1-139 | 1-139 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 13 NOVEMBRE 1997 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 13 NOVEMBER 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw de Bethune aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel.
Het woord is aan mevrouw de Bethune.
Mevrouw de Bethune (CVP). Mijnheer de voorzitter, op 11 november had de jaarlijkse vrouwendag plaats met deze keer als thema « vrouwen en geld ». Bij deze gelegenheid hebben de CVP-vrouwen een onderzoek gedaan naar de vertegenwoordiging van vrouwen in de top van een aantal financiële instellingen in ons land. Hieruit blijkt dat ze haast afwezig zijn in deze organen, wat een totaal onaanvaardbare situatie is.
Ik preciseer dit even. In de openbare instellingen in de financiële sector vinden we 6,5 % vrouwen in de beheerraden, in de openbare kredietinstellingen is dit 6 % en in de zeven grootste Belgische banken is dit slechts 2 %. Dit zijn onthutsende resultaten en het betekent dat vrouwen nagenoeg afwezig zijn in de financiële besluitvorming in ons land. Op een totaal van 371 zetels tellen we in deze beheerraden slechts 17 vrouwen, dit wil zeggen 4,5 %.
Deze ondervertegenwoordiging is onaanvaardbaar omdat vrouwen evenzeer als mannen het recht hebben deel te nemen aan de financieel-economische besluitvorming, waardoor zij in gelijke mate worden geraakt. Bovendien is deze ondervertegenwoordiging een enorme verspilling van het talent en de middelen in onze samenleving.
In de senaatscommissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden buigt men zich op het ogenblik over de nieuwe statuten van de Nationale Bank. In alle organen moeten evenveel Franstaligen als Nederlandstaligen zijn opgenomen. Op het ogenblik is slechts één vrouw tussen 27 mannen regent van de Nationale Bank. Soortgelijke verhoudingen vindt men in alle openbare instellingen in de financiële sector.
Graag vernam ik dan ook van de vice-eerste minister of hij plannen heeft om de deelname van vrouwen aan de financiële besluitvorming te verbeteren. Vindt de vice-eerste minister niet dat een tweederdenorm in openbare instellingen zoals de Hoge Raad voor Financiën, de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de Deposito- en Consignatiekas, een belangrijk signaal is voor de hele sector ? Vindt de vice-eerste minister het ten slotte niet aangewezen alvast bij de Nationale Bank iets aan het onevenwicht te doen, nu er toch wordt hervormd ?
De voorzitter. Het woord is aan vice-eerste minister Maystadt.
De heer Maystadt, vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel Mijnheer de voorzitter, voor haar mondelinge vraag gaat mevrouw de Bethune uit van het onderzoek van de CVP-werkgroep Vrouw en Maatschappij naar de vertegenwoordiging van vrouwen in de top van de financiële wereld in België. Daaruit zou blijken dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de openbare instellingen in de financiële sector, de openbare kredietinstellingen en de zeven grootste Belgische banken. Mevrouw de Bethune wenst te vernemen of ik plannen heb hieraan iets te doen, meer bepaald voor de Nationale Bank, de Hoge Raad voor Financiën, de Commissie voor het Bank- en Financiewezen en de Deposito- en Consignatiekas, bijvoorbeeld door een tweederdenorm in te voeren.
Mag ik er de aandacht op vestigen dat de persoon die op mijn kabinet belast is met de behandeling van de financieelrechtelijke dossiers, waaronder de privatisering van instellingen uit de financiële sector, onder meer van de ASLK, een vrouw is.
Net als mevrouw de Bethune ben ik ervan overtuigd dat er veel talent is onder de vrouwen en betreur ik dus de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de besluitvormingsorganen uit de financiële sector. Ook ik ben de mening toegedaan dat hieraan iets moet worden gedaan.
De invoering van verplichte « quota » kan echter slechts na grondige studie worden overwogen. Ervaring in het buitenland leert dat deze oplossing op lange termijn niet noodzakelijk heil brengt. Mijn persoonlijke mening is dat benoemingen niet moeten plaatsvinden omdat iemand een vrouw of een man is. Positieve discriminatie is gezond als aan alle andere voorwaarden in gelijke mate is voldaan. De ondervertegenwoordiging van de vrouwen in de financiële sector vereist in de eerste plaats een mentaliteitswijziging.
Op het ogenblik is er evenwel geen concreet wetgevend of reglementair initiatief. Ik zal de bevoegde administraties vragen een onderzoek te doen naar de mogelijkheden op wettelijk en/of reglementair vlak om de vertegenwoordiging van de vrouwen in de genoemde instellingen te bevorderen. Of er al dan niet bij wet of besluit dient te worden ingegrepen moet worden beoordeeld aan de hand van een grondige evaluatie van de gevolgen die een dergelijke maatregel met zich zou brengen. Mevrouw de Bethune kan zich voor deze problematiek misschien beter richten tot de minister van Tewerkstelling en Arbeid.
De voorzitter. Het woord is aan mevrouw de Bethune voor een repliek.
Mevrouw de Bethune (CVP). Mijnheer de voorzitter, ik dank de vice-eerste minister voor zijn antwoord en ik ben blij dat hij er een beleidspunt wil van maken. Dat was tot hiertoe niet het geval. Ik hoop ook dat de vice-eerste minister in het jaarlijks rapport over de opvolging van de vrouwenconferentie van Bejing dat de regering aan het Parlement moet voorleggen ons zal informeren over zijn beleid dienaangaande. De discussie zal dan binnen de geëigende parlementaire organen kunnen worden voortgezet.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.