Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-767

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee

Illegale vuurwapens - Bezit - Wapenhandel - Handhaving - Cijfers

vuurwapen
bewapening
zwarte handel
georganiseerde misdaad
internet
elektronische handel
wapenhandel
persoonlijk wapen
handvuurwapens

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
29/1/2021Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-317

Vraag nr. 7-767 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Nederlandse politie registreert steeds meer gevallen van wapenhandel. Het aantal rechtszaken voor het bezit van en handelen in illegale wapens is, in de eerste helft van 2019, het hoogste in zes jaar tijd. En die stijging is niet alleen zichtbaar in grote steden. De ontwikkelingen zijn een punt van aandacht voor de politie. Zo bleek eerder dat het gebruik van handgranaten alarmerend toeneemt. Maar ook andere illegale activiteiten komen vaker voor. De opsporing van de handel in zware automatische wapens is niet voor niets prioritair voor de federale overheidsdiensten van Justitie en Binnenlandse Zaken.

In Nederland werden alleen al in de eerste zes maanden van 2019 2 943 onderzoeken naar wapenhandel geopend door de politie. Het gaat over het illegaal in bezit hebben of verhandelen van vuurwapens als geweren, pistolen en revolvers. Ook de handel en illegaal bezit van andere wapens, zoals steekwapens, boksbeugels en handgranaten vallen onder wapenhandel.

De recent uitgebrachte Nederlandse Monitor Georganiseerde Criminaliteit 2019 wijst op de rol die België speelt in de illegale wapenhandel (cf. Georganiseerde criminaliteit in Nederland: daders, verwevenheid en opsporing, Rapportage in het kader van de vijfde ronde van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit, 2019). Zie onder meer volgende onderzochte casus: «De aanlevering werd verricht door twee Belgische wapenhandelaren door wapens op papier te exporteren en deze wapens, die gewoon in België bleven, daarna zwart te verhandelen. Een Nederlandse wapenhandel zorgde voor exportvergunningen naar een postbusfirma in Gibraltar.»

Een andere verontrustende ontwikkeling is dat men steeds meer wapens aantreft bij bendes die tevens actief zijn in de drugshandel en die ook vaak in ons land actief zijn.

De aanpak van de wapenhandel en illegale wapens valt onder punt 7) «Georganiseerde eigendomscriminaliteit en illegale goederentrafieken» van het Nationale Veiligheidsplan 2016-2019.

Ik verwijs tevens naar de studie van het Vlaams Vredesinstituut van 2017 «De Belgische illegale vuurwapenmarkt in beeld» die onder meer het volgende stelt: «Door het gebrek aan betrouwbare statistieken blijft hun beeld noodgedwongen dossiergebonden. Nochtans vormt een meer strategisch inzicht in evoluties en trends een noodzakelijke voorwaarde voor een proactieve, weldoordachte en structurele aanpak.» (cf. https://vlaamsvredesinstituut.eu/wp-content/uploads/2019/03/De-Belgische-illegale-vuurwapenmarkt-in-beeld.pdf).

Het controleregime voor het bezit en de handel in vuurwapens is niet louter een federale bevoegdheid. Zo is in België het toezicht op vuurwapens die gebruikt kunnen worden voor het sportschieten een bevoegdheid van de Gemeenschappen, terwijl de Gewesten bevoegd zijn voor vuurwapens die gebruikt kunnen worden voor de jacht. Bovendien is ook de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens sinds 2003 grotendeels een gewestbevoegdheid. Personen die een vuurwapen willen importeren of exporteren moeten hiervoor een vergunning aanvragen bij de gewestelijke overheid. Sinds 2012 hebben het Vlaams en Waals Gewest hun eigen wapenhandeldecreten. In 2013 vaardigde ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar ordonnantie uit. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen en de Gewesten.

Graag had ik een antwoord bekomen op volgende vragen:

1) Hoeveel illegale vuurwapens werden in België sinds 2017 jaarlijks in beslag genomen? Kan u tevens de types van de jaarlijks in beslag genomen vuurwapens meedelen? Kan u de cijfers per arrondissement meedelen? Zijn er grote verschillen per arrondissement?

2) Volgens het Vlaams Vredesinstituut zou het aandeel van de vastgestelde handel in verboden vuurwapens de afgelopen jaren sterk zijn toegenomen. Kan u de concrete cijfers geven voor de jaren 2017, 2018 en 2019? Klopt deze tendens?

3) Kan u respectievelijk voor 2017, 2018 en 2019 meedelen hoeveel politionele vaststellingen werden gedaan voor illegaal bezit van vuurwapens en desgevallend het type wapen?

4) Hoeveel aanhoudingen gebeurden er in het kader van de georganiseerde wapenhandel en dit voor respectievelijk 2017, 2018 en 2019? Kan u deze cijfers duiden?

5) Welke zijn de belangrijkste trends inzake de illegale wapenhandel en de georganiseerde misdaad? Kan u dit cijfermatig toelichten?

6) Kan u meedelen of de tendensen die zich in Nederland (substantiële toename van het aantal illegale vuurwapens en handgranaten) voordoen ook hier worden vastgesteld? Kan u dit toelichten?

7) Tot welke resultaten heeft de oprichting van de werkgroep van wapenexperten binnen de politie geleid?

8) Klopt de informatie van het Vlaams Vredesinstituut dat er sprake is van een personeelsuitsroom – en dus ook van ervaring en expertise – uit de centrale directie van de Bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC) afdeling Wapens waardoor deze vandaag over onvoldoende mankracht beschikt om algehele analyses uit te voeren? Zo ja, hoe wordt hieraan geremedieerd? Zo neen, welke bedraagt het personeelsaantal in voltijdse eenheden van de DJSOC/Wapens voor respectievelijk 2016, 2017, 2018 en 2019?

9) Op welke manier wordt illegale wapenhandel in ons land bestreden? Welke diensten zijn bevoegd? Hoe verloopt de samenwerking?

10) Uit buitenlands onderzoek blijkt dat de vraag naar illegale vuurwapens vaak afkomstig is uit het drugsmilieu. Zo kan in Nederland ongeveer de helft van het illegale vuurwapenbezit gesitueerd worden in het drugsmilieu. Is dit ook in ons land het geval? Kan u dit cijfermatig toelichten?

11) Welke rol speelt het darknet in het verwerven van illegale vuurwapens? Beschikt u hieromtrent over concrete cijfers? Is er sprake van een toe- of afname?

12) Kan u concreet toelichten hoe de wapenhandel via het darknet de wacht wordt aangezegd? Is er een specifieke politie-eenheid die transacties op het darknet opvolgt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat waren hiervan de concrete resultaten?

Antwoord ontvangen op 29 januari 2021 :

1) Wat betreft het aantal wapens die de politie de afgelopen jaren in beslag heeft genomen, kunnen noch de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), noch het Centraal Wapenregister (CWR) momenteel volledig nauwkeurige informatie verstrekken. Op basis van gegevens uit het CWR vindt u in bijlage een overzicht van de in beslag genomen wapens van 2017 tot en met november 2020. Er moet echter rekening gehouden worden met bepaalde onnauwkeurigheden in de vatting. Uit een recente analyse van de centrale directie van de Bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC) van de federale gerechtelijke politie blijkt dat er sprake is van een gelijklopende tendens hoewel de cijfers enigszins van elkaar afwijken. De toename van het aantal inbeslagnames in 2018 en 2019 moet immers bekeken worden in de context van de amnestieperiode.

Het is vooralsnog onmogelijk een opsplitsing van deze cijfers te maken naar gerechtelijk arrondissement. In de toekomst zal deze informatie wel kunnen worden bekomen via een nieuwe tool die momenteel nog in ontwikkeling is, namelijk de gegevensbank PACOS (Pièces à conviction – Overtuigingsstukken) die tot doel heeft het beheer en de verwerking van de inbeslagnemingen en bewijsstukken te standaardiseren.

2) In bijlage vindt u een extractie uit de ANG van het aantal feiten van illegale wapenhandel voor de periode 2017 tot en met het eerste trimester van 2020. Er kan een zekere stabiliteit worden vastgesteld in het aantal feiten met betrekking tot de illegale wapenhandel.

3) Op basis van de beschikbare informatie in de verschillende gegevensbanken is het niet mogelijk feiten van illegaal bezit van de andere misdrijfcategorieën met betrekking tot wapens precies te onderscheiden. De tabel in bijlage toont een analyse die DJSOC in 2019 heeft uitgevoerd op basis van cijfers uit de ANG om het aantal objecten te bepalen dat de afgelopen jaren betrokken is geweest bij wapenhandel. Deze objecten zijn verdeeld volgens de verschillende beschikbare categorieën. Het is echter moeilijk om conclusies te trekken met betrekking tot het specifieke delict «illegaal wapenbezit». Deze analyse werd helaas niet herhaald in 2020 en daarom zijn er geen cijfers beschikbaar voor 2019.

Vraag 1


2017

2018

2019

nov/20

In beslag genomen illegale wapens – extractie CWR

1 973

3 484

4 127

2 236

In beslag genomen legale wapens – extractie CWR

659

424

563

583

TOTAAL

2 632

3 908

4 690

2 819

Bron: CWR.

Vraag 2

Handel en productie van vuurwapens

2017

2018

2019

TRIM 1 2020

Wapen, munitie, onderdeel, toebehoren – handel

175

181

169

24

Wapen, munitie, onderdeel, toebehoren – vervaarding / herstelling

12

14

19

4

Bijzondere inbreuk ivm wapens

50

41

52

13

TOTAAL

237

236

240

41

Bron: ANG (31 juli 2020).

Vraag 3

Aantal objecten betrokken bij feiten wapenhandel

2017

2018

2019

Patroon / munitie

3 214

886

Not available

Pistool / revolver (vuurwapen)

130

59

 

Geweer / buks (vuurwapen)

58

78

 

Machinegeweer

2

1

 

Andere

39

31

 

Machinepistool

3

5

 

Alarmwapen

80

3

 

Onderdelen en accessoires

63

27

 

Pistolet / revolver (niet gespecifieerd)

9

3

 

Riot-gun

1

1

 

Signaleringpistool

1

0

 

Bron: ANG.

4) Het is moeilijk om cijfers te geven betreffende het aantal aanhoudingen in het kader van dossiers «wapens». Deze cijfers zijn op basis van de beschikbare informatiebronnen niet of nauwelijks relevant gezien de gearresteerde personen vaak behoren tot polycriminele organisaties. Afhankelijk van de omstandigheden is de kans groot dat de verbaliserende politieambtenaar het wapenbezit of de wapenhandel niet als hoofdmisdrijf zal vatten waardoor de informatie in de ANG een vertekend beeld geeft.

5) Uit een recente interne politieanalyse zijn inderdaad een aantal trends naar boven gekomen. Zo werd vastgesteld dat «de meeste vuurwapens op de illegale markt afkomstig zijn van de legale markt (…) volgens verschillende methoden die in de dossiers zijn waargenomen».

De modus operandi die het vaakst werden waargenomen zijn: smokkel (of wapens die samengesteld zijn uit onderdelen die vanuit verschillende landen zijn verkregen), diefstal, vervalsing van documenten, het niet regulariseren, reactiveren of ombouwen van wapens.

Wat de ombouw betreft, werden twee belangrijke trends, zowel op Belgisch als op Europees niveau, waargenomen.

Enerzijds, de ombouw van alarmwapens uit Turkije. Dit zijn wapens die oorspronkelijk gemaakt zijn om lege munitie af te vuren (munitie zonder projectiel) maar die gemakkelijk kunnen worden omgebouwd om conventionele munitie af te vuren als de benodigde apparatuur en kennis beschikbaar is.

De tweede trend betreft wapens met «Flobert» kaliber, die bedoeld zijn om minder performante munitie te schieten. Ze kunnen evenwel worden (her)bewerkt om conventionele munitie af te vuren.

Omdat het moeilijk is om volledige en gedetailleerde informatie te verzamelen uit de verschillende beschikbare gegevensbanken, is het niet mogelijk om precieze cijfers te geven over deze trends, maar ze worden wel regelmatig waargenomen in Belgische en Europese onderzoeken.

6) Op basis van de beschikbare cijfers kunnen we de door onze Nederlandse collega’s waargenomen trends noch bevestigen, noch ontkrachten. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat de handel in vuurwapens een verborgen misdrijf is en dat de officiële statistieken daarom meer de acties en prioriteiten van de politiediensten weerspiegelen dan de werkelijke omvang van het fenomeen.

Hoewel de wapenhandel deel uitmaakt van het lopende Nationaal Veiligheidsplan (NVP) krijgt dit fenomeen niet dezelfde prioriteit in de verschillende gerechtelijke arrondissementen aangezien elke gerechtelijke directeur zelf kan beslissen over de capaciteit die hij wenst te investeren in de verschillende domeinen van de criminaliteit. Zo stellen we sinds een twee- tot drietal jaren een algemene daling van het aantal vaststellingen in deze materie vast.

We merken evenwel op dat de overgrote meerderheid van de vastgestelde inbreuken betrekking heeft op wapens waarvoor een vergunning is vereist, terwijl de verboden vuurwapens slechts zo’n 15 % van de vaststellingen uitmaken.

7) Deze werkgroep bestaat momenteel uit een à twee vertegenwoordigers per arrondissementele federale gerechtelijke politie (FGP) en de leden van de centrale directie DJSOC. Op regelmatige tijdstippen wordt informatie over lopende dossiers uitgewisseld en DJSOC verzorgt in sommige gevallen de coördinatie hiervan, al dan niet in samenwerking met EUROPOL.

8) Vóór de optimalisatie van de federale politie in 2012, telde de dienst Wapens 11 FTE. In 2014 waren dit er nog 9, waaronder 1 commissaris, 2 hoofdinspecteurs, 5 inspecteurs en een administratief medewerker. Naar aanleiding van de optimalisatie, waarbij de achterliggende visie erin bestond om «te deconcentreren waar het kan, te concentreren waar het moet» en waarbij de gecentraliseerde diensten binnen de beschikbare capaciteit werden afgebouwd ten voordele van de gedeconcentreerde diensten, werd door de directie van de federale politie de beslissing genomen om deze capaciteit nog verder terug te dringen tot 3 FTE. De aanwezige personeelsleden hebben de dienst als gevolg hiervan geleidelijk aan verlaten zonder te worden vervangen. Na 2016 (4 FTE), 2017 (4 FTE), 2018 (3 FTE), 2019 (3 FTE), heeft de nieuwe interne organisatie DJSOC 2019 de capaciteit terug verhoogd tot 4 FTE’s, in het bijzonder om aan bepaalde internationale verplichtingen te kunnen voldoen (EMPACT Europol). De dienst wapens bestaat momenteel uit een commissaris en drie hoofdinspecteurs.

9) In theorie is elke politiedienst bevoegd. Gezien het vaak internationale karakter wordt de strijd tegen de illegale wapenhandel echter steeds overgenomen door de federale gerechtelijke politie in de arrondissementen.

De realiteit van de situatie is vrij complex omdat er veel bevoegdheden zijn, verdeeld tussen het federale niveau en de Gewesten. Zo zijn de invoer, uitvoer, doorvoer en overbrenging van wapens regionale bevoegdheden sinds 2003.

De «Wapendienst» van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie speelt een leidende rol in het wetgevend kader. In die hoedanigheid zit deze dienst verschillende overlegplatforms voor, waaronder de Adviesraad voor wapens (artikel 37 van de wet van 8 juni 2006 op de wapens) en het Interfederaal Comité voor de bestrijding van de illegale productie van en handel in wapens (opgericht bij koninklijk besluit van 29 oktober 2015). Deze laatste bestaat uit een reeks partners die rechtstreeks bij de problematiek betrokken zijn (lokale en federale politie, douane, inlichtingen- en veiligheidsdiensten, regionale overheidsdiensten, FOD Buitenlandse Zaken, Economische Inspectie) en moet minstens vier keer per jaar bijeenkomen om informatie uit te wisselen over de laatste tendensen in de wapenhandel.

Bovendien bepaalt de vertrouwelijke omzendbrief 14/2012 van het College van procureurs-generaal over de gerechtelijke aanpak van de wapenhandel dat het federaal parket ook een coördinerende rol speelt in de onderzoeken door middel van regelmatige vergaderingen tussen de wapencontactpunten van de gerechtelijke politie van de arrondissementen, de referentiemagistraten van het parket en DJSOC.

10) Hoewel het niet mogelijk is het percentage illegale vuurwapens dat verband houdt met het drugsmilieu in België nauwkeurig in te schatten, blijkt uit de analyses van DJSOC dat de daders van de wapenhandel vaak actief zijn op andere gebieden van de misdaad, waaronder drugs. Hoewel bijvoorbeeld is vastgesteld dat drugshandel voor criminele organisaties winstgevender is dan wapenhandel, is de aanschaf van een vuurwapen meer een beschermingsmiddel (handvuurwapens of alarmpistolen die gemakkelijk kunnen worden verborgen). Uit verschillende dossiers blijkt ook dat er een sterk verband bestaat tussen de aanvoer van drugs en de aanwezigheid van vuurwapens, aangezien de routes die door deze verschillende smokkeloperaties worden gevolgd, identiek zijn.

11) Het darkweb is een facilitator die individuen de mogelijkheid biedt om illegaal wapens, munitie, onderdelen en accessoires aan te schaffen zonder dat er vooraf connecties met de criminele wereld nodig zijn. Deze modus operandi, die ook door de criminele wereld wordt gebruikt, versterkt het gebruik van postpakketdiensten en heeft de neiging zich verder te ontwikkelen ook al brengt het risico’s van fraude met zich mee voor de kopers en vereist het een zekere mate van IT-kennis (versleuteling, VPN, enz.). De mogelijkheid om met virtuele valuta te betalen versterkt ook de anonimiteit van de twee partijen, kopers en verkopers.

Zoals voor de andere aspecten van de criminaliteit op het gebied van wapens beschikt de politie niet over harde cijfers, maar het gebruik van het darkweb werd in meerdere recente dossiers vastgesteld (Brussel, Antwerpen, Limburg, West Vlaanderen, Mons, Charleroi, Namur).

Trouwens verwijst de meerderheid van de dossiers naar het gebruik van (nieuwe) communicatietechnologieën en niet alleen op het darkweb. Dit fenomeen maakt gebruik van platforms die veel beter bekend zijn bij het grote publiek, niet alleen om contacten te initiëren voor verkoop of aankoop (bijvoorbeeld via Facebook) maar ook als kennisontwikkeling (met informatie en instructies die beschikbaar zijn via YouTube over hoe een wapen te reactiveren of om te zetten).

12) Politieonderzoeken op het darkweb zijn vooralsnog vooral gericht op gespecialiseerde ondersteuning in specifieke dossiers. Om capaciteitsredenen is dit eerder een reactieve dan een proactieve benadering. De directie DJSOC van de federale gerechtelijke politie heeft een gespecialiseerde afdeling die belast is met internetonderzoek (i2).

In het kader van haar opdrachten geeft DJSOC/i2 een gespecialiseerde ondersteuning aan de diensten van de geïntegreerde politie, met inbegrip van de centrale diensten van DJSOC betreffende de fenomenen die voortvloeien uit het Nationale Veiligheidsplan, en aan de magistratuur op het gebied van uitgebreide onderzoeken op het Internet (klassiek web, Deepweb, Darknet, protocollen P2P, IRC, enz.).

Zoekopdrachten via deze dienst zijn strikt beperkt tot inhoud die vrij toegankelijk is op het Internet («Open Source») en zijn afhankelijk van het door de aanvrager gewenste niveau van diepte van de zoekopdracht.