Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-914

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 17 december 2020

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit

Personen met beperkte mobiliteit - Openbaar vervoer - Toegankelijkheid - Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Gewestelijke maatschappijen voor openbaar vervoer - Beleid inzake personen met beperkte mobiliteit - Maatregelen - Overleg

lichamelijk gehandicapte
openbaar vervoer
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
faciliteiten voor gehandicapten
spoorwegstation
transportinfrastructuur

Chronologie

17/12/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/1/2021)
26/1/2021Rappel
29/1/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-912
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-913

Vraag nr. 7-914 d.d. 17 december 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het huidige beleid ter ondersteuning van mindervaliden is verdeeld over verschillende bevoegdheidsniveaus. De federale overheid vervult een hoofdrol.

Een aantal onderdelen van het beleid ten gunste van mindervaliden vallen onder de sociale zekerheid. Rekening houdend met de bevoegdheden die onder de deelstaten vallen, is de transversale aard van deze vraag aangetoond.

Ter gelegenheid van de Internationale Dag voor mensen met een beperking vernam ik via de pers dat het nieuwe station in de wijk het Rad en nabij de COOVI-campus in Anderlecht, dat door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) is ingehuldigd op 13 december 2020, toegankelijk zal zijn voor personen met een beperkte mobiliteit, maar dat de trein zelf niet toegankelijk is voor personen in een rolstoel.

De NMBS legt uit dat het assistentiesysteem voor personen in een rolstoel, waarin nochtans heel wat stations voorzien, niet mogelijk is bij gebrek aan voldoende personeel. Op dit ogenblik biedt de NMBS die vorm van persoonlijke assistentie enkel aan in de meest gebruikte stations.

In België kunnen in slechts 21 van de 546 stations personen met een beperkte mobiliteit zich helemaal zelfstandig naar het perron begeven en de trein zonder assistentie nemen, met andere woorden in minder dan 4 % van de stations. Die 21 stations zijn volledig toegankelijk voor personen met een beperkte mobiliteit en beschikken ook over de mogelijkheid van assistentie door het personeel dat ter plaatse komt om een persoon met beperkte mobiliteit op de trein te helpen, bijvoorbeeld door het plaatsen van een oprijplaat; 94 stations zijn niet volledig toegankelijk, maar beschikken over een assistentieaanbod; 70 stations zijn volledig toegankelijk, maar beschikken niet over persoonlijke assistentie. In 361 stations is jammer genoeg geen van beide aanwezig. In het station van Moeskroen, waar ik de trein neem, een station dat veel gebruikt wordt door pendelaars, is geen enkele faciliteit aanwezig, wat toch niet normaal is voor de personen met een beperkte mobiliteit in België.

De pers vermeldt een positief punt: de toekomstige treinen zullen toegankelijker zijn dan de huidige: «Als de deur opent zal een uitschuiftrede de afstand tussen trein en perron overbruggen, zodat reizigers met beperkte mobiliteit zelfstandig kunnen op- en afstappen».

We hebben echter vernomen dat de NMBS M7-rijtuigen heeft aangekocht. De Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) heeft de bestelling van die rijtuigen aangeklaagd omdat ze niet passen in de beoogde uniformering van de hoogte van de perrons en de rijtuigen.

Op het vlak van het NMBS-beleid voor personen met een beperkte mobiliteit, zijn de Europese verplichtingen duidelijk. Wat zal er terechtkomen van het geïntegreerd plan van de NMBS en Infrabel voor de verhoging van de perrons en de volledige toegankelijkheid voor de periode 2020-2030?

Volgens de Franstalige werkgroep voor toegankelijkheid, de vzw «Collectif Accessibilité Wallonie-Bruxelles», vereist een volledig toegankelijk station een lift of een oprijbrug voor elk perron; de perrons moeten verhoogd worden tot 76 cm, er moeten gidslijnen komen; er moet minstens één loket of automaat toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers. Wat is de stand van zaken?

Werd er contact genomen met uw collega's van de deelstaten over dit moeilijke probleem van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor alle personen met een handicap?

Antwoord ontvangen op 29 januari 2021 :

Wees gerust dat het transversale karakter van de handicap en de universele toegankelijkheid kwesties zijn die mij als staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit nauw aan het hart liggen.

In het regeerakkoord richten we ons, in nauwe samenwerking met de minister van Mobiliteit, Georges Gilkinet, en de andere leden van de regering, op de toegankelijkheid van het vervoer en de sporen.

We zullen de werkzaamheden ter verbetering van de sporen versnellen. Elk station met meer dan vijf duizend passagiers per dag zal dus tegen 2024 beter bereikbaar zijn. De standaard voor platformhoogte is 76 centimeter. Opgemerkt dient te worden dat deze standaard voorheen niet bestond, waardoor de perrons op verschillende hoogtes werden gerenoveerd.

Volgens de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) worden vier criteria in aanmerking genomen bij de beoordeling van een toegankelijk station: verhoogde perrons (76 cm) en toegankelijk vanuit de openbare ruimte (hellingbaan, lift), geleidingslijn voor de blinden en minstens een toegankelijke verkoopautomaat.

Tot nu toe is de bijstand niet in deze criteria opgenomen en wordt deze slechts in een beperkt aantal (ter plaatse beschikbare) stations aangeboden, afhankelijk van de beschikbare personele middelen.

Zoals u weet, biedt de NMBS een 24-uurs reserveringsperiode aan voor assistentie aan boord van de treinen.

Samen met de minister van Mobiliteit engageer ik mij ervoor te zorgen dat deze termijn snel wordt verkort.

Onze respectievelijke kantoren hebben met de vereniging zonder winstoogmerk (VZW) Collectif Accessibilité Wallonie Bruxelles (CAWAB) gesproken en hebben hen verzekerd dat deze wachttijd tegen 2024 zal worden verkort.

Het eerste deel van de M7-order voldoet namelijk niet aan de strenge criteria voor toegankelijkheid. De NMBS heeft het lastenboek herzien om dit te corrigeren. De levering van dit nieuwe prototype wordt rond 2024 verwacht. In elke M6 of M7 trein zal de NMBS ervoor zorgen dat er een toegankelijk rijtuig op hetzelfde niveau wordt geplaatst.

U kunt er ook zeker van zijn dat de NMBS in de toekomst, zoals mijn collega Gilkinet al heeft gezegd, geen rollend materieel meer zal bestellen dat niet aan de strenge toegankelijkheidscriteria voldoet.

De huidige toegankelijkheid zal worden beoordeeld en op basis daarvan zal een gefaseerd actieplan ter verbetering van de toegankelijkheid worden opgesteld. Ter informatie: de NMBS en Infrabel werken momenteel aan een gezamenlijk bereikbaarheidsplan voor perrons en stations, dat zeer binnenkort aan het kabinet van minister Georges Gilkinet zal worden voorgelegd.

Ik zal ook vragen om op de hoogte worden gehouden te worden van de uitrol van dit plan. Tot slot, wat betreft de toegankelijkheid van het openbaar vervoer, dat onder toezicht staat van de deelstaten, kan ik u aangeven dat ik contact heb met de verschillende betrokken ministers en dat het dit regelmatig zal blijven doen.

Ik verwijs u ook naar de antwoorden van mijn collega’s Georges Gilkinet en Karine Lalieux, die u ook over dit onderwerp hebt ondervraagd.