Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-917

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 17 december 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding

COVID-19-crisis - Impact - Handelaars - Onroerende voorheffing - Betaling - Eventueel uitstel - Andere geplande maatregelen

epidemie
grondbelasting
kadaster
zelfstandig beroep
detailhandel

Chronologie

17/12/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/1/2021)
20/1/2021Antwoord

Vraag nr. 7-917 d.d. 17 december 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting, zoals bepaald in de financieringswet. Het Waalse Gewest bijvoorbeeld, stelt de tarieven en de vrijstellingen ervan vast, terwijl de vaststelling van het kadastraal inkomen, dat de belastbare basis vormt, en de inning van de belasting, worden verzekerd door de federale Staat.

Ten gevolge van de zesde staatshervorming zijn de deelstaten sinds 1 januari 2014 bevoegd voor de fiscale behandeling van uitgaven die verband houden met de verwerving of het behoud van de «eigen woning», wat in principe de woning is die persoonlijk door de eigenaar wordt bewoond.

De fiscale behandeling van andere onroerende goederen blijft daarentegen federale materie. Deze vraag is bijgevolg transversaal en behoort tot de bevoegdheid van de Senaat.

De problemen in verband met het beleid inzake COVID-19 zelf zijn trouwens transversaal. Volgens mij moeten alle bevoegdheidsniveaus verantwoordelijkheid opnemen.

De omvang van de gezondheidscrisis is enorm, niet alleen op menselijk, maar ook op economisch vlak.

Veel handelaars moesten wegens de coronacrisis hun onderneming en handel stopzetten of gedurende weken of zelfs maanden sluiten.

Tegelijkertijd kunnen sommige handelaars dankzij de door de Gewesten en door het federale niveau toegekende hulp - zoals premies of overbruggingsrechten - de schade beperken, of kunnen ze een faillissement vermijden, ook al houden ze er niet dezelfde levensstandaard op na, in afwachting van de terugkeer naar een normale situatie en een hervatting van de handelsactiviteiten, maar wanneer dat zal gebeuren kan vandaag niemand met zekerheid zeggen.

Toch hebben de handelaars allemaal hun betalingsuitnodiging voor de onroerende voorheffing ontvangen. Voor sommigen is dat de genadeslag en ze vragen zich af hoe ze dat kunnen betalen.

1) Kan de betaling van de onroerende voorheffing worden uitgesteld tot na de gezondheidscrisis en gekoppeld worden aan de heropstart van de handelsactiviteiten?

2) Zal de onroerende voorheffing voor de evenementensector, die al negen maanden volledig stilligt, berekend worden pro rata van de prestaties?

3) Wordt er gedacht aan een betaling in schijven van de onroerende voorheffing voor de handelaars?

4) Wat is uw mening over dit onderwerp?

5) Beschikt u over bijkomende informatie?

Antwoord ontvangen op 20 januari 2021 :

Sinds 1 januari 2021 is het Waals Gewest zelf bevoegd voor de dienst van de belasting inzake onroerende voorheffing.

Ten gevolge van deze overdracht is de federale overheidsdienst (FOD) Financiën niet langer bevoegd op het gebied van de onroerende voorheffing; alle dossiers zijn overgedragen.

Elk verzoek om betalingsfaciliteiten moet dus worden gericht aan de bevoegde gewestelijke diensten.

Bovendien vallen mogelijke verminderingen wegens improductiviteit naar aanleiding van de gezondheidscrisis onder de wetgevende bevoegdheid van de Gewesten.