Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-462

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) d.d. 2 april 2020

aan de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie

Bangladesh - Verontrustende opsluiting van Khaleda Zia, oud-eerste minister - Toestand - Bijzondere diplomatieke procedures - Standpunt van België

rechten van de mens
regeringsleider
gevangenisstraf
politieke situatie
Bangladesh

Chronologie

2/4/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/5/2020)
14/5/2020Rappel
20/5/2020Antwoord

Vraag nr. 7-462 d.d. 2 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Deze vraag gaat over de zorgwekkende opsluiting van Khaleda Zia, oud-eerste minister van Bangladesh. Deze vraag past volledig in het kader van de maatregelen die België en de deelstaten hebben genomen om de rechtstaat, de mensenrechten en de gelijke behandeling te waarborgen. Door dat transversaal karakter, is de Senaat bevoegd voor de hieronder beschreven problematiek.

Khaleda Zia, die nu zeventig is, was in haar land de eerste vrouwelijke verkozen eerste minister. Tijdens haar loopbaan heeft ze twee keer de kans gekregen die functie waar te nemen: een eerste keer van 1991 tot 1996 en een tweede keer van 2001 tot 2006.

Tijdens haar politieke parcours kreeg Khaleda Zia, lid van de Nationalistische Partij van Bangladesh, vaak tegenstand van de Awami Liga, een van de twee belangrijkste politieke partijen van het land. De verkiezingsstrijd van 19 december 2018 werd trouwens gekenmerkt door hevige spanningen tussen beide politieke krachten en uiteindelijk werd Sheikh Hasina tot overwinnaar uitgeroepen. Daardoor kan hij vandaag een vierde mandaat als eerste minister uitoefenen.

In die sfeer van hevige politieke spanning moest Khaleda Zia het hoofd bieden aan verschillende rechtszaken en werd daarvoor op 8 februari 2018 in de gevangenis opgesloten wegens verschillende feiten, waaronder de volgende:

– de veroordeling (Zia Orphanage Trust Case) op 8 februari 2018 van Khaleda Zia en vijf andere personen, voor verduistering van 21 miljoen takas (Bengaalse taka – BDT) (ongeveer 250 000 dollar) na de klacht van 3 juli 2008 van de Commissie voor de strijd tegen corruptie van de overgangsregering. Op 30 oktober 2018 werd die straf omgezet van vijf naar tien jaar;

– de veroordeling op 29 oktober 2018 van Khaleda Zia en drie andere personen voor machtsmisbruik wegens het inzamelen van 375 000 dollar voor het Zia Charitable Trust Fund.

Naast die twee grote rechtszaken lopen er vandaag nog vierendertig andere rechtszaken tegen Khaleda Zia waaronder vijf corruptieaanklachten, zestien aanklachten wegens brandstichting en bomaanslag, vier voor smaad, drie voor moord, twee voor lasterlijke uitspraken, twee voor oproer en vier om andere redenen. Vier zaken werden aangespannen tijdens de overgangsregering die door het leger werd gesteund in 2007-2008 en tweeëndertig zaken werden later aangespannen door het huidige bestuur. Sommige van de beschuldigingen die tegen haar worden geuit, zoals de aantasting van religieuze gevoelens, het vieren van haar vermeende verjaardag, de schending van de nationale vlag, en de kritiek op het aantal martelaren van de bevrijdingsoorlog, zijn trouwens niet in overeenstemming met het internationaal recht.

Na verschillende aanvragen tot invrijheidsstelling als gevolg van kritiek op die beschuldigingen en rekening houdend met haar zorgwekkende gezondheidstoestand, klagen haar medestanders en verschillende internationale instanties en personaliteiten al verschillende maanden niet alleen de slechte medische behandeling aan, maar roepen ze ook op tot het garanderen van een eerlijk proces.

Immers, Khaleda Zia, die gevangen zit sinds 8 februari 2018 werd op 1 april 2019 wegens haar gezondheidstoestand door de gevangenisautoriteit naar het openbaar ziekenhuis van Dhaka overgebracht, waar ze sindsdien wordt behandeld. Die behandeling wordt door haar artsen nogmaals ongeschikt geacht en ze biedt haar niet de nodige zorg. Een bijzondere medische commissie heeft zich eveneens uitgesproken in dat verband.

In het licht van die feiten heeft Amnesty International op 19 december 2019 een communiqué uitgebracht waarin de verontrustende opsluiting van Khaleda Zia wordt beschreven. Naast die beschrijving vermeldt Amnesty de nood aan een eerlijk proces en een gepaste behandeling voor haar ziektes.

Gelet op al die gegevens ligt het voor de hand dat we ons bekommeren om de situatie van Khaleda Zia.

Daarom wil ik u de volgende vragen stellen:

1) Bent u op de hoogte, sinds de opsluiting op 8 februari 2018 van Khaleda Zia, van haar zorgwekkende detentie? Zo ja, beschikt u over specifieke informatie?

2) Indien u over zulke informatie beschikt, werden er reeds bijzondere diplomatieke procedures in gang gezet?

3) Heeft België, rekening houdend met de politieke spanningen in Bangladesh na de verkiezingen van december 2018, zich uitgesproken over de kritiek op die omstreden verkiezingsperiode?

Antwoord ontvangen op 20 mei 2020 :

1) De Belgische ambassade bevoegd voor Bangladesh bevindt zich in New Delhi. De post volgt de politieke, sociale en economische ontwikkelingen van Bangladesh op. Mevrouw Zia werd op 25 maart voor zes maanden om humanitaire reden uit de gevangenis gelaten en in huisarrest geplaatst ten einde de nodige medische zorgen te kunnen ontvangen. Ze kan niet naar het buitenland.

2) De aanwezige Europese ambassades in Dhaka volgden het proces van de prominente politica Khaleda Zia en ook de omstandigheden van haar gevangenschap. Dit gebeurt vanuit een humanitair perspectief.

3) De Europese Unie (EU) heeft de verkiezingen van december 2018 opgevolgd met een kleine technische missie, dus zonder waarneming. De EU heeft bezorgdheden rond het politieke klimaat en de vrijheid van meningsuiting in Bangladesh. De verwezenlijkingen en de populariteit van eerste minister Sheikh Hasina zijn echter reëel. Er is een goede economische groei in het land, met onder andere noodzakelijke investeringen in infrastructuur.