Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-753

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Medische incidenten - Klachten - Cijfers - Aansprakelijkheidsrecht bij medische incidenten - Transparantie - Fonds voor medische ongevallen - Werking

medisch recht
medische fout
rechtsingang
officiële statistiek
Fonds voor medische ongevallen

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
13/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-668

Vraag nr. 7-753 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit het boek «Justice in time» van Simon Deryckere blijkt dat er tot op heden geen accurate cijfers zijn van het aantal medische incidenten in ons land. Uit internationaal onderzoek blijkt evenwel dat het fenomeen zorgwekkend vaak voorkomt. Zo wordt berekend dat in de Verenigde Staten (VS) jaarlijks gemiddeld 60 000 mensen overlijden ingevolge een vermijdbaar medisch incident. De federale overheidsdienst (FOD) Gezondheidszorg stelt dat de situatie bij ons niet wezenlijk verschilt van deze in het buitenland. Omgerekend zou dit neerkomen op minstens 2 000 vermijdbare overlijdens.

Uiteraard dient men met dergelijke cijfers zeer voorzichtig te zijn. Enerzijds is de gezondheidszorg in de VS fundamenteel anders georganiseerd. Anderzijds is het wel zo dat in de VS op veel systematischere wijze incidenten worden gemeld. In Nederland werd zeer recent begroot dat het gaat om 1 000 overlijdens per jaar en 10 000 mensen met een blijvend letsel. Ook bij ons gaat het derhalve – ook bij een voorzichtige raming – om circa 5 000 slachtoffers. Om in perspectief te plaatsen, er zijn circa 1 200 000 ziekenhuisopnames per jaar. In 99,6 % van de gevallen loopt het dus wel goed. Iemand een beter rapport? Maar u zal maar in de verkeerde groep zitten.

Met medische incidenten wordt gedoeld op alle gevallen van onbedoelde schade, zowel de gevallen waarbij de schade onvermijdbaar is als deze waarbij de schade wel vermijdbaar is. Uiteraard kunnen enkel die laatste desgevallend als een fout worden aangemerkt. De eersten betreffen louter complicaties. Het onderscheid tussen beiden is in de praktijk evenwel vaak zeer moeilijk te maken en vormt in voorkomend geval dan ook het voorwerp van een lang deskundigenonderzoek. Zo kan een infectie met een ziekenhuisbacterie in een bepaald geval onvermijdbaar zijn en in ander vermijdbaar.

Wanneer mensen slachtoffer zijn van een medisch incident laat ons aansprakelijkheidsrecht het afweten, zowel in rechte als in feite. Gaat het immers om een loutere complicatie, voorziet het gemeen aansprakelijkheidsrecht niet in een duidelijke vorm van herstel. Gaat het om een werkelijke fout, wacht een jarenlange lijdensweg van complexe en dure expertises. De meesten haken af nog voor het begonnen is.

Uit het boek «Justice in time» van Simon Deryckere blijkt dat Het Fonds voor medische ongevallen wel op justitie lijkt. «Waiting is her middlename.» Negen jaar na haar oprichting, moet worden vastgesteld dat een procedure via het Fonds niet per se sneller verloopt dan via Justitie. Bovendien is er blijkbaar een achterstand van 2 430 dossiers. Aan het huidige tempo duurt het nog 18,5 jaar vooraleer de huidige achterstand wordt weggewerkt…

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Er zijn verschillende instanties bevoegd voor het justitiebeleid. De Gemeenschappen zijn namelijk bevoegd voor het vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht, eerstelijns juridische bijstand en justitiehuizen. Het is echter de federale overheid die bevoegd is voor de organisatie van het Belgische gerecht. Zo is de federale minister van Justitie bevoegd voor het gevangeniswezen, de administratieve rechtscolleges en de rechterlijke orde.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoeveel medische incidenten zijn er gerapporteerd in 2019? Wat waren de voornaamste medische fouten?

2) Wanneer zal het activiteitenverslag 2019 van het Fonds voor medische ongevallen gepubliceerd worden?

3) Hoeveel medische klachtenprocedures werden opgestart in 2019?

4) Gaat u meer transparantie creëren inzake het aansprakelijkheidsrecht bij medische incidenten? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?

5) Gaat u het Fonds voor medische ongevallen efficiënter en effectiever maken? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet? Waarom werkt het Fonds zo traag? Wat is de oorzakelijke factor?

6) Bij ernstige medische schade met aansprakelijkheid verzoekt het Fonds dat de verzekeraar van de zorgverstrekker een voorstel zou doen. Oordeelt het Fonds dat dit voorstel ontoereikend is, dan doet het zelf een voorstel. Maar dit voorstel is niet-bindend. Gaat u het voorstel van het Fonds wel bindend maken? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet?

Antwoord ontvangen op 13 december 2020 :

1) Vooreerst dient gewezen te worden op het feit dat niet elk persoon die meent slachtoffer te zijn van een «medisch ongeval» (i.e. schade als gevolg van gezondheidszorg) een aanvraag indient bij het Fonds.

De persoon die van mening is dat hij schade heeft geleden als gevolg van gezondheidszorg kan zich in eerste instantie ook wenden tot de betrokken zorgverlener (en zijn verzekeraar) of de huisarts of een vertrouwensarts. Patiënten kunnen zich ook laten informeren door de ombudsdienst van het ziekenhuis of de Federale ombudsdienst «Rechten van de patiënt», hun ziekenfonds, patiëntenorganisaties, enz.

Wat het Fonds betreft zien de cijfers inzake de inkomende dossiers er als volgt uit. In 2019 werden er 459 dossiers ingediend. Sinds de oprichting van het Fonds bedraagt het totaal aantal ingediende dossiers 5 219.

Het is van belang te weten dat enkel een klein deel van de aanvragen uiteindelijk aanleiding geeft tot een vergoeding, het betreft voornamelijk de gevallen waarbij de ernstgraad is bereikt overeenkomstig de wet medische ongevallen en voor zover het Fonds oordeelt dat het gaat om een medisch ongeval zonder aansprakelijkheid of een medisch ongeval met aansprakelijkheid en wanneer de zorgverlener of zijn verzekeraar de aansprakelijkheid betwist.

Er is een duidelijk overgewicht van het aantal ingediende dossiers naar aanleiding van een orthopedische verstrekking die meer dan 40 % van het totaal uitmaken. Alle andere domeinen liggen onder de 15 %.

2) Het activiteitenverslag 2019 van het Fonds werd op 10 november 2020 op de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) gepubliceerd.

3) Het merendeel van de dossiers ter behandeling bij het Fonds bevindt zich in fase 2 (i.e. de medisch-juridische analyse ten gronde met al dan niet een externe expertise die eindigt met een finaal gemotiveerd advies). De procedure in dit stadium neemt immers de meeste tijd in beslag.

Voor alle dossiers geldt normaliter het principe first in first out. Dossiers met een zware schade of zware emotionele belasting, zoals het overlijden van een kind, worden evenwel met prioriteit behandeld. Het spreekt voor zich dat dit vaak zeer ingewikkelde dossiers zijn die veel expertise vereisen.

4) Aangezien patiënten zich tot verschillende instanties kunnen richten in geval van een medisch ongeval, is het meteen ook duidelijk dat de rapportering van het Fonds geen volledig beeld vormt van de medische ongevallen die zich voordoen. Een centralisatie van de gegevens omtrent de medische ongevallen is enkel mogelijk indien door alle betrokken instanties open gecommuniceerd wordt.

Het is van belang dat er na een medisch ongeval waarbij er mogelijke schade is toegebracht aan een patiënt een open gesprek op gang komt tussen de betrokken zorgverlener(s) en de patiënt. Een «open disclosure» is raadzaam om tegemoet te komen aan de behoeften van de patiënt en alle betrokkenen.

5) In 2019 werd er door de directie en de coördinatoren ingezet op het optimaliseren van de procedures. Daarnaast tracht het Fonds in overleg met het beheerscomité eenvoudige dossiers versneld af te werken.

De geleverde inspanningen volstaan echter niet, een meer fundamentele aanpak is vereist om de achterstand in het wegwerken van dossiers op te lossen. Dat is absoluut nodig. Ik ben een eerste maal in gesprek getreden met de verantwoordelijken van het Fonds om te kijken hoe we de problemen kunnen aanpakken.

6) Overeenkomstig artikel 4, 4°, van de wet medische ongevallen zal het Fonds het slachtoffer vergoeden wanneer de verzekeraar, die de aansprakelijkheid dekt van de zorgverlener die de schade heeft veroorzaakt, een voorstel tot vergoeding doet, dat het Fonds kennelijk ontoereikend vindt. In dit geval speelt de ernstdrempel overeenkomstig artikel 5 van onderhavige wet in feite geen rol en is het de aanvrager, die een minnelijk voorstel tot vergoeding ontvangt van de verzekeraar, die bij het Fonds schriftelijk om advies vraagt betreffende dit voorstel (artikel 31, wet medische ongevallen).

Wanneer het Fonds oordeelt dat het gaat om een kennelijk ontoereikend voorstel, wordt de aanvrager vergoed door het Fonds. Het Fonds treedt dan in de rechten van de aanvrager en zal het bedrag terugvorderen via een gerechtelijke procedure, indien de verzekeraar geen minnelijke regeling wenst. In principe is noch de zorgverlener, noch de verzekeraar, noch de rechter gebonden aan het bedrag dat het Fonds heeft vergoed aan de aanvrager. Het is weliswaar zo dat het risico bestaat voor de zorgverlener en zijn verzekeraar dat een forfaitaire vergoeding verschuldigd is aan het Fonds, dat gelijk is aan 15 % van het bedrag van de totale vergoeding dat aan het slachtoffer werd toegekend door het Fonds of, in voorkomend geval, van het bedrag vastgelegd door de rechter, voor zover deze bevestigt dat het voorstel kennelijk ontoereikend was.

Het voorstel van het Fonds bindend maken zou in eerste instantie ook willen zeggen dat er geen beroep meer mogelijk is. In dit geval zou ook de aanvrager niet in beroep kunnen gaan tegen het voorstel van het Fonds, tenzij het zou gaan om een bindende voorwaarde na aanvaarding van de voorstel tot vergoeding door de aanvrager.