Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-504

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 24 april 2020

aan de minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee

Coronacrisis - Mobiele opsporingsapps - Ontwikkeling, stand van zaken en toepassing - Gebruik van gegevens van de burgers - Streng kader - Respect voor het Europees privacyrecht (Covid-19)

infectieziekte
epidemie
toepassing van informatica
mobiele telefoon
eerbiediging van het privé-leven
traceerbaarheid
mobiele communicatie

Chronologie

24/4/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
7/5/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-503

Vraag nr. 7-504 d.d. 24 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

In het kader van de Covid-19-pandemie worden er digitale opsporingsapps ontwikkeld of reeds gebruikt om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, in het bijzonder om zieken en dragers van het virus op te sporen. Maar men beschikt eveneens over de gegevens van de mobiele telefonieoperatoren over de verplaatsingen van de Belgen tijdens de lockdown, die in de pers werden gepubliceerd.

Sommigen prijzen die middelen aan omdat ze menselijke fouten uitsluiten en een makkelijkere en snellere controle mogelijk maken.

Maar die middelen doen uiteraard ook vragen rijzen over het respect voor de privacy. Het is zelfs zo dat als de transparantie en de veiligheid van die apps niet verzekerd zijn, de gegevens en de informatie zouden kunnen gebruikt worden voor andere, minder nobele doeleinden, of, erger, bij kwaadwilligen zouden kunnen terechtkomen.

Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de Senaat door het transversaal karakter ervan. Telecommunicatie is immers een federale materie, net zoals het respect voor de privacy. Economie, hulp aan kmo's, die die in aanmerking komen om die apps te ontwikkelen, zijn bevoegdheden van de deelstaten. Bovendien is de uitrol van de versoepeling van de lockdownmaatregelen een bevoegdheid van de deelstaten.

1) Beschikt u over precieze informatie over de ontwikkeling (en de stand van zaken en de toepassing) van dergelijke apps in België?

2) Kunt u ons garanties geven dat die gegevens van burgers uitsluitend in de strijd tegen de verspreiding van Covid-19 zullen worden gebruikt?

3) Zijn die apps in overeenstemming met het Europese privacyrecht?

4) Schept de ontwikkeling van dergelijke apps geen precedent?

5) Beschikt u over bijkomende informatie?

Antwoord ontvangen op 7 mei 2020 :

Voor het antwoord op uw vraag verwijs ik naar mijn antwoord hieromtrent in de commissie Economie van de Kamer van volksvertegenwoordigers van 6 mei 2020 (stuk Kamer, CRIV 55 COM 171, blz. 1-23).