Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-583

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 3 juni 2020

aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking

Coronacrisis - Sector van de supermarkten - Algemene prijsstijging - Bescherming van de consument - Maatregelen (Covid-19)

infectieziekte
epidemie
grootwarenhuis
bescherming van de consument
prijsstijging

Chronologie

3/6/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/7/2020)
9/7/2020Antwoord

Vraag nr. 7-583 d.d. 3 juni 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

De stormloop naar de supermarkten sinds het begin van de lockdown heeft de overheid er vrij snel toe genoodzaakt elke vorm van verkoopspromotie te verbieden om het hamsteren en de drukte tussen de winkelrekken te voorkomen. Door die maatregel werden supermarktaankopen 5 tot 6% duurder dan in het begin van de maand maart 2020, aldus verbruikersorganisatie Test-Aankoop. Normaal was het wachten op het begin van de maand april, wanneer de aanvankelijk geplande promotionele prijskortingen weer toegelaten waren, om de prijzen met ongeveer 1% te zien dalen. Maar ondanks de herinvoering van die promotionele aanbiedingen stellen we vast dat de prijzen in sommige winkels nog steeds 4 en 3% hoger zijn dan bij het begin van de maand maart, zegt de verbruikersorganisatie. Erger nog, de waargenomen tendens gaat zelfs in de tegengestelde richting. Bij een grote distributieketen zijn de prijzen nu maar liefst 5,2% hoger dan begin maart. Over dezelfde periode stegen de prijzen in een andere winkelketen met 4,1% en bij een andere distributeur met 3,7%.

De consument betaalt dus wel degelijk nog steeds veel meer voor zijn boodschappen dan voor de lockdown.

De Covid-19-crisis was financieel voor veel gezinnen al een zware dobber, maar het is onaanvaardbaar dat de sector van de supermarkten, die geen (of maar weinig) nadeel heeft geleden door de lockdownmaatregelen, op schaamteloze wijze zijn prijzen optrekt en zo de koopkracht van de Belgen verder aantast.

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de Senaat omdat ze transversaal is: het beleid inzake de bestrijding van Covid-19 is een federale materie. Economie is een Gewestbevoegdheid. De uitvoering van de exitmaatregelen is bovendien ook een bevoegdheid van de deelstaten.

Overweegt uw departement maatregelen om de door de verbruikersorganisatie vastgestelde plotselinge prijsstijging in toom te houden? Dit zou een lichtpunt zijn voor de consumenten, die al zwaar beproefd zijn in deze moeilijke tijden.

Antwoord ontvangen op 9 juli 2020 :

In het kader van de werkzaamheden van de Economic Risk Management Group, monitoren Statbel en de federale overheidsdienst (FOD) Economie, die in opdracht van het Instituut voor nationale rekeningen (INR) ook de analyses van het Prijzenobservatorium uitvoert, het verloop van de consumptieprijzen van voedingsmiddelen en andere courante productgroepen. Het Prijzenobservatorium is in zijn eerste kwartaalverslag 2020 uitgebreid teruggekomen op de prijsontwikkeling in de meest recente periode na het uitbreken van de crisis. Dit rapport is in mei gepubliceerd geweest.

Het Prijzenobservatorium stelde vast dat de impact van de crisis op de Belgische inflatie beperkt was in het eerste kwartaal 2020. Zo is de totale inflatie in België gedurende het eerste kwartaal gedaald van 1,4 % in januari naar 0,4 % in maart. Dezelfde trend kan worden waargenomen in de buurlanden, aangezien de gemiddelde totale inflatie is gedaald van 1,7 % in januari naar 1,1 % in maart. Deze daling werd vooral veroorzaakt door de versnelling van de daling van de energieprijzen. In België is de negatieve inflatie voor energie in de loop van de maanden geëvolueerd van -0,3 % naar -11,8 % tussen januari en maart 2020. Deze prijsdaling op jaarbasis kan dus worden verklaard door de wereldwijde gezondheidscrisis, die de vraag naar olie aanzienlijk heeft beïnvloed. Bovendien was het olieaanbod nog zeer hoog. In de buurlanden van België werd de inflatie voor energie ook negatief in maart 2020 (-2,6 %).

Op basis van de gegevens die voor de berekening van de consumptieprijsindex worden verzameld, werd door Statbel vastgesteld dat het verbod op kortingen een belangrijke impact heeft gehad op de prijzen van courant aangekochte producten, zogenaamde fast moving consumer goods (voeding, niet-alcoholische dranken, onderhoudsproducten, dierenvoeding en lichaamsverzorgingsproducten). Kortingen maken in normale marktomstandigheden een significant onderdeel uit van de eindprijzen voor de consument. Het verbod was echter tijdelijk, het is ondertussen al opgeheven. Ook andere factoren hebben gezorgd voor een stijging van de prijzen. Zo was er al sinds het begin van het jaar een te verwachten opwaartse prijstrend merkbaar voor tal van consumentenproducten (voeding en niet-voeding), welke zich de afgelopen maanden verder heeft gezet, en spelen ook klimatologische omstandigheden en seizoenfactoren een rol. In het eerste kwartaalverslag 2020 van het Prijzenobservatorium lezen we dat de prijzen voor voeding tussen maart en april gemiddeld toenamen met 1,68 %, dus heel wat minder dan de 5 % die in sommige media werd aangehaald. De inflatie voor levensmiddelen was echter in maart bovendien lager in België dan in de voornaamste buurlanden. In april kwam de inflatie voor levensmiddelen uit op 3,3 % in België, 3,1 % in Nederland, 4,0 % in Duitsland en 4,8 % in Frankrijk.