Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-920

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 17 december 2020

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Verhouding tussen jongeren en de politie - Verbetering - Maatregelen - Verslag van het jongerenforum - Samenwerking met de deelstaten - Etnisch profileren - Afschaffing - Maatregelen

etnische groep
jongere
politie
rechten van het kind
minderjarigheid

Chronologie

17/12/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/1/2021)
21/1/2021Antwoord

Vraag nr. 7-920 d.d. 17 december 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Vooraf wil ik opmerken dat de gewesten hun bevoegdheid van toezicht op de beslissingen van de gemeenten en van de politiezones geleidelijk hebben uitgebreid. Inzake politie is er dus een dubbel toezicht, dat zowel federaal als gewestelijk wordt uitgeoefend. Deze vraag valt dus wel degelijk binnen de bevoegdheid van de Senaat.

Ik herinner mij dat al in 2015 de cursus voor kandidaat-inspecteurs van politie werd gewijzigd. Ze kregen dan de mogelijkheid om een cursusmodule over jongeren en jeugdcultuur te volgen.

Die cursusmodule handelt over thema's als cultuur, diversiteit, migratiestromen, armoede en radicalisering.

De cursus was meer specifiek gericht op de jeugdcultuur. Deze aanpak lijkt me in de context van de gezondheidscrisis nog belangrijker omdat de spanningen nu ook duidelijker zichtbaar zijn.

Recenter heeft de Franstalige kinderrechtencommisaris er in zijn laatste rapport op gewezen dat in de Europese code inzake politie-ethiek een fundamenteel beginsel staat ingeschreven, namelijk dat het van wezenlijk belang is dat wanneer politieagenten bij de uitoefening van de ordehandhaving in contact komen met minderjarigen, ze terdege rekening houden met de inherente kwetsbaarheid die verband houdt met hun jeugdige leeftijd.

Op 1 december 2020 publiceerde het Franstalige Jongerenforum een belangwekkend rapport («Les jeunes et la police. Comment tracer les contours d'une nouvelle relation?», goedgekeurd op 7 oktober 2020). Het legt uit op welke manier de gezondheidscrisis de verhoudingen tussen jongeren en de politie nog ingewikkelder maakt.

Zeven van de tien ondervraagde jongeren hekelen de politiecontroles die systematisch tegen jongeren gericht zijn. Sommige hebben het over discriminatie en velen betreuren dat de huidige toestand de sereniteit in die verhoudingen enkel kan aantasten.

De organisatie heeft ook bij de jongeren gepolst naar hun reactie wanneer ze een patrouille op straat zien. Het eerste antwoord gaat over veiligheid, en verder is er angst, respect, maar ook woede.

De volgorde van die reacties is veelzeggend. Er wordt erkend dat de politie er is om veiligheid te garanderen, maar ze roept ook angst op. Het is niet de angst voor het politie-uniform, die eigenlijk samenvalt met de angst voor de pakkans, maar een ander soort angst. Ze is aanwezig bij zowat een op de twee respondenten tussen 24 en 30 jaar.

Bovendien blijkt dat jongeren de indruk hebben dat er straffeloosheid heerst voor politieagenten die in de fout gaan.

Het forum legt uit dat in deze context de positieve boodschappen weinig gehoor dreigen te krijgen terwijl er dringend nood is aan een algemene reflectie over de verhouding tussen jongeren en de politie.

1) Hebt u kennis genomen van dit rapport?

2) Worden er maatregelen genomen om de verhoudingen tussen de politie en de jongeren te verbeteren?

3) Welke samenwerking is er met de deelstaten inzake jongeren?

4) In andere landen worden er maatregelen getroffen om te voorkomen dat controles gebeuren op basis van etnische profilering (overhandiging van een document inzake identiteitscontrole, opname van de door de politie uitgevoerde controles met het oog op feedback enzovoort). Wat denkt u daarvan?

Antwoord ontvangen op 21 januari 2021 :

1) Ik ben inderdaad op de hoogte van het bestaan van dat verslag. Ik heb in dat verband aan mijn administratie gevraagd zich hierover te buigen en de auteurs ervan te ontmoeten.

2) & 3) Ik zal beginnen met erop te wijzen dat de plaats van de jongeren in de maatschappij een thema is dat veel verder gaat dan het kader van de verhoudingen tussen jongeren en politiediensten en dat alle overheden daarin betrokken moeten zijn, ongeacht hun bestuursniveau of bevoegdheidsdomein. De jongeren van vandaag zijn immers de volwassenen van morgen.

Uit de laatste Veiligheidsmonitor (2018) blijkt dat de groep jongeren van vijftien tot vijfentwintig jaar vaak veeleer het slachtoffer is van delinquentie en criminaliteit dan de dader ervan. Men kan echter alleen maar vaststellen dat er bij deze bevolkingscategorie duidelijk sprake is van wantrouwen ten aanzien van de politiediensten, wat zich vaak vertaalt in oude vooroordelen ten aanzien van de politie; wat dan ook vaak leidt tot een kloof tussen politie en jongeren. Het is aan de politiediensten om die vrees van de jongeren te overstijgen en meer toenadering tot hen te zoeken om hun ervaringen te begrijpen en beter te bevatten en in fine een vertrouwensrelatie op te bouwen, welke voor beide partijen nuttig zal zijn.

Het vergroten van het begrip en respect tussen politiediensten en burgers, hier meer bepaald de jongeren, zal op sommige plekken waar de spanning voelbaar is, de gemoederen kunnen bedaren.

Dit is trouwens een van de prioriteiten van mijn beleidsverklaring.

Bovendien heb ik mijn administratie opgedragen om in de komende weken met de deelstaten overleg te plegen over de wijze waarop bestaande initiatieven en projecten die gericht zijn op het herstel van de dialoog en van het vertrouwen tussen jongeren en de politie, kunnen worden ondersteund.

Elk initiatief dat ertoe strekt de burgers en bijgevolg de jongeren dichter bij haar politie te brengen, moet worden aangemoedigd. Verschillende politiezones zetten ook op hun niveau projecten en acties in die zin op. Ik denk bijvoorbeeld aan de initiatieven om sportieve ontmoetingen tussen politiemensen en jongeren te organiseren, meer voet- en fietspatrouilles in te zetten, begeleide bezoeken van de commissariaten te organiseren, enz.

In elk opzicht lijkt het me fundamenteel om het voor de politiemensen op het terrein mogelijk te maken om de vertrouwensband met de bevolking te versterken. De politieorganisatie moet de mogelijkheid hebben om haar rol van «hersteller van rust en orde» beter te bevatten en haar waaier aan acties uit te breiden, welke niet beperkt hoeven te blijven tot controles en interventies. In de politieorganisatie moet er meer ruimte komen voor een betekenisvolle dialoog met de burgers, en moeten er meer banden worden gesmeed tussen de lokale gemeenschappen en de politiediensten. Dat is een win-winrelatie.

De wijkagent speelt ontegenzeggelijk een centrale rol bij de uitbouw van de wijkpolitie. Ik voeg eraan toe dat de preventiediensten en de diensten van gemeenschapswachten ook een rol spelen waarbij het erom gaat de politie en de bevolking dichter bij elkaar te brengen.

Ik moedig de lokale politie dan ook aan om blijvende inspanningen te leveren teneinde de wijkpolitie te versterken en haar activiteiten uit te breiden naar een beter begrip van de verwachtingen en een optimale dialoog met de bevolking, die zij geacht wordt te beschermen.

4) In samenwerking met niet gouvernementele organisaties (ngo) hebben de politiezones van Antwerpen, Brussel-Noord, Gent en Mechelen-Willebroek een actiekader «Professionele profilering» ontwikkeld waarin eenvormige normen voor een kwaliteitscontrole werden opgesteld met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke zone en haar bevolkingsgroepen. Dit actiekader hecht veel belang aan het afleggen van verantwoording. De motivering van een controle past in de filosofie van de community policing, een filosofie die wordt gehanteerd door de geïntegreerde politie. Dit zorgt niet alleen voor meer vertrouwen in de politie, maar draagt ook bij tot het wederzijdse respect tussen de politie en de burgers.

5) In mijn beleidsverklaring besteedde ik aandacht aan het thema «Polarisatie» met betrekking tot de politiediensten. De polarisatie in de samenleving tussen de gemeenschappen en bevolkingsgroepen maar ook de polarisatie tussen de politie en deze gemeenschappen en bevolkingsgroepen hebben een impact op het politiewerk. Ik steun en vermeld daarom de opleiding «Polarisatie: een bedreiging of een buitenkans voor de politie?». Deze opleiding reikt de politieambtenaren een theoretisch denkkader aan, alsook hulpmiddelen die ze in hun dagelijkse activiteiten kunnen gebruiken, ook met jongeren. De opleiding heeft niet alleen betrekking op het thema «Politie en jongeren» maar deze thematiek komt ook regelmatig aan bod tijdens de gedachtewisselingen en de oefeningen.