Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-882

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 24 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post

Post - Wereldpostvereniging (UPU) - Eindrechten tussen leden van de UPU - Voordelige tarieven - Cijfers

Wereldpostunie
postdienst
elektronische handel
officiële statistiek
internationale concurrentie

Chronologie

24/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2020)
23/12/2020Antwoord

Vraag nr. 7-882 d.d. 24 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het beschermen van de consument en een gelijk speelveld creëren tussen binnenlandse en buitenlandse e-commercespelers is een gedeelde verantwoordelijkheid.

Deze vraag is in navolging van de schriftelijke vragen nrs. 6-2036 en 6-2037 (van 8 januari 2019) betreffende de voordelige eindrechten tussen leden van de universele postdiensten.

In het antwoord op vraag nr. 6-2037 stelde de toenmalig minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee:

«Indien Chinese webshops zoals AliExpress hun kleine pakjes verzenden via een aangewezen leverancier van de universele postdiensten, zoals de Chinese post, aan de Belgische leverancier van de universele dienst, in casu bpost, kunnen deze Chinese webshops onrechtstreeks gebruikmaken van voordelige eindrechten zoals vastgelegd in de internationale postakten van de Wereldpostvereniging (UPU), aangezien de eindrechten betaald worden tussen de aangewezen leveranciers van de universele postdiensten. In dit specifieke voorbeeld genieten de Chinese webshops immers van zeer voordelige internationale tarieven.

[…]

Momenteel onderzoekt een expertengroep van [de Administratieve Raad van de UPU] CA Comité 2 onder leiding van België de marktverstorende effecten van de huidige eindrechten via een vragenlijst aan de honderd tweeënnegentig leden van de UPU. Tegelijkertijd werken drie expertengroepen van het Comité «Physical Services and e-commerce» van de Raad voor postexploitatie (POC) aan mogelijke wijzigingen van het eindrechtenvergoedingssysteem.»

Daarom volgende vragen:

1) Wat is de evolutie sinds de antwoorden op de schriftelijke vragen nrs. 6-2036 en 6-2037 betreffende de eindrechten tussen de leden van de Wereldpostvereniging?

2) Wat was de conclusie van het onderzoek naar aanleiding van de marktverstorende effecten van de huidige eindrechten? In het bijzonder de (financiële) impact voor België?

3) Hoe verhouden deze voordelige internationale tarieven zich op vandaag tegenover de normale tarieven voor niet-leden van Wereldpostvereniging?

4) a) Welke leveranciers (landen) van de universele postdienten doen op vandaag beroep op het voordelige tarief via de internationale postakten van de Wereldpostvereniging (UPU) via bpost?

b) Wat is de grootorde (in absolute aantallen) ten aanzien van de volledige hoeveelheid aan eindleveringen via bpost? Graag kreeg ik de cijfers per jaar voor de afgelopen tien jaar.

5) a) Via welke leveranciers (landen) doet bpost beroep op het voordelige tarief via de internationale postakten van de Wereldpostvereniging (UPU)?

b) Wat is de grootorde (in absolute aantallen) ten aanzien van de volledige hoeveelheid verstuurde leveringen van bpost? Graag kreeg ik de cijfers per jaar voor de afgelopen tien jaar.

6) Hoe evalueert de geachte minister de bovenstaande gegevens en wat is haar standpunt in deze?

Antwoord ontvangen op 23 december 2020 :

1) De werkzaamheden van zowel de Administratieve Raad van de Wereldpostvereniging (UPU) als van de Raad voor postexploitatie van de UPU (POC) waarnaar u verwijst, hebben geresulteerd in een speciale gezamenlijke werkgroep van de Administratieve Raad (CA) en de Raad voor postexploitatie (POC) die tweeëntwintig leden telde. Deze speciale werkgroep werd voorgezeten door België en Frankrijk samen.

De doelstelling van deze speciale werkgroep was te zoeken naar aanpassingen aan het eindrechtensysteem wegens het marktverstorend effect en in het bijzonder het feit dat de huidige eindrechten te laag zijn om de gerelateerde kosten van de bezorging te dekken. Het betreft de tarieven voor de brievenpostzendingen in E-formaat die goederen bevatten of ook wel eens de kleine pakketten genoemd.

Deze werkzaamheden vonden ook plaats met de bedoeling de Verenigde Staten (VS) in de UPU te behouden aangezien de VS had aangekondigd de UPU te verlaten tenzij de VS kon opteren voor «self-declared rates».

Deze speciale werkgroep onder leiding van België en Frankrijk heeft drie voorstellen ontwikkeld om het probleem op te lossen inzake de marktverstorende effecten van de huidige eindrechten.

De Administratieve Raad van de UPU en in het bijzonder Commissie 2, samen voorgezeten door België en Kenia, heeft vervolgens zijn goedkeuring gegeven om deze drie voorstellen in te dienen (opties A, B en C) en voor te leggen aan een buitengewoon UPU-congres.

Optie A is het huidige eindrechtensysteem fundamenteel te hervormen naar «self-declared rates» maar over een periode van vijf jaar en met specifieke regels, terwijl optie B «self-declared rates» zijn met weinig regels en zonder een transitiefase. Optie C is een compromis gebaseerd op elementen van optie A en B. De drie voorstellen bevatten wijzigingen van de Conventie en van het reglement die moeten worden voorgelegd aan een buitengewoon congres.

Om een buitengewoon congres te organiseren moeten twee derde van de UPU-leden zich voorafgaandelijk schriftelijk akkoord verklaren via een stemming per brief. Meer dan twee derde van de UPU-leden waren akkoord om een buitengewoon congres bijeen te roepen om de noodzakelijke herzieningen van het vergoedingssysteem (ook wel het «systeem van eindrechten» geheten) te bespreken.

Na afloop van de werkzaamheden van het Buitengewoon Congres van Genève hebben de lidstaten hun voorkeur uitgedrukt voor de gewijzigde optie C die gebaseerd is op een compromis tussen optie A en B. Dit voorstel werd met algemene consensus en handgeklap goedgekeurd door alle aanwezige UPU-leden.

In deze optie worden de tarieven voor de eindrechten voor de kleine pakjes geharmoniseerd in 2020 waardoor veel meer landen dezelfde eindrechten zullen betalen. Bijkomend worden de geharmoniseerde tarieven in 2020 met 5 % verhoogd waardoor België zijn eindrechtentarieven mag verhogen met 18 % in 2020. Vanaf 2021 kunnen «self-declared» tarieven worden toegepast maar de jaarlijkse tariefverhogingen worden beperkt tot 15 % in 2021 en 2022, 16 % in 2023 en 2024 en 17 % in 2025. De ontwikkelingslanden met lage volumes genieten nog altijd voordeligere tarieven. In het compromisvoorstel wordt ook rekening gehouden met de Amerikaanse bezorgheden, in het bijzonder dat de VS op basis van objectieve criteria vanaf 1 juli 2020 «self-declared rates» kan toepassen met respect van het reciprociteitsbeginsel. Voor deze Amerikaanse «waiver» betaalt de VS 40 miljoen dollar compensatie.

België, dat vertegenwoordigd werd via het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT), heeft een sleutelrol gespeeld tijdens het ganse congres. België had de post van vicevoorzitter van het congres en van topic leader voor de besprekingen over de eindrechten. Tijdens het congres werd onder leiding van België een compromis bereikt dat voor alle lidstaten aanvaardbaar was. Het voorstel, geformuleerd op basis van de werkzaamheden die België en Kenia hebben gecoördineerd, werd met unanimiteit aangenomen door de aanwezige deelnemers aan de consensus. De bijdrage van België en in het bijzonder de rol om een consensus te zoeken en te vinden werd alom geprezen.

2) Op het buitengewone UPU-congres is een oplossing gevonden voor de marktverstorende effecten van de eindrechten binnen een multilaterale context.

De directe financiële impact is voor de uitvoerder van de UPU-verplichtingen, namelijk bpost, en dit conform de bepalingen van het beheerscontract tussen de Staat en bpost.

Bij de start van het buitengewone UPU-congres te Genève was de insteek van België alsook bpost om te zoeken naar een consensus zodat de VS binnen de UPU zou blijven enerzijds en dat het systeem van de UPU-eindrechtensysteem zou behouden blijven maar wel aangepast zou worden om de marktverstorende effecten op te lossen anderzijds. Deze beide doelstellingen werden behaald via de consensusoplossing.

Wij hebben geen berekeningen bekomen van bpost inzake de financiële impact, maar bpost alsook alle UPU-leden waren heel tevreden met de uitkomst van het buitengewone UPU-congres te Genève alsook de cruciale rol die België hierin heeft gehad.

3) Deze informatie is vertrouwelijk. Bovendien zijn de UPU-tarieven moeilijk te vergelijken met operatoren die geen lid van de UPU zijn: DHL, FEDEX of UPS, bijvoorbeeld, hebben hun eigen end-to-end distributienetwerken.

4) a) Deze informatie is vertrouwelijk, maar alle postale operatoren hebben toegang tot dezelfde tarieven.

b) Er zijn geen publieke cijfers beschikbaar.

5) a) Deze informatie is vertrouwelijk, maar alle postale operatoren hebben toegang tot dezelfde tarieven.

b) Er zijn geen publieke cijfers beschikbaar.

6) Als minister ben ik heel tevreden over de oplossing die werd bereikt tijdens het buitengewoon UPU-congres dat plaatsvond van 24 tot en met 27 september 2019 in Genève.

Het congres gaf opnieuw hoop voor het multilateralisme. Enerzijds kon de VS in de UPU gehouden worden, mits goede compromisvoorstellen. Anderzijds werd de VS door de internationale en multilaterale werkelijkheid ook enigszins gedwongen om compromissen te sluiten en dus het multilaterale spel verder te spelen. Een grote potentieel crisis werd afgewend aangezien er een gevaar was voor een cascade-effect met een leegloop van de UPU.

Naast deze eindrechten bevatten de internationale postakten ook diverse andere elementen en dankzij deze internationale bepalingen kunnen de Belgische burgers via de aangewezen leverancier van de universele postdienst, bpost, zonder noemenswaardige technische belemmeringen postzendingen verzenden en ontvangen over de gehele wereld dankzij het concept van «single postal territory».

Als minister ben ik het meest trots dat België een cruciale rol heeft gespeeld voor het vinden van dit compromis.