WETSONTWERPEN (Stemmingen) :
- VRAGEN OM UITLEG (Bespreking) :
- Vraag om uitleg van mevrouw Sémer aan de vice-eerste minister en minister van Landsverdediging over « ernstige gezondheidsproblemen die mogelijk veroorzaakt worden door blootstelling aan radars ».
- Vraag om uitleg van de heer Devolder aan de minister van Volksgezondheid en Pensioenen over « de ozonbestrijding ».
- Vraag om uitleg van de heer Mahoux aan de minister van Justitie over « de dossiers van Rwandese onderdanen tegen wie in België een onderzoek is ingesteld ».
- Vraag om uitleg van mevrouw Thijs aan de staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking over « de onderhandelingen tussen de EU en de ACS-landen ».