Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-775

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee

Seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen - Toename - Impact van de corona-lockdown - Rapport van Europol - Slechte cijfers voor België - Handhaving (Covid-19)

epidemie
kinderbescherming
kinderpornografie
Europol
internet
officiële statistiek
bewustmaking van de burgers
Verenigd Koninkrijk
seksueel geweld

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
22/2/2021Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-615

Vraag nr. 7-775 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De coronapandemie heeft ertoe geleid dat online seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen fors is toegenomen, volgens een schokkend nieuw rapport van Europol. Dat gebeurde in maart en april 2020, de maanden dat veel landen in lockdown waren. De cijfers voor België springen in het oog. Het National Center for Missing and Exploited Children verzamelde cijfers van elk land apart, en vanuit België waren er bijna vier maal zoveel doorverwijzingen van kinderporno en dit zowel voor de maanden maart als april (bijna zesduizend per maand).

Het totaal aantal meldingen voor de Europese Unie (EU) vertienvoudigde, naar ruim een miljoen. Dat is af te leiden uit het aantal tips van het Amerikaanse National Center for Missing and Exploited Children aan Europol.

In het Verenigd Koninkrijk werden in april 2020 alleen al negen miljoen pogingen geblokkeerd om kinderpornosites te bezoeken. In het rapport is ook te zien dat de piek per land verschilt, omdat niet alle lockdowns tegelijkertijd werden ingesteld.

De forse stijging is mogelijk te verklaren door het feit dat veel landen de grenzen hadden gesloten, waardoor kindersekstoeristen en andere pedoseksuelen gedwongen waren thuis te blijven. Als compensatie zijn ze online meer gaan zoeken naar materiaal, zowel op het normaal toegankelijke internet als op het darkweb.

Europol spitte forums op het darkweb door en zag dat gebruikers hun kans grepen tijdens de lockdownperiode. Erger nog is dat bepaalde daders zich organiseren via nieuwe aparte chatsites waarbij sommige beschikken over een zelfvernietigingsfunctie wat de onderzoeken en het vinden van bewijsmateriaal bemoeilijkt. Naast handhaving schuift Europol ook preventietips naar voor en dit voor de ouders.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een interministeriële conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op het recente rapport van Europol en in het bijzonder op de enorme toename van de Belgische cijfers inzake het aanbrengen van beelden van kindermisbruik?

2) Kan u meedelen hoe deze cijfers zich vertalen wat de handhaving betreft en dan in het bijzonder gevatte daders, invervolgingstellingen en het blokkeren van dergelijke sites?

3) Kan u meedelen of de politie nog steeds actief is op het darkweb? Heeft dit resultaten opgeleverd wat betreft het vatten van seksuele uitbuiters van kinderen en het achterhalen en opspitten van de gelieerde netwerken? Kan u cijfermatig uitgebreid toelichten wat betreft:

– het aantal full time politieagenten die actief zijn op het darkweb;

– het aantal succesvol geopende dossiers en dit op jaarbasis en zo recent mogelijk?

4) Kan u meedelen of er in ons land reeds dossiers van kindermisbruik bekend zijn waar zelfvernietigende apps werden aangetroffen? Welke maatregelen of wetgeving acht u aangewezen om daadwerkelijk tegen deze apps te kunnen optreden?

5) Kan u meedelen in hoeverre de preventiecampagnes van Europol het voorwerp zijn van overleg met de Gewesten, Child Focus en de niet-gouvernementele organisaties (NGO)?

6) Bent u bereid – gezien de piek tijdens de coronacrisis – om bijkomend in te zetten op preventiecampagnes gericht aan de ouders om hen te wijzen op het belang van ouderlijk toezicht bij het internetgebruik van kinderen, en aan daders om hulpverlening in te roepen?

7) Bent u het initiatief van de Verenigde Koninkrijk genegen waarbij zoekopdrachten naar kinderpornosites systematisch geblokkeerd worden? Kan u dit uitvoerig toelichten?

8) Welke andere maatregelen staan hieromtrent op til? Kan u desgevallend de inhoud en de tijdschema toelichten?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2021 :

1) Dit rapport werd uiteraard aandachtig gelezen. De strijd tegen de uitbuiting van kinderen is een van de prioriteiten van deze legislatuur. In antwoord op de eerste vraag verwijs ik naar het antwoord dat de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel op 30 juni 2020 heeft gegeven op uw schriftelijke vraag nr. 7-616.

2) Voor de cijfers inzake de klachten verwijs ik eveneens naar het antwoord dat de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel op 30 juni 2020 heeft gegeven op uw schriftelijke vraag nr. 7-616. Wat de statistieken van het parket betreft, is het nog niet mogelijk om betrouwbare cijfers te verkrijgen voor de periode waarop de vraag betrekking heeft. Wat de cijfers inzake de veroordelingen betreft, zijn de statistieken pas een jaar na de veroordeling, en dus meer dan een jaar na de datum van de feiten, beschikbaar.

3) tot 7) Ik verwijs naar het antwoord dat de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel op 30 juni 2020 heeft gegeven op uw schriftelijke vraag nr. 7-616.

8) Justitie blijft aandacht besteden aan deze problematiek en blijft de samenwerking met de politie en de verschillende verenigingen die op dit gebied actief zijn, verbeteren. Tijdens de vorige legislatuur hebben Child Focus en de politie een samenwerkingsprotocol uitgewerkt met betrekking tot de strijd tegen kinderuitbuiting. Op grond daarvan mag Child Focus de meldingen die ze krijgt, overzenden aan de politie of aan het internationale netwerk «INHOPE» nadat ze een eerste analyse heeft gemaakt van het op het internet ontdekte kinderpornografische materiaal. Die samenwerking zal nog worden versterkt.

Bovendien is de federale overheidsdienst (FOD) Justitie lid van de groep «STOP», die in 2004 werd opgericht en door EPCAT (End Child Prostitution and Trafficking) wordt gecoördineerd. Het gaat om een collectief van niet gouvernementele organisaties (ngo) en institutionele, publieke en private actoren die strijden tegen het seksueel misbruik en de seksuele uitbuiting van kinderen, met name in de prostitutie, in pornografie, bij reizen, bij toerisme en bij mensenhandel. De STOP-groep bestaat uit vertegenwoordigers van de federale politie, Buitenlandse Zaken, Defensie, Justitie, de Federatie van de toeristische industrie, de Koninklijke Federatie van Belgische transporteurs en logistieke dienstverleners, Plan België, Child Focus en Stichting Samilia. Deze groep heeft bewustmakingscampagnes, zoals «Ik zeg STOP!», gelanceerd en een website (http://ikzegstop.be/) en een brochure gemaakt. Deze campagne diende om het grote publiek bewust te maken van kinderen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik en om de mensen te laten weten dat ze de overheid kunnen helpen door verdachte situaties te melden via de site http://ikzegstop.be/ en door op het meldingsformulier de belangrijkste gegevens in te vullen die nodig zijn om een internationaal onderzoek in te stellen. Onlangs is deze campagne geactualiseerd en opnieuw gelanceerd. Daarnaast zullen bij de hervorming van het seksueel strafrecht ook verschillende wijzigingen worden doorgevoerd met het oog op de strijd tegen seksueel misbruik van kinderen.