Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-57

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 september 2019

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Buitenlanders - Aanvraag van een tijdelijk visum - Buitenlandse studenten - Gevolgen voor het onderwijsbeleid van de Gemeenschappen - Invloed op de uitstraling van de Vlaamse en Franstalige universiteiten - Overleg met de Gemeenschappen

buitenlandse student
universiteit
toelating van vreemdelingen

Chronologie

19/9/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/10/2019)
1/10/2020Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-807

Vraag nr. 7-57 d.d. 19 september 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voormalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie wenst voor buitenlanders die een tijdelijk visum aanvragen een administratieve taks op te leggen van 160 euro. Sinds 2 maart 2015 dient iedere vreemdeling namelijk bij te dragen in de administratieve kosten van een visumaanvraag. Ook buitenlandse studenten van buiten de Europese Unie dienen deze taks te betalen.

Uiteraard grijpt dit ernstig in op het beleid van de Gemeenschappen op het vlak van onderwijs. Zo dienen ook beursstudenten deze taks te betalen.

Het gevolg is dat de Gemeenschappen, via het betalen van de beurs, eigenlijk verantwoordelijk worden voor het betalen van deze federale nieuwkomerstaks. Er ontstaat zo een financiële transfer van de Gemeenschappen naar de Federale Staat.

1) Hoe kan de geachte minister verantwoorden dat er een transfer ontstaat van Vlaanderen naar de Federale Staat?

2) Werd er over het invoeren van de nieuwkomerstaks enig overleg gepleegd met de Gemeenschappen?

3) Is men zich bewust van de rechtstreeks ingrijpen in de onderwijsbevoegdheid van de Gemeenschappen?

4) Heeft men onderzocht welke gevolgen dit zal hebben voor de uitstraling van de Vlaamse en Franstalige universiteiten in het buitenland?

5) Is deze beslissing van de toenmalige staatssecretaris onderwerp geweest van de besprekingen binnen het Overlegcomité?

6) Hoe kan men zulke asociale maatregel nemen, die geen enkele rekening zal houden met de financiële draagkracht van de buitenlandse student?

7) Werd deze maatregel besproken op Europees vlak?

8) Wenst men een daling van het aantal buitenlandse studenten in onze universiteiten en zo ja, waarom?