Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-405

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 11 maart 2020

aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Personen met beperkte mobiliteit - Zelfstandige toegang - Nieuwe rijtuigen M7 - Bestelling - Onaanpasbaarheid - Maatregelen

faciliteiten voor gehandicapten
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

Chronologie

11/3/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2020)
19/5/2020Rappel
18/6/2020Antwoord

Vraag nr. 7-405 d.d. 11 maart 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Mobiliteit is een gewestelijke bevoegdheid, terwijl de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) hoofdzakelijk onder de bevoegdheid van de federale regering valt. Deze vraag valt dus onder de transversale aangelegenheden.

Ik wend me dus tot uw departement om meer informatie te vernemen over aspecten die rechtstreeks te maken hebben met maatregelen in verband met personen met een handicap, die ook tot de transversale aangelegenheden behoren.

Ik stel u deze vraag omdat ik bezorgd ben over de toegankelijkheid, of beter gezegd de niet-toegankelijkheid van de NMBS-stations voor personen met een beperkte mobiliteit, aangezien slechts 21 van de 546 Belgische stations aan de voorwaarden voldoen die de NMBS heeft bepaald opdat een persoon met beperkte mobiliteit zich volledig zelfstandig naar het station zou kunnen begeven.

Onlangs heeft de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) kritiek geuit op de bestelling van nieuwe rijtuigen M7 die niet passen in het plan de hoogte van de perrons en de rijtuigen gelijk te maken. De Hoge Raad had dat bezwaar tegen die rijtuigen al in 2015 geformuleerd. Minder mobiele reizigers, in het bijzonder personen in een rolstoel, kunnen met die rijtuigen immers niet zelfstandig op de trein stappen.

Door die bestelling wordt de reeds aanzienlijke vloot van niet-aangepaste rijtuigen dus groter, en dat voor meer dan dertig jaar, zodat tal van vrouwen en mannen veroordeeld zijn tot afhankelijkheid van derden om een elementair recht te kunnen uitoefenen: het recht om zich vrij te bewegen over ons hele spoorwegnetwerk.

Artikel 45 van het beheerscontract van de NMBS bepaalt: «De NMBS verbindt zich ertoe om bij de aankoop van nieuw rollend materieel te zorgen voor specifieke uitrustingen voor personen met een beperkte mobiliteit, evenals voor de slechtzienden en de slechthorenden.» De NHRPH is van mening dat die verplichting niet wordt nagekomen.

Hebt u contacten met uw collega die bevoegd is voor de NMBS over die specifieke punten?

1) Hoe rechtvaardigt de NMBS die nieuwe bestelling terwijl gebleken is dat die rijtuigen niet aanpasbaar zijn aan de noden van reizigers met een beperkte mobiliteit?

2) Heeft de NMBS overwogen rijtuigen aan te kopen waarin personen met een beperkte mobiliteit zelfstandig kunnen instappen? Werd een eventuele hogere kostprijs geėvalueerd? Zo ja, hoeveel bedraagt die hogere budgettaire kost en houdt de NMBS daar rekening mee in haar begroting?

3) Welke maatregelen zal de regering nemen om de zelfstandige toegang voor elkeen te garanderen?

Antwoord ontvangen op 18 juni 2020 :

Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, minister François Bellot, minister van Mobiliteit, belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.