Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-689

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen

Gewesten en Gemeenschappen - Besparingen van de federale overheid - Invloed op het buitenlandse beleid

gewesten en gemeenschappen van België
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
buitenlands beleid
overheidsuitgave
bezuinigingsbeleid

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
11/12/2020Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-25

Vraag nr. 7-689 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale regering heeft tal van besparingsmaatregelen aangekondigd die rechtstreeks raken aan de gemeenschapsbevoegdheden en de gewestbevoegdheden. Hierdoor kunnen zonder twijfel bepaalde vroegere samenwerkingsakkoorden niet langer op een identieke wijze voortgezet worden. Ook het buitenlands beleid zal niet ontsnappen aan de besparingsplannen van de federale overheid. Dit kan rechtstreeks gevolgen hebben voor de buitenlandse betrekkingen of de organisatie ervan voor de Gewesten en Gemeenschappen.

1) Welke samenwerkingsprojecten dienen aangepast te worden ingevolge de besparingen die de federale overheid oplegt op het vlak van de buitenlandse zaken?

2) Welke projecten dienden te worden stopgezet?

3) Wat was de invloed van de besparingspolitiek van de federale overheid binnen het buitenlands beleid van de Gewesten en Gemeenschappen?

4) Werd door de minister hierover overleg gepleegd met de collega's uit de Gewest- en Gemeenschapsregeringen?

Antwoord ontvangen op 11 december 2020 :

De deelstaten en de federale overheid delen informatie, bepalen gemeenschappelijke standpunten en evalueren internationale verdragen. Daarnaast staan onze vertegenwoordigingen in voor de accreditering van de vertegenwoordigers van de gewesten en gemeenschappen.

Het buitenlands beleid wordt dus gevoerd door goede relaties en communicatie, maar gewoonlijk niet door specifieke gemeenschappelijke projecten. De deelstaten staan niet in voor het beheer of de uitvoering van projecten van de federale overheid, en omgekeerd voeren de federale posten de projecten van de deelstaten niet uit.

Het meest zichtbare gevolg van de besparingen bij de gewesten de voorbije jaren valt allicht te noteren bij het Agentschap voor buitenlandse handel (ABH), waarin zowel de gewesten als de federale overheid vertegenwoordigd zijn. Het relatief gewicht van de federale overheid in de financiering van dit Agentschap is toegenomen. Waar de federale financiering aanvankelijk voorzien was op 50 % van het totaal, bedraagt deze momenteel 70 %.

In praktijk is het zo dat op posten waar geen vertegenwoordigers van de gewesten of gemeenschappen aanwezig zijn, de federale diplomaten vaak gewest- en gemeenschapsmateries opvolgen, in rechtstreeks contact met de betrokken gewestelijke of gemeenschapsautoriteiten. In de praktijk loopt dit vlot, maar het zou druk kunnen uitoefenen op de middelen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken. Omgekeerd kunnen budgettaire keuzes van de federale overheid ook een impact hebben op de mogelijkheid om deze taken op te vangen.