Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-56

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 september 2019

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Congolese en Marokkaanse gemeenschappen - Uitspraken - Gevolgen - Bilaterale contacten met de Gemeenschappen en zelforganisaties

Democratische Republiek Congo
culturele identiteit
integratie van migranten
etnische groep
Marokko

Chronologie

19/9/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/10/2019)
1/10/2020Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-806

Vraag nr. 7-56 d.d. 19 september 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In mijn parlementaire vraag nr. 6 230 van 14 november 2014 vroeg ik of de toenmalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie al ernstig overleg had gepleegd met de Gewesten en Gemeenschappen en via deze laatsten met de lokale en bovenlokale etnisch culturele zelforganisaties van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen.

In zijn zeer beperkt antwoord van 12 januari 2015 schrijft de toenmalisge staatssecretaris: "Sedert mijn aantreden in oktober heb ik volop ingezet op het leggen van bilaterale contacten. Zo kan ik u meedelen dat ik reeds verschillende delegaties heb ontvangen."

1) Kan de geachte minister mij meedelen wanneer die gesprekken werden gevoerd met de Gewesten en de Gemeenschappen over zijn uithaal naar de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen? Met wie werden die gesprekken gevoerd?

2) Wanneer had de toenmalige staatssecretaris contact gehad met de verschillende lokale en bovenlokale etnisch culturele zelforganisaties van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen?

3) Hoe reageerden deze lokale en bovenlokale zelforganisaties op de uitspraken van de toenmalige staatssecretaris?

4) Hebben de gemeenschapsministers bevoegd voor Cultuur en Integratie zich uitgesproken over de ongelukkige uitspraken van de toenmalige staatssecretaris?

5) Is de geachte minister het met mij eens dat we vandaag veeleer moeten verbinden in plaats van verdelen en dat zijn uitspraken bijzonder kwetsend waren voor belangrijke groepen in onze samenleving?

6) Is ze bereid om in het beleid de Gemeenschappen te betrekken, zodat zij een beter zicht krijgt op de maatschappelijke problemen en uitdagingen en op de meerwaarde van de Congolese en Marokkaanse gemeenschappen in ons land?