Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-783

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee

Notaris-vereffenaar - Naleving van de termijnen - Controle door de rechter - Cijfers - Mogelijke ambtshalve controle - Artikel 1220 van het Gerechtelijk Wetboek - Aanpassing

notaris
rechtsvordering
liquidatie van een onderneming
faillissement

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
15/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-666

Vraag nr. 7-783 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 1220 van het Gerechtelijk Wetboek stelt dat: «Indien de notaris-vereffenaar niet binnen de met toepassing van artikel 1217 overeengekomen of wettelijk bepaalde termijnen handelt, kan elk van de partijen bij gewone brief neergelegd bij of gericht aan de rechtbank die de notaris-vereffenaar heeft aangesteld, om de oproeping van de notaris-vereffenaar en de partijen verzoeken.»

De wetgever heeft immers nagelaten de zinsnede te voorzien dat de rechter ambtshalve de naleving van de termijnen door de notaris controleert (artikel 1220 van het Gerechtelijk Wetboek). Nu gebeurt deze controle op het respecteren van de termijnen door de notaris enkel door partijen. Dit ondergraaft evenwel volledig de bedoeling van de wet. Partijen durven – begrijpelijkerwijze – immers niet aandringen uit schrik dat dit zou doorwerken op de inhoud van de beslissingen van de betrokken notaris. Bovendien beschikken zij niet over enig drukkingsmiddel. Deze ambtshalve controle is er ten andere wel in Frankrijk, waar zowel de wetgeving als het notariaat op dezelfde leest geschoeid zijn. In het Franse model wordt de efficiëntie van de kalender bevorderd, dit zou ook zo in België kunnen zijn.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Er zijn verschillende instanties bevoegd voor het justitiebeleid. De Gemeenschappen zijn namelijk bevoegd voor het vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht, eerstelijns juridische bijstand en justitiehuizen. Het is echter de federale overheid die bevoegd is voor de organisatie van het Belgische gerecht. Zo is de federale minister van Justitie bevoegd voor het gevangeniswezen, de administratieve rechtscolleges en de rechterlijke orde.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Waarom mag de rechter ambtshalve de naleving van de termijnen door notarissen niet controleren?

2) Gaat u dit in de wetgeving veranderen? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet? Zal u kijken naar hoe andere landen dit probleem aanpakken zoals het Franse model?

3) Hoeveel keer hebben partijen in 2019 een notaris door de rechter laten oproepen daar die zijn termijn heeft overtreden? Graag kreeg ik het aantal per gerechtelijk arrondissement.

Antwoord ontvangen op 15 december 2020 :

Artikel 1220, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in een specifieke sanctieregeling voor het overschrijden van conventioneel en wettelijk bepaalde termijnen door de notaris-vereffenaar.

1) De notaris-vereffenaar heeft, als medewerker van het gerecht, de plicht om erover te waken dat de procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling geen vertraging oploopt. Deze verplichting wordt bovendien door de wet gesanctioneerd door te voorzien in de mogelijkheid tot vervanging van de notaris-vereffenaar indien deze de conventionele of wettelijke termijnen niet in acht neemt. De wetgever achtte een automatische ontheffing van het mandaat van de notaris-vereffenaar evenwel niet opportuun aangezien de vervangingsprocedure onvermijdelijk een bijkomende vertraging met zich meebrengt.

Bovendien blijkt uit artikel 1220, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek dat het volstaat dat een partij een verzoek tot oproeping van de notaris-vereffenaar en de partijen richt aan de rechter. Op deze manier dient een partij niet expliciet de vervanging van de notaris-vereffenaar te vorderen (B. Van den Bergh, «Verdeling en veiling van onverdeelde goederen» in Comm.Ger., 2016, afl. 104, (103) 111, nr. 7). Zoals aangegeven heeft een verzoek tot vervanging immers een delicaat karakter voor de partij(en) alsook hun raadsheren. Echter, de eis tot onpartijdigheid van de notaris zou aldus voldoende garantie moeten bieden. Indien een verzoek tot oproeping wordt ingewilligd heeft de rechter een actieve rol, aangezien de wet expliciet gewag maakt van een overleg. De rechter heeft steeds een appreciatiebevoegdheid en oordeelt dus soeverein over de opportuniteit van de vervanging van de notaris-vereffenaar. De rechter kan in dit kader ook een (dwingend) tijdsschema voor werkzaamheden aan de notaris-vereffenaar opleggen.

Tot slot zijn er ook deontologische gevolgen verbonden aan de vervanging van de notaris gelet op de kennisgevingsplicht van de griffier van het rechtscollege dat de notaris heeft vervangen en de mogelijkheid voor de Kamer van notarissen om een tuchtstraf op te leggen. Casman stelt in deze context ook duidelijk dat een vervanging wel degelijk als een sanctie wordt ervaren door de notaris-vereffenaar (H. Casman, «De gerechtelijke vereffening-verdeling onder de nieuwe wet – nieuwe handleiding voor de notaris-vereffenaars», in Not. Fisc. M. 2012, afl. 3, 89). Aldus wordt het niet respecteren van de dwingende termijnen efficiënt gesanctioneerd. Niet enkel door de mogelijkheid tot vervanging van de notaris-vereffenaar, maar daarnaast ook door de mogelijkheden tot klacht bij de provinciale kamer en zelfs tot schadevergoeding.

2) Voor het antwoord op de tweede vraag verwijzen we naar de analyse zoals hierboven in punt 1) uiteengezet.

Het is niet evident om een ambtshalve controle door de rechter in te bouwen. Nadat over is gegaan tot de aanstelling van de notaris-vereffenaar is de rechter immers niet meer rechtstreeks betrokken in het dossier waardoor een ambtshalve controle natuurlijk zeer moeilijk, dan niet onmogelijk lijkt. Een alternatief zou er inderdaad in kunnen bestaan om te kijken naar de oplossing die in Frankrijk naar voor is geschoven waardoor de figuur van rechter-commissaris in het leven is geroepen. De rechter-commissaris houdt toezicht om het verdere verloop van de vereffening-verdeling en de notaris heeft de verplichting om binnen een jaar na zijn aanwijzing een staat van vereffening-verdeling op te maken.

De oplossing die in België werd ingeschreven, heeft echter ook voordelen. Het biedt namelijk de mogelijkheid om conventionele dwingende termijnen te bepalen. Dossiers die weinig problemen oproepen kunnen aldus snel worden afgehandeld. Indien er sprake is van bijzondere complexiteit kan het verantwoord zijn om de termijnen te verlengen.

Niettegenstaande voorgaande analyse zou het inbouwen van een bijkomende sanctie doeltreffend kunnen zijn in de mate dat deze een versnelling van de procedure met zich meebrengt.

Het versnellen van de procedure van de gerechtelijke vereffening-verdeling was immers één van de centrale doelstellingen van de nieuwe wet.

Mijn administratie zal de opportuniteit alsook de eventuele aard en omvang van dergelijke sanctie grondig onderzoeken.

3) In antwoord op de derde vraag werd contact opgenomen met enerzijds de steundienst van het College van de hoven en rechtbanken en anderzijds met de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. De steundienst van het College maakte ons de cijfergegevens over met betrekking tot het totaal aantal nieuwe oproepingen in het kader van een vereffening-verdeling (zie bijlage). Uit deze cijfergegevens blijkt echter niet hoe vaak een notaris voor de rechter werd opgeroepen met toepassing van artikel 1220, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek. Bovendien deed de steundienst navraag bij de Verzekeringen van het notariaat, doch konden zij in dit kader evenmin concrete cijfergegevens voorleggen aangezien dit niet stelselmatig wordt bijgehouden.

Niettemin wordt dit aspect van de cijfergegevens momenteel geregistreerd in de applicatie waarin de griffies de gerechtelijke dossiers coderen. Echter, deze applicatie is momenteel nog onder ontwikkeling en moet nog aan een kwaliteitscontrole onderworpen worden.

Totaal aantal nieuwe oproepen vereffening-verdeling* per arrondissement


2019

Antwerpen

227

Brussel Franstalig

102

Brussel Nederlandstalig

93

Eupen

7

Henegouwen

116

Leuven

61

Limburg

127

Luik

102

Luxemburg

40

Namen

69

Oost-Vlaanderen

178

Waals-Brabant

57

West-Vlaanderen

189

Totaal

1 368

Extractiedatum van de gegevens: 9 oktober 2020.

* Hieronder valt: vervanging notaris, beheerder, deskundige, tussentijds proces-verbaal (PV), termijnen, controle, PV en PV beweringen en zwarigheden. Opgelet, deze cijfergegevens omvatten dus meer dan enkel de oproepingen m.b.t. de overtreding van de termijn.

Algemene opmerking: een groot aantal factoren kan de kwaliteit van de statistieken beïnvloeden. In ons geval kunnen we bijvoorbeeld de kwaliteit van registratie in de applicatie, het gebrek aan uniformiteit in het gebruik van de IT-applicatie en codes of zelfs de werking van het informaticasysteem aanhalen. Derhalve is het aangeraden om enige voorzichtigheid te hanteren bij de interpretatie van de statistieken.