Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-535

van Orry Van de Wauwer (CD&V) d.d. 11 mei 2020

aan de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie

Bahrein - Mensenrechtenschendingen - Resolutie nr. 7-142 van de Senaat - Opvolging van de aanbevelingen - Internationale fora - Acties van België

Bahrein
rechten van de mens

Chronologie

11/5/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2020)
3/7/2020Antwoord

Vraag nr. 7-535 d.d. 11 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de plenaire vergadering van vrijdag 14 februari 2020 heeft de Senaat mijn voorstel van resolutie met betrekking tot de mensenrechten in Bahrein na spoedbehandeling aangenomen (stuk Senaat, nr. 7-142/1-2; Senaat, Handelingen nr. 7-8 van 14 februari 2020, blz. 38-43). De reden van spoedbehandeling betrof de nakende uitvoering van de doodstraf voor twee mannen nadat een eerste executie op Kerstavond onder internationale druk werd uitgesteld. Ze zijn veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de protesten rond de Arabische Lente. Ze legden bekentenissen af na foltering, en kregen geen eerlijk proces.

Het aannemen van de resolutie op 14 februari was ook symbolisch belangrijk. Op 14 februari 2011 – dag op dag negen jaar eerder dus – startten de protesten immers in Bahrein. De bevolking kwam er op straat om meer politieke vrijheid en meer respect voor de mensenrechten te eisen. Ironisch genoeg is de situatie in Bahrein er sindsdien enkel op achteruit gegaan. Na het gewelddadig stilleggen van deze protesten door de overheid, zijn de opgeëiste rechten nog meer onder druk komen te staan.

Verschillende mensenrechtenorganisaties wijzen nog steeds op de vele mensenrechtenschendingen, waaronder het opsluiten – tot levenslang – en het ter dood veroordelen van Bahreinse burgers.

In navolging van het aannemen van deze resolutie, informeer ik bij de geachte minister van Buitenlandse Zaken naar de opvolging van de aanbevelingen in de resolutie, en naar wat België hieromtrent kan doen in de internationale fora.

1) Op welke manier heeft de Belgische overheid haar bezorgdheid over de mensenrechtenschendingen en onderdrukking van de democratische rechten van de Bahreinse burgers aangekaart bij de Bahreinse autoriteiten (met inbegrip van de aanbevelingen 1 tot 6 van de resolutie)?

2) Welke reacties heeft de Belgische overheid ontvangen van de Bahreinse autoriteiten?

3) Op welke manier heeft de Belgische overheid de Bahreinse mensenrechtenschendingen aangekaart op internationale fora, en getracht hier een gemeenschappelijk standpunt rond te formuleren? Wat is hier het voorlopige resultaat van?

4) Wat kan en zal de Belgische overheid doen rond deze problematiek in de Human Rights Council of de geplande committee meeting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties?

Antwoord ontvangen op 3 juli 2020 :

Ik deel uw bezorgdheid over de situatie van de mensenrechten in Bahrein en volg deze situatie op de voet via de Belgische ambassade in Koeweit en eveneens via mijn diensten in Brussel.

In de contacten met Bahrein, zowel op administratief als op politiek niveau, maken mensenrechten en de situatie ervan in Bahrein systematisch deel uit van de agenda. België is, zoals u weet, één van de voorvechters voor de afschaffing van de doodstraf wereldwijd. België is principieel tegen de toepassing van de doodstraf in alle omstandigheden. In maart 2019 organiseerde ons land nog het Wereldcongres tegen de doodstraf in Brussel. Dit standpunt wordt eveneens gedragen binnen de Europese Unie (EU), wiens buitenlands beleid hieromtrent worden vormgegeven door de EU Richtsnoeren tegen de doodstraf, die België implementeert. Ook in Bahrein vormt dit één van de prioriteiten van zowel het Belgische en Europese beleid.

Daarnaast maakte België tijdens het laatste Universeel Periodiek Onderzoek van Bahrein een aanbeveling om de resultaten van het Bahrain Independent Commission of Inquiry volledig te implementeren. Deze hielden onder meer verband met onafhankelijk onderzoek naar arrestaties, behandeling van personen die van hun vrijheid zijn beroofd, detentie en vervolging gelinkt met de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vreedzame samenkomst en vrijheid van vereniging. Daarnaast heeft Bahrein tijdens de Universeel Periodiek Onderzoek in 2017 eveneens de aanbevelingen rond het ratificeren van de belangrijkste mensenrechteninstrumenten ondersteund, waaronder het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering waar u gewag van maakt in de resolutie van de Belgische Senaat nr. 7-142/2. Bahrein ondersteunde de voornoemde aanbeveling. Inzake de aanbeveling in de Senaatsresolutie betreffende strategische goederen, verwijs ik u door naar het bevoegde niveau, in casu het gewestelijke.

De dialoog tussen Bahrein en België in het kader van de diplomatieke contacten tussen onze beide landen is continu en mensenrechten worden systematisch besproken in deze contacten.

Op niveau van de Europese Unie bestaat er een regelmatige dialoog met Bahrein inzake mensenrechten – de meest recente vond plaats in november 2019. Verschillende onderwerpen werden hierin met Bahrein bediscussieerd, inclusief arbitraire detentie en represailles. De Europese Unie moedigt Bahrein eveneens aan om alle nationale en internationale verplichtingen inzake mensenrechten na te komen, en de aanbevelingen van het Universeel Periodiek Onderzoek te implementeren.

Ook binnen de VN Mensenrechtenraad hebben zowel de EU als België reeds hun bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in Bahrein uitgesproken, inclusief het recht op een eerlijk proces, en de bezorgdheden rond de politisering van de rechterlijke macht.