Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-849

van Tom Ongena (Open Vld) d.d. 18 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk

Covid-19-crisis - Arbeidsmarkt - Maatregelen - Flexi-jobs - Cijfers

arbeidsmarkt
epidemie
werkgelegenheidsbeleid
tekort aan arbeidskrachten
gedeeltelijke werkloosheid
officiële statistiek
flexibiliteit van de arbeid

Chronologie

18/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/12/2020)
27/11/2020Antwoord

Vraag nr. 7-849 d.d. 18 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het systeem van de flexi-jobs bestaat al sinds 1 december 2015. Sinds 1 januari 2018 breidde het ook uit naar winkels en gepensioneerden.

Men komt in aanmerking voor een flexi-job als je als werknemer minstens vier vijfde werkt of als je dus gepensioneerd bent. Concreet wordt dit beoordeeld op basis van je situatie van drie kwartalen geleden. Je kan vandaag bijvoorbeeld werkloos zijn, maar toch in aanmerking komen voor een flexi-job, omdat je negen maanden geleden wel werkte. Je verliest dan wel (gedeeltelijk) je werkloosheidsuitkering. Je kan immers momenteel op eenzelfde dag geen uitkering combineren met een flexi-loon.

Volgens de laatste cijfers stellen 15 635 ondernemingen in ons land flexi-jobbers tewerk. In 86 % van de gevallen gaat het om bedrijven met minder dan tien werknemers. Flexi-jobs zijn vooral populair in de horeca, maar ook bakkers, slagers, kappers, schoonheidssalons en andere handelaars kunnen er gebruik van maken, net als grootwarenhuizen en interimkantoren. Het totale aantal flexi-jobbers bedroeg net geen 70 000 eind 2019, een stijging van 35 % in een jaar tijd.

Door de gevolgen van de Covid-19 pandemie staat de reguliere arbeidsmarkt onder zware druk. Zo blijkt er meer vraag te zijn naar helpende handen in de retail en andere sectoren die onder zware druk staan door de ziektes ten gevolge Covid-19.

Tijdelijke werklozen die een flexi-job uitoefenen verliezen een deel van hun uitkering. Nochtans zou dit voor velen een manier zijn om hun normale inkomen te behouden en voor veel sectoren die onder zware druk staan een flexibele manier zijn om klanten optimaal te voorzien.

Mensen zitten ten gevolge de tijdelijke werkloosheid thuis en vallen terug op een kleiner inkomen. Via de combinatie van flexi-jobs met werkloosheid kunnen zij aan de slag blijven en helpen waar de nood het hoogst is.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het betreft een transversale aangelegenheid met de Gewesten. Terwijl de Gewesten al belangrijke bevoegdheden hadden op vlak van arbeidsbemiddeling en de Gemeenschappen op vlak van opleidingen, zorgde de zesde Staatshervorming voor een overdracht van belangrijke bevoegdheden op vlak van het arbeidsmarktbeleid. De regelgeving over het individuele en collectieve arbeidsrecht, met inbegrip van welzijn op het werk, en de regelgeving over de sociale zekerheid bleven echter federaal. Dit geldt ook voor het sociaal overleg en het loonbeleid. De federale overheid beschikt ook over de residuaire bevoegdheid. Vandaar deze vraag.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel zijn flexi-jobbers momenteel aan de slag? Hoe verhoudt dit zich tot de meer dan 66 000 flexi-jobbers die eind 2019 aan de slag waren? Kan u de meest recente cijfers uitvoerig toelichten?

2) Meent u niet dat ten gevolge van de impact van Covid-19 op de arbeidsmarkt en de vele sectoren die zware tekorten hebben aan arbeidskrachten door de uitval wegens ziekte het huidige statuut van de flexi-job verder moet worden opengebroken om tegemoet te komen aan de vraag vanwege de vele sectoren? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet en wat is uw alternatief?

3) Bent u bereid om (al of niet tijdelijk) de mogelijkheid te voorzien voor tijdelijke werklozen om alsnog aan de slag te kunnen in een flexi-job zonder dat hun werkloosheidsuitkering wordt ingekort? Zo ja, kan u het tijdschema en de inhoud toelichten? Zo neen waarom niet?

4) Beschikt u over concrete cijfers over het aantal flexi-jobbers die door Covid-19 (al dan niet tijdelijk) hun job niet hebben kunnen uitoefenen? Kan u dit desgevallend toelichten?

Antwoord ontvangen op 27 november 2020 :

1) We kunnen de Dimonagegevens van de Rijksdienst voor sociale zekereid (RSZ) gebruiken om de wekelijkse evolutie in flexi-jobs te monitoren tot op vandaag. Het gaat daarbij om het aantal unieke identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ)-nummers per dag als bepaald type werknemer (in dit geval de flexi-jobbers). Er wordt echter geen rekening gehouden met voltijdse equivalenten (VTE), en met de aantallen doorheen een volledig trimester (in theorie kunnen de 3 000 flexijobbers op dag 1 en de 3 000 van dag 2 bestaan uit 6 000 unieke personen). We kunnen dus wel het effect van de coronacrisis op de maatregel flexiwerk in kaart brengen door de dagelijkse aantallen te vergelijken met die in 2019 (zie vraag 4) voor een gedetailleerde beschrijving van de evolutie), maar om een exacte vergelijking te maken met het gemiddeld aantal werknemers eind 2019 is het wachten op de kwartaalcijfers van de RSZ voor het derde en vierde kwartaal van 2020.

2) & 3) Wat het tekort aan arbeidskrachten betreft, kan ik in meer algemeen meegeven dat mijn departement momenteel een voorontwerp van wet aan het voorbereiden is, dat zal toelaten dat tijdelijke werklozen tijdelijk bij een andere werkgever worden tewerkgesteld met behoud van een deel van hun werkloosheidsuitkering. Voorwaarde daarbij is dat die andere werkgever behoort tot de zorgsector of het onderwijs, of dat het een werkgever betreft die een instelling of centrum exploiteert die belast is met contactopsporing.

Een dergelijke tijdelijke tewerkstelling zal evenwel niet kunnen gebeuren in het kader van een flexi-job arbeidsovereenkomst. Er kan immers enkel gewerkt worden met een flexi-job arbeidsovereenkomst in de sectoren die worden opgesomd door de wet van 16 november 2015 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken. Het gaat daarbij specifiek om de volgende sectoren:

1° het paritair comité voor de handel in voedingswaren (PC 119);

2° het paritair comité voor de zelfstandige kleinhandel (PC 201);

3° het paritair comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202);

4° het paritair subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01);

5° het paritair comité voor het hotelbedrijf (PC 302);

6° het paritair comité voor de grote kleinhandelshandelszaken (PC 311);

7° het paritair comité voor de warenhuizen (PC 312);

8° het paritair comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen (PC 314);

9° het paritair comité voor de uitzendarbeid indien de gebruiker ressorteert onder een van de bovengenoemde paritaire comités of onder het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bakkerij, banketbakkerij en consumptiesalons bij een banketbakkerij, opgericht in de schoot van het paritair comité voor de voedingsnijverheid (PC 118), subsector voor industriële broodbakkerijen.

Hetzelfde voorontwerp van wet voorziet een uitbreiding van het quotum vrijwillige overuren dat kan gepresteerd worden.

Deze maatregel zal van toepassing zijn op alle essentiële sectoren.

Gegeven de voormelde maatregelen die in voorbereiding zijn, is een uitbreiding van de lijst van sectoren waar gewerkt kan worden met een flexi-job arbeidsovereenkomst niet aan de orde.

4) We monitoren de bijzondere tewerkstellingstypes in het kader van de werkgroep Social Impact Corona (https://socialsecurity.belgium.be/nl/sociaal-beleid-mee-vorm-geven/sociale-impact-covid-19). We weten niet precies in welke mate actieve flexi-jobbers hetzij hun job verloren ten gevolge van Covid-19, hetzij hoeveel minder er werden aangeworven, maar dat de corona-maatregelen een effect hebben op de aantallen flexi-jobbers is alleszins zeer duidelijk. Na 13 maart 2020 werd het aantal flexi’s in de horeca quasi tot nul herleid. Dit betekent onder meer dat de horecazaken die wel nog open waren (bijvoorbeeld afhaalgerechten) geen beroep meer deden op flexi-jobbers. Met de heropening van de horecazaken vanaf 8 juni werden opnieuw gelegenheidswerknemers en flexi’s ingezet in de horeca. In de zomermaanden is er doorgaans een daling van flexi’s in de horeca, onder andere door een groter aandeel studentenarbeid en meer flexiwerknemers die met vakantie zijn. Deze terugval was minder aanwezig, zodat in juli het niveau van 2019 bereikt werd. De nieuwe coronagolf heeft opnieuw een duidelijke impact. Het niveau flexijobbers blijft weliswaar hoger dan in maart-mei 2020, maar bedraagt nog slechts zo’n 20 % van het niveau in dezelfde periode in 2019. Het effect van de corona-maatregelen op de flexi’s via uitzendondernemingen is ook zeer uitgesproken. Het gaat immers in belangrijke mate om tewerkstelling bij gebruikers in de horeca. Deze curve volgt het patroon van de gewone flexijobs in de horeca.

Het effect van de corona-maatregelen op de flexi’s buiten de horeca is minder uitgesproken. De flexi’s bij kappers vallen quasi stil, maar daarbij moet opgemerkt worden dat het daar al om zeer kleine aantallen ging. Bij de flexi’s in de detailhandel was er wel een duidelijke terugval, grosso modo tot het niveau van 2019. Het aantal flexijobs in de detailhandel was echter in begin 2020 gemiddeld het dubbele ten opzichte van begin 2019. De heropening van een aantal sectoren die beroep kunnen doen op flexijobs liet zich duidelijk zien vanaf de weekends van 9 en 18 mei en stilaan werd terug het niveau van voor de coronamaatregelen bereikt. De positieve trend zette zich door in september en oktober. Het laatste weekeinde voor de nieuwe verstrenging gaf nog een piek in de tewerkstelling van flexijobs in de detailhandel, maar deze daalt nu sterk, zij het minder fors dan in maart.

Voor alle types flexi’s samen was het niveau van de tewerkstelling tussen 1 januari en 13 maart 2020 ongeveer 30 % hoger dan in dezelfde periode van 2019, om in de periode maart-april-mei terug te vallen naar ongeveer een derde van het niveau van 2019. Vanaf juli benaderde het niveau dat van 2019 (maar dus niet dat van begin 2020), en vanaf eind oktober bevindt het zich opnieuw rond 50 % van het niveau een jaar eerder.