Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-82

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 14 oktober 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Fake news - Deepfake - Politieke beïnvloeding - Veiligheid van de Staat - Social media

staatsveiligheid
desinformatie
virtuele gemeenschap
informatieverwerking
sociale media

Chronologie

14/10/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/11/2019)
14/11/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-81
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-83

Vraag nr. 7-82 d.d. 14 oktober 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Fake news is het gif in de bloedbaan van onze maatschappij. Het destabiliseert de democratie en ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat. Het is een krachtig instrument voor winstbejag en politiek gewin op alle niveaus, van dorpen tot repressieve regimes. We hebben ervaren hoezeer fake news het publieke debat besmet, de polarisering aanwakkert en de kiezers beïnvloedt. De bedreigingen nemen toe naarmate de desinformatie wapens worden verfijnd, van door Staten gefinancierde trollenfabrieken tot legers van bots en kwaadaardige content die onenigheid zaaien in gemeenschappen.

Eén van de gevaarlijkere nieuwe technologieën is deepfake: superrealistische en steeds moeilijker op te sporen digitale manipulaties van beeld en geluid. Het komt erop neer dat je met wat handigheid iemand in een video van alles kunt laten zeggen, zonder dat die persoon het heeft gezegd. De techniek van de «deepfake» is al langer bekend en haalde enkele jaren geleden al het nieuws toen er plots pornofilmpjes opdoken van bekende personen zoals Natalie Portman, Gal Gadot, Emma Watson en Michelle Obama. In het verleden was er veel beeldmateriaal nodig van een persoon om dit te kunnen doen.

Tegenwoordig kan dit echter op basis van één foto. In mei 2019 werd deze technologie al gelanceerd door het Russische bedrijf Wireless Lab. De applicatie die ze lanceerde, FaceApp, kreeg zware kritiek te verduren. De critici wezen er onder meer op dat de applicatie heel wat persoonlijke gegevens van zijn gebruikers opslaat en voor andere doeleinden zou gebruiken. Recenter kwam deepfaketechnologie opnieuw in het nieuws door de nieuwe Chinese applicatie Zao. Ook deze applicatie was erg dubieus. Zao laat de gebruiker toe om zijn eigen gelaat op bewegende beelden te monteren. De gebruiksvoorwaarden van deze applicatie eisten echter dat de gebruikers het portretrecht op hun eigen gelaat afstaan. Op die manier kan Zao de beelden onder meer voor reclame gebruiken.

Recent beginnen er ook meer politieke video's met deze technologie op te duiken, zoals de fake video van Nancy Pelosi, de Democratische voorzitter van het Huis van afgevaardigden. Ondanks miljoenen views weigerde Facebook de video waarin Pelosi dronken leek, te verwijderen. In Maleisië en Gabon zouden al deepfakes zijn gebruikt voor politieke doeleinden tijdens verkiezingen. De verderzetting hiervan is slechts een kwestie van tijd.

De Verenigde Staten proberen te anticiperen op deze nieuwe dreiging in het vooruitzicht van de komende presidentsverkiezingen. Dit gebeurt zowel politiek als door onderzoekers. Zo hebben onderzoekers van de Universiteit van Berkeley een methode ontwikkeld om sommige deepfakes automatisch te detecteren.

In Nederland blijkt uit onderzoek van I&O Research dat het potentieel van deze technologie baanbrekende gevolgen kan hebben op verkiezingen en wel eens de sterkst opkomende nieuwe vorm van fake news zou kunnen worden. Momenteel pleit D66 voor meer transparantie van Google, Twitter en Facebook om deepfake berichtgeving verder te kunnen bestrijden.

Het betreft een transversale gemeenschapsaangelegenheid waarbij een sleutelrol is weggelegd voor de Gemeenschappen het onderwijs om jongeren te leren omgaan met fake news en hen mediawijsheid bij te brengen.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) Welke maatregelen worden er reeds door onze respectieve overheden genomen voor het bestrijden van fake news? Wordt er hierbij al gekeken naar deepfake video's?

2) Kan hij wat betreft de dienst Veiligheid van de Staat concreet meedelen hoe dit zich vertaalt zowel voor fake news, als voor deepfake?

3) Kan hij specifiek betreffende deepfake meedelen hoe we omgaan met bedreigingen hiervan tegen onze democratie, en met radicalisme (onder andere extreemrechts)?

4) Wat zijn de contrastrategieën die worden toegepast tegen fake news? Hoe zetten onze veiligheidsdiensten zowel preventief als proactief hierop in? Wordt deepfake hier ook al in benaderd? En zo ja, hoe; en zo neen, waarom?

5) Hebben wij in België al af te rekenen gehad met beïnvloeding door deepfake video's? Indien ja, in hoeveel gevallen? Kan hij die concreet toelichten? Hoe zijn onze instanties hiermee omgegaan?

6) Heeft hij fake news en in het bijzonder deepfake filmpjes reeds in Europees verband aangekaart? Indien ja, welke maatregelen zullen er genomen worden? Weten we of deze deepfake video's een rol gespeeld hebben tijdens de laatste Europese verkiezingen?

7) Heeft hij al of niet in samenspraak met de Gemeenschappen al onderzoeksopdrachten lopen om deze nieuwe vorm van fake news te bestrijden? Wordt er binnen onze universiteiten reeds onderzoek gedaan naar methodes en technieken die deepfake video's kunnen herkennen? Zijn er onderzoekers op onze universiteiten zich aan het toespitsen op deepfake technologie?

8) Steunt hij het pleidooi om meer transparantie te eisen van Google, Twitter en Facebook voor het verder kunnen bestrijden van deepfake berichtgevingen? Kan hij concreet toelichten welke stappen hij hieromtrent heeft genomen en zal nemen?

9) Heeft hij hieromtrent met socialmediabedrijven reeds afspraken gemaakt? Zo ja, zijn hier reeds concrete initiatieven uit voort gekomen? Indien nee, welke afspraken kunnen wij verwachten die hij met deze bedrijven zal maken?

Antwoord ontvangen op 14 november 2019 :

1) Wat de federale politie betreft is de cel i2-IRU van DJSOC bevoegd voor de bestrijding van fake news in het kader van zijn opdracht om illegale online content met betrekking tot terrorisme, radicalisme, propaganda, gewelddadige extremisme en haatboodschappen (hate crime / hate speech) op te sporen.

In België is het fenomeen fake news niet gedefinieerd. Fake news of valse berichtgeving heeft altijd bestaan, maar is sterk toegenomen sinds de opkomst van de sociale media.

Algemeen gezien kunnen we drie vormen van fake news onderscheiden:

– propaganda fake news: gecreëerd door een vertegenwoordiger van de Staat of een instantie van de Staat;

– complot fake news: berichtgevingen bedoeld om theorieën van de Staat zwart te maken en te zeggen dat ze «de bevolking bedriegen»;

– «commercieel» fake news: doelt vooral op schandalen en geruchten. De bedoeling is om een bepaald imago te beschadigen en raakt, op het commerciële niveau de bedrijven en op niveau van het «grote publiek» het beeld van iemand (hoofdzakelijk via de sociale media).

De cel DJSOC/i2-IRU onderzoekt, in het kader van zijn opdrachten, eveneens fake video’s, in het kader van terrorisme of hate crime en hate speech, die teruggevonden kunnen worden op het internet. Deze video’s vormen, samen met de geschreven vorm, de illegale content waarvan de verwijdering wordt gevraagd aan de platformen.

2) Deze vraag hoort tot de bevoegdheid van de minister van Justitie.

3) De fake video’s maken deel uit van de illegale inhoud die door de cel DJSOC/i2/IRU wordt opgespoord. Over de exacte werkwijze kan ik geen informatie verstrekken om contrastrategieën te vermijden.

4), 5) & 6) Dit behoort niet tot de bevoegdheden van DJSOC/i2-IRU.

7) DJSOC/i2-IRU heeft geen academische samenwerking op dit gebied.

8) De transparantie van de platformen is het onderwerp van discussies op nationaal, Europees en internationaal niveau met betrekking tot de strijd tegen online-inhoud op het gebied van terrorisme. Een Europese verordening behandelt deze thematiek, met name op het niveau van het EU-Internet Forum.

9) In 2016 werd DJSOC/i2-IRU aangewezen als nationaal operationeel aanspreekpunt voor de IRU-referentie om de verwijdering te vragen van inhoud en accounts die voldoen aan de criteria met betrekking tot propaganda, terrorisme, radicalisme en gewelddadig extremisme.