Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-765

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee

Verenigde Arabische Emiraten - Toevluchtsoord criminele landgenoten en hun crimineel vermogen - Transparantie - Uitleveringsverdrag - Europese zwarte lijst van belastingparadijzen - Overleg met Nederland

Verenigde Arabische Emiraten
uitlevering
criminaliteit
belastingvlucht
misdaadbestrijding

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
10/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-273

Vraag nr. 7-765 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De recente uitlevering van de Nederlandse narcoterrorist Ridouan Taghi vanuit Dubai toont nogmaals aan dat de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een toevluchtsoord geworden zijn voor criminelen van alle slag. Niet alleen zijzelf maar ook hun geld wordt naar daar overgeheveld. De Antwerpse procureur, Franky De Keyzer, gebruikte in een recent interview terecht de term «narcoterroristen». Het betreft criminelen die het samenlevingsmodel zeer zwaar onder druk zetten en die niet terugdeinzen voor het gebruik van geweld en intimidatie om hun doel te bereiken.

Het Antwerps Parket hoopt een samenwerkingsakkoord te kunnen afsluiten met Dubai. Federaal magistraat Eric Bisschops stelt net als volgt: «We merken dat high end criminelen organisaties, drugs maar ook witteboordcriminelen, zich verschuilen in de Verenigde Arabische Emiraten om daar hun geld te parkeren en te investeren. We willen met Dubai samenwerken, zodat het voor ons gemakkelijker wordt om criminelen daar te laten oppakken, uit te leveren en hun bezittingen in beslag te nemen.»

Diverse rapporten wijzen op het gemak waarmee internationale misdaad haar geld kan parkeren in Dubai. Zo bleek uit onderzoek van het Organised Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) en de anticorruptie organisatie Transparency International dat de Antwerpse crimineel Othman E.B. eigendommen bezit in Dubai ter waarde van 7,5 miljoen euro.

Desondanks hebben de ministers van Financiėn van de Europese Unie (EU) de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) in oktober 2019 van de zwarte lijst gehaald van belastingparadijzen. De criteria om een land al of niet op deze lijst te plaatsen zijn:

– transparantie: delen de landen bankgegevens van belastingplichtigen met andere landen?

– eerlijke belastingen: het beperken van oneerlijke fiscale concurrentie; en

– belastingontwijking tegengaan: worden de internationale afspraken onderschreven om belastingontwijking tegen te gaan.

Het lijdt weinig twijfel dat indien een land een aantrekkingspool is voor de georganiseerde misdaad en hun geld, dat er duidelijk niet voldaan is aan de criteria van transparantie. Overigens worden diverse EU landen geconfronteerd met de slechte samenwerking met de VEA wat betreft de uitlevering van voortvluchtige landgenoten alsook hun crimineel verworven vermogen.

Het lijkt me meer dan aangewezen om alvast samen met Nederland aan te dringen op een veel grotere transparantie wat betreft het melden van bankgegevens van landgenoten en voortvluchtige criminelen die hun hebben en houden hebben verplaatst naar de VEA om inbeslagname en arrestatie te ontvluchten.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016 2019, en werden besproken tijdens een Interministeriėle Conferentie, waarop ook de politionele en justitiėle spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Welke stappen worden er ondernomen op bilateraal en multilateraal niveau om de criminele vrijhavens in het algemeen en de VAE in het bijzonder aan te zetten om volledige transparantie te bieden wat betreft de landgenoten die aldaar rekeningen of eigendommen aanhouden? Kan u gedetailleerd oplijsten, wat betreft de VAE, welke vooruitgang er werd geboekt?

2) Welke concrete pistes en inspanningen worden er bewandeld om te komen tot een memorandum of understanding met de VAE wat betreft het in beslag laten nemen van vermogens van criminele oorsprong en gelden die voortvloeien uit belastingontduiking, alsook wat betreft de uitlevering van personen die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijk onderzoek in ons land? Kan u dit gedetailleerd toelichten?

3) Op welke gronden werden de VAE in oktober 2019 door de EU ministers van Financiėn van de zwarte lijst van belastingparadijzen gehaald? Kan u zeer concreet meedelen welke vooruitgang in de transparantie werd geboekt wat betreft de houders van eigendommen en rekeningen van EU ingezetenen in de VAE? Komt er een concrete uitwisseling van informatie? Zo ja, op welke basis?

4) In hoeverre zijn de resultaten van Transparency International wat betreft de VAE bepalend voor het al dan niet op de zwarte lijst plaatsen van belastings (en criminele) paradijzen? Kan u dit gedetailleerd toelichten?

5) Hoeveel voorvluchtige landgenoten bevinden zich momenteel in de VAE? In Nederland betreft het tientallen met naam en toenaam bekende Nederlandse criminelen en verdachten.

6) Bent u bereid om samen met uw Nederlandse evenknie aan te dringen op een uitleveringsverdrag en volledige transparantie vanuit de VAE over aldaar verblijvende criminelen en hun vermogen? Bent u bereid hierbij het drukkingsmiddel van de zwarte lijst van belastingparadijzen aan te wenden? Kan u dit zeer concreet toelichten?

7) Bent u het eens met de stelling van de Antwerpse procureur, Franky De Keyzer, dat de drugscriminelen in het bijzonder gelijk te stellen zijn met narcoterroristen gezien zij het samenlevingsmodel zeer zwaar onder druk zetten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke inspanningen gaat u concreet leveren om deze narcoterroristen en hun gelden wereldwijd te traceren en hen te laten uitleveren?

8) Kan u gedetailleerd meedelen hoeveel geld van criminele oorsprong en hoeveel landgenoten die verdacht worden van criminele feiten respectievelijk in beslag werd genomen en werden uitgeleverd aan ons land en dit op jaarbasis de jongste drie jaar? Hoe beoordeelt u dit resultaat?

Antwoord ontvangen op 10 december 2020 :

1) & 2) Er zijn reeds stappen ondernomen en zowel op het niveau van het federaal parket als op diplomatiek niveau worden er gesprekken gevoerd met de overheden van de Verenigde Arabische Emiraten. De federale overheidsdienst (FOD) Justitie is nauw betrokken bij de stappen die worden ondernomen en die enerzijds bedoeld zijn om vooruitgang te boeken in concrete dossiers en anderzijds om op middellange en lange termijn een meer gestructureerde samenwerking met de Verenigde Arabische Emiraten op touw te zetten. Er wordt eveneens verwezen naar het antwoord op vraag 6).

3) & 4) Dit behoort tot de bevoegdheid van de minister van Financiën.

5) De gegevensbank van het College van procureurs-generaal laat niet toe deze vraag te beantwoorden. Het «Fugitive Active Search Team» (FAST) dat werd opgericht bij de federale politie heeft als opdracht personen die door de Belgische justitie worden gezocht, op te sporen en te lokaliseren ongeacht of het nu gaat om Belgische onderdanen of om onderdanen van andere nationaliteiten. Dankzij het werk van dat team zijn tal van gezochte personen gevonden en vervolgens voor het gerecht gebracht.

6) Een uitleveringsverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten zou een doeltreffendere en systematischere samenwerking tussen onze beide Staten kunnen bewerkstelligen. Daarom wordt thans onderzocht of er eventueel over een dergelijk verdrag kan worden onderhandeld. Alvorens onderhandelingen op te starten, is het evenwel noodzakelijk om de rechtsstaat en de naleving van de mensenrechten in de Verenigde Arabische Emiraten grondig te analyseren. Indien wij zouden willen onderhandelen, wijst niets erop dat enig drukkingsmiddel zou moeten worden aangewend opdat de Verenigde Arabische Emiraten ertoe bereid zouden zijn te onderhandelen. Wel integendeel, de Emiraten hebben de voorbije jaren meermaals laten blijken dat zij met België in onderhandeling willen treden rond wederzijdse rechtshulp en uitlevering. De Emiraten zien in het afsluiten van soortgelijke akkoorden ongetwijfeld een manier om hun internationale legitimiteit te versterken, ook al zou België er vanuit operationeel oogpunt het meeste voordeel bij hebben.

Ook is het van belang te preciseren dat onze beide staten de relevante Verdragen van de Verenigde Naties (VN) betreffende georganiseerde criminaliteit en handel in verdovende middelen hebben bekrachtigd. Op grond van die twee verdragen kunnen uitleveringen plaatsvinden. Voor de strijd tegen drugshandelaren is dus niet noodzakelijkerwijs een bilateraal verdrag vereist.

7) Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om de samenwerking met de Verenigde Arabische Emiraten te verbeteren. In dit kader kan worden verwezen naar het Stroomplan dat in Antwerpen in stelling werd gebracht en naar de inspanningen van het federaal parket, de FOD Justitie en de FOD Buitenlandse Zaken om een constructieve dialoog te voeren met de autoriteiten van de Verenigde Arabische Emiraten.

8) De geldsommen die in het buitenland in beslag worden genomen, worden niet op geüniformeerde wijze geregistreerd.

In de loop van de voorbije tien jaar, dus niet in de jongste drie jaar, werden drie personen uitgeleverd, één in 2010, één in 2016 en één in 2018. Dat resultaat is niet geheel teleurstellend rekening houdend met het gegeven dat bij gebreke van een verdragsrechtelijke grondslag België geen volledige wederkerigheid kan toestaan.