Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-695

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen

Cybersurveillance technologie - Export naar landen met autoritaire regimes - Mensenrechtenschendingen - Vergunningsplicht - Overleg met de Gewesten

informatiebeveiliging
China
Nederland
wapenhandel
uitvoervergunning
kunstmatige intelligentie

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
11/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-76

Vraag nr. 7-695 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland is ophef ontstaan doordat een Nederlands bedrijf cybersurveillance technologie levert aan het Chinese ministerie van Openbare Veiligheid. Chinese overheid en dit ministerie in het bijzonder vervullen immers een sleutelrol in de uitbouw van een allesomvattend cybertoezicht op alle Chinese burgers waarbij deze technologie eveneens dient om minderheden en tegenstanders van het regime te onderdrukken (cf. https://decorrespondent.nl/10307/berucht chinees veiligheidsministerie gebruikt nederlandse software die emoties leest/317002092 cae75d58). Dit gaf aanleiding tot diverse parlementaire vragen.

De wapenhandel in België is geregionaliseerd. De Gewesten zijn bevoegd voor de in-, uit- of doorvoer van wapens, munitie, materieel voor militair gebruik of ordehandhaving en de daaraan verbonden technologie. Europese lidstaten hebben de voorbije twee jaar minstens 317 vergunningen verleend voor de export van cybersurveillance technologie. Dat blijkt uit het onderzoeksproject ĞSecurity For Saleğ.

Het is onduidelijk in hoeverre cybersurveillance technologie vergunningsplichtig is en wie hiervoor bevoegd is. Enkel wanneer het gaat over Ğdual useğ technologie valt ze onder de vergunninsplicht.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de bevoegdheid over het afgeven van vergunningen van wapenhandel is een gewestelijke aangelegenheid; buitenlandse handel is dan weer een gedeelde bevoegdheid.

Ik heb dan ook volgende vragen voor de geachte minister:

1) In hoeverre is de export van cybersurveillancetechnologie onderhevig aan een vergunningsplicht? Zo ja, kan u dit uitvoerig toelichten? Zo neen, is het niet aangewezen om de vergunningsplicht te verplichten voor deze technologie?

2) Wat is de huidige stand van zaken in de Europese Raad over het voorstel van de Europese Commissie uit 2016 om de Ğdual useğ verordening te herzien?

3) Bent u het met me eens dat gezichtsherkenningssoftware en emotieherkenningssoftware dient te vallen onder een controlelijst voor cybersurveillancetechnologie in het kader van de Ğdual useğ verordening? Bent u bereid dit actief te bepleiten bij de Europese Unie en in de Europese Raad?

4) Bent u bereid overleg op te starten met de Gewesten om de uitvoer van cybersurveillancetechnologie naar landen met autoritaire regimes waar de technologie mogelijk wordt gebruikt bij mensenrechtenschendingen? Kan u dit zeer uitvoerig toelichten?

5) Werden er wat ons land betreft vergunningen verleend voor de export van cybersurveillancetechnologie? Zo neen, hoe verklaart u dit? Zo ja, kan u uitvoerig toelichten wat betreft het aantal op jaarbasis, de bestemmingslanden, en door welke Gewesten de vergunningen werden verleend?

Antwoord ontvangen op 11 december 2020 :

Sommige cybersurveillancetechnologie valt door haar potentieel dubbele civiele en militaire toepassingen onder de exportcontrole ingevoerd door de zogenaamde Europese dual-use-verordening 428/2009. Dit impliceert dat een in de Europese Unie (EU) gevestigd bedrijf verplicht is om een vergunning aan te vragen voor het exporteren van de bedoelde goederen en technologie buiten de EU. De Verordening vermeldt in bijlage drie types van apparatuur en technologieën waarvoor een vergunning verplicht is:

– systemen voor interceptie of storing van mobiele telefooncommunicatie, en monitoringapparatuur daarvoor (zoals verder toegelicht in de bijlage) en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

– surveillancesystemen of -apparatuur voor netwerkcommunicatie van het internetprotocol (IP) en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen (onder bepaalde parameters);

– software, kennis en systemen, apparatuur en onderdelen daarvan, speciaal ontworpen of aangepast voor het maken, controleren en besturen of leveren van «inbraakprogrammatuur».

De verordening van 2009 bevat ook een bepaling die de lidstaten de mogelijkheid biedt om bijkomende vergunningsplichten op te leggen voor specifieke producten die niet in de lijst opgenomen zijn.

Het is u bekend dat de afgifte van vergunningen voor de export van goederen voor tweeërlei gebruik een gewestelijke bevoegdheid is en ik verwijs u dan ook door naar de gewesten voor verdere vragen.

De onderhandelingen in de Europese Raad zijn gestart in 2016 en hebben uiteindelijk in juni 2019 geleid tot een onderhandelingsmandaat voor de trialogen met het Europese Parlement. De nieuwe wetgeving voert een definitie in voor cybersurveillancetoepassingen en voert een «catch-all»-clausule in die specifiek aan deze middelen is gewijd. De nieuwe verordening omvat ook een coördinatiemechanisme op EU-niveau dat een grotere uitwisseling tussen de lidstaten met betrekking tot de uitvoer van dergelijke goederen mogelijk maakt.

In deze trialoog tussen het Europees Parlement en het Duitse voorzitterschap van de Raad is op 9 november 2020 een akkoord bereikt. De nieuwe verordening moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement in de plenaire vergadering en de Raad volgend voorjaar.

Het potentiële gebruik van technologie van schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair recht is vanzelfsprekend een aandachtspunt. Gezien de afgifte van vergunningen voor goederen met tweeërlei gebruik een gewestelijke bevoegdheid betreft, verwijs ik naar de gewesten voor concrete indicaties over hun standpunten dienaangaande. Mijn diensten hebben ook regelmatig contact met hen.

Voor concrete cijfers verwijs ik u ook naar de afzonderlijke gewesten die de eventuele vergunningen afleveren. Ik kan u echter al melden dat België in 2019 en 2020 geen goederen van dit type heeft uitgevoerd.