Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-43

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 september 2019

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) - Hervorming - Plannen van de Vlaamse regering - Overleg met de federale overheid en de andere Gewesten

OCMW
Vlaams Gewest

Chronologie

19/9/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/10/2019)
7/10/2019Antwoord

Vraag nr. 7-43 d.d. 19 september 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Binnen het Vlaams Parlement woedt al vele jaren een hevige politieke strijd aangaande de toekomst van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW). De Vlaamse regering wenste dit instrument van sociaal beleid af te schaffen en in te kapselen in de gemeentelijke administraties. Hierdoor is eveneens de autonome werking van het OCMW onder de verantwoordelijkheid van een autonome OCMW raad verdwenen.

Nochtans zijn de werking en het bestaan van de OCMW's in dit land verankerd in federale wetgeving. Zonder wijziging van deze federale wetgeving, lijkt het me onmogelijk om de werking van de OCMW's af te schaffen of grondig te hervormen.

1) Werd de geachte minister aangaande de plannen van de Vlaamse regering geïnformeerd?

2) Werden er hierover al politieke afspraken gemaakt? Zo ja, welke?

3) Werd er door haar hierover ook overleg gepleegd met de andere Gewesten in ons land?

4) In hoeverre is ze zinnens dit instrument van sociaal beleid te laten opdoeken? Wordt daardoor, volgens haar, niet geraakt aan de basis zelf van ons sociaal stelsel?

5) Zal ze mede de verantwoordelijkheid opnemen om dit cruciaal instrument van sociaal beleid mee te doen verdwijnen?

6) Zal ze initiatieven nemen om de federale wetgeving aangaande de werking en het bestaan van de OCMW's te wijzigen en de facto op te doeken?

Antwoord ontvangen op 7 oktober 2019 :

Deze vraag behoort niet tot mijn bevoegdheden, maar tot die van mijn collega, de minister van Maatschappelijke integratie, de heer Denis Ducarme.