|
|
Elektronische sigaret - E-sigaret met nicotine - Model «Juul» - Lancering in België - Naleving van de wetgeving - Preventiebeleid - Samenwerking met de deelstaten
nicotineverslaving
verkoopvergunning
gevaren voor de gezondheid
Europees Agentschap voor chemische stoffen
vervangingsproduct
| 4/10/2019 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/11/2019) |
| 19/11/2019 | Antwoord |
In België is de verkoop en het gebruik van e-sigaretten onderworpen aan regels die tot doel hebben de gebruiker en zijn omgeving te beschermen. Er zijn algemene maatregelen voor alle soorten e-sigaretten en specifieke maatregelen voor e-sigaretten met nicotine. Het koninklijk besluit van 28 oktober 2016 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van elektronische sigaretten werd gepubliceerd op 17 november 2016.
In ons land worden e-sigaretten en tabaksproducten als soortgelijke producten beschouwd.
We vermelden hier niet alle maatregelen waarin die wetgeving voorziet, maar onthouden binnen dat kader het volgende:
– de scheikundige producten die gebruikt worden in e-sigaretten moeten geregistreerd worden bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Aldus wordt voldaan aan de verplichtingen van de REACH-verordening. REACH staat voor Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals (registratie en beoordeling van, en autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen);
– om in orde te zijn met de CLP-verordening (Classification, Labelling and Packaging, over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels), moeten de vloeistoffen in e-sigaretten die gevaarlijke stoffen en mengsels bevatten, voldoen aan voorwaarden inzake etikettering, aanmelding bij het antigifcentrum, enz.;
– de producten die op de markt worden gebracht moeten in overeenstemming zijn met boek IX van het Wetboek van economisch recht. Bij normaal gebruik mogen ze bijgevolg geen enkel risico met zich meebrengen;
– er zijn sommige bijkomende voorzorgen voor e-sigaretten met nicotine;
Deze vraag valt binnen de bevoegdheid van de Senaat omdat ze transversaal is. Het is evident dat aspecten die verband houden met het preventiebeleid, waarvoor de Gemeenschappen bevoegd zijn, in deze van belang zijn.
De elektronische sigaret Juul, die in de Verenigde Staten heel populair is, zou binnenkort ook in België worden verkocht.
Het bewuste bedrijf zou van plan zijn om de sigaret massaal aan te bieden in boekhandels, supermarkten en vapeshops. Voor zover ik weet wordt ze niet verkocht in nachtwinkels.
België wordt daarmee het tiende Europese land waar deze elektronische sigaret wordt verkocht.
Als het bedrijf, al vanaf de lancering van het product, beloofd heeft om bepaalde strikte preventiemaatregelen te nemen, wens ik te weten of die in overeenstemming zijn met onze wetgeving. Zeker als die e-sigaretten nicotine bevatten.
Heeft uw departement contact opgenomen met uw collega's van de deelstaten?
Wat is de stand van zaken?
Elektronische sigaretten die in België op de markt gebracht worden, moeten voldoen aan een reeks wetgevingen die in België van toepassing zijn. Onder die belangrijkste wetgevingen zijn er inderdaad een aantal die onder de bevoegdheid van mijn diensten vallen: REACH en CLP, alsook het koninklijk besluit van 28 oktober 2016 tot omzetting van artikel 20 van de richtlijn 2014/EU, dat elektronische sigaretten met nicotine reglementeert.
In het kader daarvan kan ik u meedelen dat sommige producten van het merk Juul wel degelijk genotificeerd werden bij mijn diensten, zoals het koninklijk besluit van 28 oktober 2016 dat vraagt. In die hoedanigheid mogen ze dus wel op de markt gebracht worden op voorwaarde dat deze producten aan alle andere wettelijke bepalingen voldoen.
Net zoals voor de andere elektronische sigaretten zullen mijn controlediensten nagaan of de geldende bepalingen in acht genomen worden en zullen ze in geval van inbreuk de nodige sancties treffen. Voor de andere producten van hetzelfde type controleren mijn diensten de correcte toepassing van de geldende wetgevingen.
Zoals u verduidelijkt, zijn de deelstaten bevoegd voor de preventie omtrent het gebruik van die producten.