Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-540

van Carina Van Cauter (Open Vld) d.d. 11 mei 2020

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Georganiseerde misdaad - Nederland - Offensief tegen ondermijning - Gelijkaardig initiatief in België

georganiseerde misdaad
Nederland
misdaadbestrijding

Chronologie

11/5/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2020)
11/6/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-539

Vraag nr. 7-540 d.d. 11 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Nederlandse kabinet zet een breed offensief in tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Er wordt ingezet op versterking van de aanpak van de criminele (drugs)industrie en het weerbaarder maken van de samenleving tegen het gif van crimineel geld, bedreigingen, intimidaties en liquidaties waardoor ondermijning dreigt.

Het kabinet heeft bij zijn aantreden de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit geïntensiveerd met onder meer de 100 miljoen euro in het anti-ondermijningsfonds en wetgeving. Het offensief wordt nu verbreed en versterkt met een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen en extra investeringen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid komt in het voorjaar van 2020 met een uitgewerkt plan met focus op: oprollen, afpakken en voorkomen.

Er wordt gewerkt aan de inrichting van een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) bij de landelijke eenheid van de politie dat kan schakelen op verschillende niveaus: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. Het interventieteam bestaat uit verschillende specialisten op het gebied van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing van onder meer de politie, Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) en Koninklijke Marechaussee. Hierbij worden de mogelijkheden van informatiedeling waar nodig vergroot.

Het MIT zet in op het afbreken van machtsposities van criminele kopstukken en hun facilitators, het verstoren van ondermijnende bedrijfsprocessen en opwerpen van barrières voor misbruik van de legale economie en infrastructuur. De aanpak is intelligence gedreven en gericht op het blootleggen van criminele geldstromen en het afpakken van crimineel vermogen. Hierbij wordt meer samengewerkt met private partijen, zoals branches en bedrijven. Voor het operationeel krijgen van het team specialisten wordt ingezet op versnelde opleiding en werving.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Momenteel is er nog geen nieuw nationaal veiligheidsplan. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op het Nederlandse initiatief om een anti-ondermijningsfonds van 100 miljoen euro op te zetten? Bestaat er een gelijkaardig initiatief in België? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u dit toelichten?

2) Er wordt in Nederland ingezet op een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) bestaande uit verschillende specialisten op het gebied van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing van onder meer de politie, FIOD en Koninklijke Marechaussee. Bestaat er een gelijkaardige aanpak bij ons? Zo ja, kan u toelichten wat de mensen en de middelen zijn? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u de resultaten toelichten?

3) Kan u meedelen hoe u de aanpak van georganiseerde misdaad meer intelligence gedreven maakt en richt op het blootleggen van criminele geldstromen en het afpakken van crimineel vermogen? Kan u dit zeer concreet en projectmatig toelichten?

4) Hoe werd er de jongste jaren ingezet op de versterkte samenwerking met private partijen, zoals branches en bedrijven? Kan u dit concreet toelichten? Wil u dit aansterken?

5) Hoe wordt er ingezet op versnelde opleiding en werving wat betreft financiële opsporing van crimineel geld en het in beslag nemen van crimineel vermogen?

6) Kan u gedetailleerd toelichten op jaarbasis en dit wat betreft de jongste drie jaar hoeveel crimineel vermogen op jaarbasis in beslag werd genomen? Kan u de cijfers duiden?

Antwoord ontvangen op 11 juni 2020 :

1) Er bestaat in België geen anti-ondermijningsfonds zoals dit in Nederland recent is opgericht. De Belgische politiestructuur is echter fundamenteel verschillend van de Nederlandse.

Wij hebben immers een component van de federale politie, met name de federale gerechtelijke politie, die als kernopdracht heeft de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit. Met andere woorden, de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit is sedert de politiehervorming structureel ingebed in ons Belgisch politiebestel, en zowel de centrale diensten van de federale gerechtelijke politie als alle gedeconcentreerde diensten (FGP) investeren hierin.

2) De aanpak van de georganiseerde criminaliteit was inderdaad een prioriteit in het vorige Nationaal Veiligheidsplan (NVP), en de federale politie heeft niet gewacht op het nieuwe NVP om dit werk verder te zetten. Er werd recent een programma «georganiseerde criminaliteit» opgericht, dit wil zeggen dat dit maatschappij-ontwrichtend fenomeen integraal en geïntegreerd wordt aangepakt, met ander woorden zowel preventief als repressief en met betrokkenheid van meerdere partners. Hoofdaccenten in dit nieuwe programma zijn onder meer de verdere uitbouw van de beeldvorming, de vermogensontneming en de bestuurlijke handhaving.

Dat wat het strategische niveau betreft.

Momenteel zijn de belangrijkste projecten:

–  de aanpak van de sociale fraude, waarbij diensten van de federale overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid, FOD Financiën, geïntegreerde politie, bijzondere inspectiediensten en magistratuur met elkaar samenwerken;

–  de aanpak van de cocaïnehandel binnen de haven Antwerpen en de ruime omgeving (het zogenaamde Stroomplan). Hier is er een sterke samenwerking tussen overheidsdiensten en private actoren binnen de haven;

–  de aanpak van terrorisme en gewelddadige radicalisering door middel van doorgedreven controles van verenigingen zonder winstoogmerl (VZW), handelsondernemingen, bedrijven die in verband kunnen gebracht worden met deze activiteiten (het zogenaamde Kanaalplan). Hier is de regie in handen van de parket-generaal van Brussel.

3) Een effectieve en efficiënte aanpak van de georganiseerde criminaliteit vereist een kwaliteitsvolle beeldvorming, zowel op strategisch vlak (ernst en omvang van de verschillende verschijningsvormen van georganiseerde criminaliteit) als tactisch vlak (inzicht in de concrete daderstructuren). De strategische beeldvorming gebeurt binnen de federale gerechtelijke politie door een specifieke bevraging (onder andere inzake de activiteiten en de evoluties hierin, de structuur van de organisaties, hun expertise en flexibiliteit, hun financiële middelen, hun contra-strategieën, enz.). Dit initiatief vloeit voort uit de oriëntatienota inzake de aanpak van de georganiseerde criminaliteit in 1998. Daarnaast zijn er in verschillende gedeconcentreerde directies van de federale gerechtelijke politie initiatieven lopende met betrekking tot de tactische beeldvorming. Initiatieven worden ook genomen op het centraal niveau van de federale gerechtelijke politie. Sinds 2019 is er overleg tussen de federale gerechtelijke politie, het College van procureurs-generaal en het federaal parket om de inspanningen inzake tactische beeldvorming meer te stroomlijnen binnen de federale gerechtelijke politie.

Bij deze beeldvorming wordt extra aandacht besteed aan het ontnemingsverhaal. Wat het achterhalen van het financiële vermogen van criminele organisaties betreft is er de informatie uit de doormeldingen van de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) aan de parketten, de gegevens uit de lopende onderzoeken en de informatie beschikbaar door een doorgedreven bestuurlijke aanpak.

4) Wat het preventieve witwassysteem betreft werken – mede onder druk van de Financial Action Task Force (FATF) – de overheden en de meldingsplichtige ondernemingen en beroepen steeds vaker samen in het uitwisselen van informatie die moet leiden tot een effectievere en efficiëntere detectie van het witwassen van gelden. Good practices, opleidingen op basis van geanonimiseerde cases, enz., het zijn maar enkele instrumenten van dergelijke samenwerkingen.

Daarnaast is er de bestuurlijke aanpak, waarbij men onder andere door het oprichten van proeftuinen getracht heeft de hiaten in wetgeving te detecteren en aan te passen. Dit zal toelaten deze bestuurlijke aanpak in de toekomst nog efficiënter aan te wenden. Uiteraard kan dit sterk verschillen per criminele organisatie: afhankelijk van het activiteitendomein van de organisatie, zullen deze of gene (private) partners worden betrokken.

5) Het financieel onderzoek en de ontneming van illegale vermogens staat, stond reeds ingeschreven in de Kadernota Integrale Veiligheid (KIV) en het Nationaal Veiligheidsplan 2016-2019, verlengd tot 2020, en nu is eveneens hernomen als speerpunt in het nieuwe programma voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.

Vermogensontneming is onderdeel van de gespecialiseerde gerechtelijke opleiding. In de meeste gedeconcentreerde gerechtelijke directies (FGP) is een waar «pluk team» opgericht en sedert enkele jaren wordt expertise uitgewisseld met behulp van een netwerk «financieel rechercheren».

6) Jaarlijks worden enkele honderden miljoenen euro’s in beslag genomen, maar mijn diensten beschikken niet over exacte cijfers. Deze vaststelling wordt meegenomen in de opvolging van het nieuwe programma.