Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-661

van Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) d.d. 22 september 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken

Juridisch systeem - Burgerlijke zaken - Rechtbank van eerste aanleg - Principe van een alleen zetelende rechter - Uitzondering - Rechtbank met drie rechters - Toepassing voor de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank

rechtsvordering
burgerlijke rechtsvordering
magistraat
judiciėle rechtspraak
arbeidsrechtspraak
commerciėle rechtspraak

Chronologie

22/9/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/10/2020)
1/10/2020Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-778

Vraag nr. 7-661 d.d. 22 september 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de normale gang van zaken worden burgerlijke zaken behandeld door een alleen zetelend rechter. In uitzonderlijke gevallen is het wel mogelijk om beroep te doen op een rechtbank met drie professionele rechters. Een kamer met drie rechters is te verantwoorden op grond van de financiėle of maatschappelijke aard van de zaak, de juridische omvang of het complexe karakter van de zaak.

Uit het boek «Justice in time» van auteur Simon Deryckere blijkt dat er verschillende voordelen zijn verbonden aan een samenstelling met drie rechters:

– de werklast kan beter worden verdeeld en is specialisatie mogelijk binnen het dossier;

– het verhindert dat bij het wegvallen van een rechter (om welke reden dan ook) alle kennis van het dossier van nul terug moet worden opgebouwd.

Ook binnen Justitie zelf wordt dit evidente principe erkend. Op het niveau van de hoven van beroep wordt thans in de regel gezeteld door een alleen zetelend magistraat. Met toepassing van artikel 109bis, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek kan in uitzonderlijke gevallen evenwel worden verzocht om een college van drie magistraten. De beslissing hierover komt toe aan de voorzitter.

Hoewel het principe erkend wordt, wordt ze niet algemeen toegepast. Zo is in eerste aanleg deze mogelijkheid uitsluitend voorzien voor de rechtbank van eerste aanleg.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Er zijn verschillende instanties bevoegd voor het justitiebeleid. De Gemeenschappen zijn namelijk bevoegd voor het vervolgingsbeleid, jeugdsanctierecht, eerstelijns juridische bijstand en justitiehuizen. Het is echter de federale overheid die bevoegd is voor de organisatie van het Belgische gerecht. Zo is de federale minister van Justitie bevoegd voor het gevangeniswezen, de administratieve rechtscolleges en de rechterlijke orde.

Graag had ik hieromtrent dan ook een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Als deze mogelijkheid voorzien is voor de rechtbank van eerste aanleg, waarom dan niet voor de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank? Het zou logischer zijn om hier, in uitzonderlijke gevallen, ook te laten oordelen door drie rechters. Wanneer men in hoger beroep gaat bij de ondernemingsrechtbank, wordt de zaak alsnog door drie rechters behandeld.

2) Bij hoeveel zaken is men in hoger beroep gegaan bij de ondernemingsrechtbank? Graag kreeg ik dat aantal op het totale aantal zaken gevoerd door de ondernemingsrechtbank per gerechtelijk arrondissement.

3) Bent u van plan om ook, in uitzonderlijke gevallen, drie rechters te laten oordelen in de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank? Zo ja, waarom heeft u dit niet vroeger gedaan? Zo neen, waarom niet?

4) Hoeveel (alleen zetelende) rechters zijn weggevallen in de ondernemingsrechtbank en de arbeidsrechtbank in 2019? Hoelang liepen procedures vertraging op (gemiddeld)? Graag kreeg ik het aantal per gerechtelijk arrondissement.