Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-895

van Véronique Durenne (MR) d.d. 24 november 2020

aan de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, toegevoegd aan de minister van Mobiliteit

Seksueel geweld - Strijd - Statistieken - Dark number - Verzamelen - Systematisering en betrouwbaarheid - Verbetering - Maatregelen - Studie in opdracht van de Europese Commissie - Bevestiging van de cijfers - Actieplan - Inwerkingtreding

seksueel geweld
officiële statistiek
actieprogramma
gerechtelijke vervolging

Chronologie

24/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2020)
22/12/2020Antwoord

Vraag nr. 7-895 d.d. 24 november 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Volgens een peiling van Amnesty International, gepubliceerd in maart 2020, werd bijna een op de twee Belgen minstens een keer in zijn of haar leven blootgesteld aan een vorm van seksueel geweld. Een vrouw op vijf en een jongere op vier zeggen al verkracht te zijn geweest. Hoewel die cijfers voor een deel samenhangen met een grotere vrijheid van spreken voor vrouwen, kunnen ze ons alleen maar verontrusten.

De resultaten van een studie uit 2019 in opdracht van de Europese Commissie tonen trouwens aan dat in België op honderd behandelde verkrachtingsdossiers, de helft van de daders onbekend bleef. Van de overige 50% verschenen vier daders voor het gerecht, drie kregen uitstel en een enkele werd veroordeeld tot een effectieve straf. Amnesty International verklaart voorts dat 53% van de verkrachtingsdossiers werd geseponeerd (cf https://www.amnesty-international.be/samentegenseksueelgeweld).

Twee punten in dat verband baren me in het bijzonder zorgen. Ten eerste, het ontbreken van officiële up-to-date statistieken in België over de problematiek van seksueel geweld. Een efficiënt actieplan is enkel mogelijk op basis van betrouwbare en up-to-dategegevens. Een tweede punt is het bijzonder hoog aantal gevallen van seksueel geweld. Het staat wel vast dat meer slachtoffers de feiten melden in vergelijking met enkele jaren geleden, maar we weten dat nog veel slachtoffers zich niet tot de autoriteiten wenden (volgens Amnesty International doet slechts 10% dat), waardoor het aantal gepleegde feiten en het aantal slachtoffers in de realiteit nog hoger liggen.

De transversaliteit van deze problematiek is overduidelijk. De uitroeiing en de preventie van seksueel geweld is een problematiek die zowel het federale niveau (bijvoorbeeld justitie en statistiek) betreft als het niveau van de deelstaten (bijvoorbeeld preventie en sensibilisering).

Kunt u me bijgevolg een antwoord geven op de volgende vragen:

1) Wat zijn de meest recente gegevens waarover u vandaag beschikt? Beschikt u over gegevens per gewest? Hoe groot schat u het dark number, namelijk het aantal feiten (waarvan men weet dat het groot is) dat niet aangegeven wordt bij de politie?

2) Welk initiatief zult u nemen om bebrouwbare gegevens over deze problematiek te krijgen, die systematisch up-to-date worden gesteld?

3) Bevestigen uw gegevens die uit de voormelde studie van de Europese Commissie? Hoe verklaart u dat zo weinig daders worden vervolgd of veroordeeld?

4) Over welke speelruimte beschikt u binnen uw bevoegdheden om een efficiënt actieplan op te zetten voor een daling van:

a) het aantal gevallen van seksueel geweld;

b) het aantal geseponeerde dossiers;

c) het dark number?

Antwoord ontvangen op 22 december 2020 :

1) De meest recente en uitgebreide gegevens op nationaal niveau over de prevalentie van seksueel geweld komen uit de enquête over geweld tegen vrouwen die in 2014 door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten is gepubliceerd. Volgens de resultaten van het onderzoek heeft 22 % van de slachtoffers de politie verteld over de ernstigste geweldpleging die een partner tegen hen heeft gepleegd en 15 % van de slachtoffers toen de geweldpleging tegen iemand anders dan een partner werd gepleegd. Dit onderzoek levert geen regionaal uitgesplitste gegevens op. Volgens de nationale gezondheidsenquête van 2018 meldt 2,3 % van de Belgische bevolking van vijftien jaar en ouder in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer te zijn geweest van fysiek geweld, waarvan 0,9 % seksueel geweld heeft ondervonden. Uit de resultaten komen geen significante regionale verschillen naar voren. Tot slot dient 18 % van de burgers die het slachtoffer zijn geworden van een zedenmisdrijf, volgens de Veiligheidsmonitor 2018, een klacht in bij de politie voor dit delict.

2) Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zal in het kader van het volgende Nationale Actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld (NAP) 2021-2025, in samenwerking met de betrokken partners, specifiek aan deze kwestie werken. Bovendien zal begin 2021 een nieuwe nationale enquête worden gehouden om een beter inzicht te krijgen in de omvang van gendergerelateerd geweld, met inbegrip van seksueel geweld. Deze enquête wordt medegefinancierd door de Federale Staat en de gefedereerde entiteiten en maakt deel uit van de werkzaamheden van Eurostat.

3) De politiële en justitiële autoriteiten zorgen ervoor dat zij adequaat reageren op situaties van seksueel geweld door bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van het slachtoffer en door de dader te vervolgen. Toch wordt vaak verdedigd dat lage veroordelingen bijdragen tot een verminderd vertrouwen van de slachtoffers in het gerechtelijk apparaat en bijgevolg tot lage meldingspercentages.

Er moet een zorgvuldige analyse en een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende redenen die kunnen verklaren waarom een zaak niet wordt vervolgd of geseponeerd. Zo kan het zijn dat er geen andere keuze is dan een zaak te beëindigen bij gebrek aan voldoende bewijs of identificatie van de dader. Ik verwijs u naar de minister van Justitie voor verdere uitleg.

4) Seksueel geweld is helaas nog steeds zeer wijdverspreid in ons land, op alle niveaus van de bevolking, en wordt nog steeds gekenmerkt door een aanzienlijk «dark number». Op basis van de voorbereidende werkzaamheden van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen wil ik snel onderhandelingen voeren tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten met het oog op de goedkeuring van het NAP 2021-2025. De strijd tegen seksueel geweld zal centraal staan in dit plan en zal gebaseerd zijn op nieuwe bewustmaking, opleiding, preventie, bescherming, ondersteuning, vervolging en geïntegreerd beleid. Ik zal er bij mijn collega's op aandringen om ervoor te zorgen dat de aanbevelingen van het maatschappelijk middenveld en het verslag van de Groep van deskundigen inzake actie tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Group of Experts on Action against Violence against Women and Domestic Violence – GREVIO) in dit kader daadwerkelijk in aanmerking worden genomen.

De inzet van de zorgcentra na seksueel geweld (ZSG) is uiteraard een uiterst belangrijk onderwerp. Het feit dat het ZSG alle hulp op één plaats concentreert, helpt slachtoffers om de stap te zetten naar het indienen van een klacht. Zes op de tien slachtoffers die naar een Zorgcentrum komen, dienen een klacht in bij de politie, veel meer dan gebruikelijk bij seksueel geweld. Bovendien waardeert het overgrote deel van de slachtoffers de expertise en de kwaliteit van de geleverde zorg. Daarom zal de opening van tien operationele ZSG’s tegen 2023 mijn topprioriteit zijn om bij te dragen tot een beter beleid tegen seksueel geweld in België.