Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-513

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 27 april 2020

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

Coronacrisis - Lockdown - Kwaliteit van het rivierwater en van het water van de Noordzee - Luchtkwaliteit - Evolutie - Invloed van de vermindering van het vervoer en van de menselijke activiteit (Covid-19)

infectieziekte
epidemie
luchtverontreiniging
verontreiniging van de waterlopen
vervuiling van de zee
zoetwaterecosysteem

Chronologie

27/4/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
2/6/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-514

Vraag nr. 7-513 d.d. 27 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Al wekenlang, sinds 16 maart 2020, gelden er lockdownmaatregelen voor alle Belgen. Als gevolg daarvan is er een aanzienlijke vermindering van het vervoer – zowel van het weg-, scheeps-, luchtvervoer, als van het lokaal vervoer, het professioneel vervoer en de vrijetijdsverplaatsingen.

De pers en burgers die zich uiten via sociale media (niet enkel in België) geven aan dat er sprake is van een verbetering van de kwaliteit van het rivierwater en van het zeewater evenals van de luchtkwaliteit.

Deze vraag heeft een transversaal karakter en behoort dus tot de bevoegdheid van de Senaat. Milieu is zowel een federale materie als een bevoegdheid van de deelstaten. Bovendien is de Noordzee een federale materie.

1) Beschikt u over precieze informatie die betrekking heeft op de evolutie van de luchtkwaliteit in België sinds het begin van de lockdown?

2) Beschikt u over informatie met betrekking tot enige evolutie, in negatieve of in positieve zin, van de waterkwaliteit in de Belgische rivieren en in de Noordzee?

3) Werden er specifieke metingen georganiseerd van de invloed van de verminderde menselijke activiteit op de kwaliteit van de lucht en van het rivier- en Noordzeewater?

Antwoord ontvangen op 2 juni 2020 :

1) Ik kan bevestigen dat ik me zorgen maak over de luchtkwaliteit en de betrokkenheid van de federale competenties, waarvan sommige onder mijn verantwoordelijkheid vallen. Onder meer de uitvoering van de verordening inzake ecologisch ontwerp of de regels voor het in de handel brengen van verwarmingstoestellen [i] of hun brandstoffen.

Wat de impact van de lockdown betreft, houdt deze voornamelijk verband met de drastische vermindering van het aantal verplaatsingen [de vraag wordt aan de ministers van Telecommunicatie gesteld] en de daaruit voortvloeiende vermindering van het autoverkeer. Ik verwijs naar het document van de interregionale milieucel waarin de gegevens die door de drie Gewesten zijn ingezameld, zijn samengebracht. Zij hebben de gegevens van 19 maart 2020, het begin van de lockdownperiode op 28 maart 2020, al geanalyseerd: «De concentraties van verontreinigende stoffen die rechtstreeks verband houden met het verkeer, zoals NO2, zijn sterk gedaald en liggen dicht bij de niveaus die gewoonlijk in het weekend worden aangetroffen, in het bijzonder voor de meetpunten in de buurt van het verkeer. Deze daling moet echter worden genuanceerd door het feit dat, afhankelijk van andere factoren, waaronder het weer, de concentraties tijdens de week ook lager of hoger kunnen zijn dan de gemiddelde waarden die in het weekend worden waargenomen.»

CELINE meldt ook een fase van vervuiling van fijne deeltjes (PM 2,5 en PM 10) van vrijdag 27 tot en met zaterdag 28 maart in de Gewesten: «Er zijn hoge concentraties van fijne stofdeeltjes (PM 2,5 en PM 10) in de lucht waargenomen […]. Deze hoge concentraties waren een combinatie van verschillende factoren:

–  de vorming van secundaire anorganische deeltjes door de combinatie van ammoniak (NH3) uit de agrarische verspreiding en stikstofdioxide (NO2) die wordt uitgestoten door verbrandingsprocessen (verkeer en huisverwarming), wat men «voorjaarssmog» noemt;

–  de uitstoot van PM door het stoken van hout;

–  de invoer van continentale lucht met verontreinigende stoffen;

–  een mogelijk aandeel van stuifmeel of woestijnzand (Sahara) ook.»

Op zee is luchtvervuiling hoofdzakelijk door de emissies van schepen veroorzaakt. Door de huidige crisis merken we een terugval in de scheepvaart doordat er minder geproduceerd en geconsumeerd wordt. Dit is vooral merkbaar in de container- en de tankvaart. De ankergebieden voor de Belgische kust liggen momenteel vol (bijna veertig schepen), er wordt zelfs buiten deze ankergebieden geankerd. Men voorziet dat sommige schepen nog meerdere weken zullen ten anker moeten wachten vooraleer ze weer een opdracht krijgen. Verschillende schepen in de ankergebieden zijn met open-loop scrubbers uitgerust (systeem om zwavel uit de scheepsuitstoot te filteren. Het product van de filtratie wordt in het water geloosd). Een recente studie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen in opdracht van het directoraat-generaal Scheepvaart toont aan dat open-loop scrubbers een nefaste invloed hebben op de waterkwaliteit, in het bijzonder de verzuring van het zeewater. Het uitschakelen van de scrubber zou momenteel nog een grotere impact hebben.

Het directoraat-generaal Scheepvaart heeft de laatste dagen verschillende aanvragen ontvangen om andere fuel dan zwavelarme fuel te mogen gebruiken door de oplopende kosten en het mogelijk tekort aan zwavelarme fuel aan boord van schepen die voor anker liggen. Door de negatieve impact, op zowel de water als de luchtkwaliteit wordt dit principieel geweigerd door het directoraat-generaal Scheepvaart.

2) Voor wat betreft de waterkwaliteit in het Belgische deel van de Noordzee bestaat er een overkoepelend monitoringsprogramma dat alle aspecten van het mariene milieu meet. Helaas zijn de bemonsteringen in het kader van dit monitoringsprogramma ook geïmpacteerd door de coronamaatregelen. Het federale onderzoeksschip, Belgica, kan momenteel niet uitvaren wat een negatieve invloed heeft op de geplande staalnames. Pas wanneer de coronamaatregelen voldoende afgebouwd zullen zijn kunnen de meetcampagnes opnieuw opgestart worden. Op korte termijn zijn er dus geen data beschikbaar die een zicht geven op een eventuele verbetering van de waterkwaliteit in onze Noordzee. Mogelijks zijn er wel reeds effecten te meten adhv satellietdata, maar een analyse van deze data is op een dergelijk korte termijn niet mogelijk.

3) Er zijn geen telemetrische netwerken voor de bewaking van de luchtkwaliteit op zee. Deze zijn bedoeld voor terrestrische monitoring om de bevolking te informeren en te beschermen, op zee worden satellietbeelden van het ruimteagentschap gebruikt en zij bevestigen de telemetrische waarnemingen op het land, met name in de Noordzee, zoals in de Povlakte in Italië, wordt er een vermindering van de NOx-massa's die zich van het continent naar de zee verplaatsen, waargenomen [ii].

Aangezien de geplande meetcampagnes ter implementatie van de nationale en internationale verplichtingen op het moment reeds significante hinder ondervinden, en daarin reeds een achterstand is, is het niet mogelijk om nog bijkomende metingen te organiseren.

[i] https://www.irceline.be/fr/nouvelles/impact-du-confinement-sur-la-qualite-de-lair.

[ii] https://www.esa.int/Space_in_Member_States/France/Coronavirus_chute_des_emissions_de_dioxyde_d_azote_au-dessus_de_l_Italie.