Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-563

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 19 mei 2020

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Partnergeweld - Referentiemagistraten en referentieambtenaren van de politie inzake partnergeweld- Lijsten- Update - Centrale instelling - Aanwijzing - Diensten voor hulp aan het slachtoffer - Terbeschikkingstelling (Covid-19)

huiselijk geweld
slachtofferhulp
politie
magistraat
epidemie
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

Chronologie

19/5/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/6/2020)
18/6/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-562

Vraag nr. 7-563 d.d. 19 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

De omzendbrief COL 4/2006 van het College van procureurs-generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld bepaalt dat referentiemagistraten en referentieambtenaren van de politie moeten worden aangewezen binnen respectievelijk elk gerechtelijk arrondissement en elke politiezone.

Verschillende actoren op het terrein betreuren dat er tot op heden nog geen instelling bestaat met als taak de lijsten van referentiepersonen te centraliseren. Die lijsten zouden dus bijgevolg niet altijd up-to-date zijn, waardoor het soms moeilijk is om te weten wie de toevluchtpersonen bij de politie en bij Justitie zijn.

In het kader van de Covid-19-crisis zag men tijdens de eerste weken van de lockdown een verdubbeling van het aantal oproepen naar de twee telefonische hulpnummers voor slachtoffers van partnergeweld. Experten vrezen dat dit wijst op een significante toename van het partnergeweld.

1) Moet er niet dringend een centrale instelling worden aangewezen en moet er niet dringend worden toegezien op een goede update van de lijsten van referentiepersonen?

Immers, een instelling met als taak het opstellen en up-to-date houden van de lijst van alle referentiepersonen inzake partnergeweld bij de parketten en bij de verschillende politiezones, is een prioriteit voor een maximale samenwerking tussen alle betrokken actoren, zowel van het federale niveau als van de deelstaten.

2) Zou die taak van de centralisatie van de lijsten kunnen worden toegewezen aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen?

3) Moet die lijst, eens ze is uitgewerkt, niet systematisch ter beschikking van de verschillende diensten en van de diensten voor slachtofferhulp worden gesteld?

Antwoord ontvangen op 18 juni 2020 :

Voor het antwoord op de vraag verwijs ik naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 7-562 gesteld aan de minister van Justitie.