Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-588

van Bob De Brabandere (Vlaams Belang) d.d. 5 juni 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken

Extreemlinkse gewelddadige groeperingen - Groeperingen actief in België

extremisme
extreem links
radicalisering

Chronologie

5/6/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/7/2020)
7/8/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-589

Vraag nr. 7-588 d.d. 5 juni 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bepaalde aspecten van Justitie zijn deelstaatbevoegdheden, zodat dit een transversale aangelegenheid is.

Recent verklaarde de Amerikaanse president Trump dat hij de organisatie ŤAntifať op de binnenlandse lijst van terreurgroeperingen zou plaatsen. Hij acht de groepering verantwoordelijk voor het ophitsen en mee aansturen van de gewelddadige rellen die de Verenigde Staten van Amerika naar aanleiding van het overlijden van George Floyd na een onnodig hardhandig optreden van een Amerikaanse politieagent. Ook in dit land zijn er verschillende groeperingen actief die gebruik maken van de vlag van ŤAntifať.

Ik had de geachte minister dan ook graag het volgende gevraagd:

1) Hoeveel en welke extreemlinkse groeperingen in dit land die actief en geweldbereid zijn worden door de politiediensten en de Veiligheid van de Staat gevolgd? Over hoeveel personen gaat het?

2) Hoeveel van deze mensen worden actief gevolgd?

3) Hoe hoog schat de geachte minister het risico in dat deze groeperingen ook in België zullen aansturen op gewelddadige rellen?

Antwoord ontvangen op 7 augustus 2020 :

Het gewelddadig links extremisme omvat de groepen en verenigingen die hun toevlucht nemen tot geweld of het gebruik hiervan rechtvaardigen om de maatschappij en de democratische en grondwettelijke orde omver te werpen, die zij als onhervormbaar beschouwen en verwerpen vanwege de inbreuk die deze zouden maken op de individuele vrijheden en vanwege de onderdrukking van arbeiders, vrouwen, immigranten, transgenders, enz. In België krijgt het voet aan de grond in Vlaanderen en Wallonië, maar vooral in Brussel. Er kunnen drie grote stromingen worden onderscheiden:

–  het opstandig anarchisme;

–  het revolutionair communisme;

–  de anarchistische groepen achter de «Black Blocs».

De opstandige anarchisten moedigen het plegen van aanslagen aan, hier en nu, tegen de veiligheidsapparaten van de Staat, elektronische bewakingsmiddelen, de telecominfrastructuur en de infrastructuur voor het transport van personen, eigendommen en energie. Door deze stromen te onderbreken willen zij met deze acties de samenleving lamleggen, alsook de Staat verhinderen om zijn soevereine functies uit te oefenen. De handelingen worden alleen of in kleine geïmproviseerde groepjes van twee of drie personen gesteld, als reactie op oproepen die in het bijzonder online worden verspreid. Ze worden nooit opgeëist, hoogstens ter inspiratie vermeld in opstandig-anarchistische publicaties.

Volgens de revolutionaire communisten is de gewapende strijd noodzakelijk voor de omverwerping van het «kapitalistisch en imperialistisch systeem van uitbuiting en onderdrukking». Hoewel ze blijven wachten op de «Grand Soir» van de revolutie, leggen ze zich echter niet meer toe op de gewapende strijd. Wel leveren ze morele steun aan eenieder die deze opneemt. Hun officiële activiteiten bestaan uit propaganda waarin ze het lot hekelen van zogenaamde «politieke gevangenen» in het Westen, die in feite schuldig zijn bevonden aan misdrijven, en waarin ze de zaak verdedigen van de revolutie in Rojava (noordoostelijk deel van Syrië dat gedeeltelijk onder Koerdische controle is). Verschillende revolutionaire communisten uit België of die in België wonen, verblijven in Rojava of hebben er verbleven. Sommigen hebben er een militaire opleiding gevolgd (omgang met wapens en gebruik van explosieven, schieten en tactiek) en ervaring opgedaan aan het front.

De revolutionaire communisten hebben toenadering gezocht tot anarchistische groepen die ervaring hebben met het gebruik van geweld in de vorm van «Black Blocs». Deze groepen claimen «Antifa» te zijn, maar de zaken waarvoor ze opkomen gaan verder dan louter antifascisme. Ook zij vormen «Black Blocs» bij antiautoritaire of antikapitalistische samenscholingen op straat. In de marge van de «Black Lives Matter»-betoging op zondag 7 juni 2020 gingen «Black Bloc»-deelnemers en radicale demonstranten de confrontatie aan met de ordediensten (gooien met kasseien) aan het Koningsplein.

Het anarchistisch en extreemlinks geweld neemt in België dus volgende vormen aan:

1. aanprijzen van geweld voor opstandige of revolutionaire doeleinden;

2. aanslagen op eigendommen en infrastructuren;

3. schermutselingen tijdens samenscholingen op straat.

Heden staan de aanslagen gericht tegen eigendommen en infrastructuren op een laag pitje. Sinds 2017 nemen ze zelfs zowel in aantal als in hevigheid af. Niettemin verscheen op 8 april 2020 op een website die gelinkt wordt aan Belgische extreemlinkse milieus een oproep om in april en mei 2020 gsm-masten en hoogspanningsmasten te vernietigen en om politieagenten en gevangenispersoneel aan te vallen. De daad werd echter nauwelijks bij het woord gevoegd. Er vielen enkele gevallen van brandstichting in politievoertuigen en aan een zendmast te betreuren, die in dit stadium niet met zekerheid aan iemand kunnen worden toegeschreven. Heel wat opstandige anarchisten die tot dergelijke acties in staat zijn wonen in Brussel, in gebouwen die illegaal betrokken worden. Hun aantal wordt geschat op een kleine twintig personen. Het is niet eenvoudig om de activisten te onderscheiden van de gewone opstandig-anarchistische sympathisanten.

Een Black Bloc kan wel honderd personen bijeenbrengen, die aansluiten bij protestmarsen die in mindere of meerdere mate radicaal van aard zijn, om zo tot de «kritische massa» te komen die nodig is voor een confrontatie met de ordediensten en de ontketening van straatgeweld. Er kan worden vastgesteld dat zij hier op heden niet in geslaagd zijn, in tegenstelling tot hun Franse tegenhangers. De harde kern van de revolutionaire communisten telt een tiental leden, die zich bezighouden met propaganda-activiteiten, die in het bijzonder draaien rond de rechtvaardiging van en het aanzetten tot de gewapende strijd voor antikapitalistische en anti-imperialistische doeleinden.