Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-378

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 4 maart 2020

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Voetbalclubs uit eerste klasse, tweede klasse en de lagere reeksen - Achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ) - Bedrag - Afbetalingsplan

sportorganisatie
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
schuld
beroepssport

Chronologie

4/3/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2020)
28/4/2020Antwoord

Vraag nr. 7-378 d.d. 4 maart 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sport, cultuur en vrije tijd zijn gemeenschapsbevoegdheden. Bijgevolg gaat deze vraag over een transversale aangelegenheid.

Sommige voetbalclubs uit eerste en tweede klasse kampen met betalingsproblemen in verband met de bijdragen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid (RSZ). De jongste jaren is de toestand sterk verbeterd, zowel wat de clubs uit eerste als uit tweede klasse betreft.

Ik had dan ook graag de geachte minister volgende vragen gesteld:

1) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in eerste klasse op dit moment? Hoeveel clubs hebben een schuld?

2) Hoeveel bedraagt de totale schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in tweede klasse op dit moment? Hoeveel clubs hebben een schuld?

3) Hoeveel bedraagt de totale schuld voor de lagere reeksen? Hoeveel clubs zijn hierbij betrokken?

4) Wat is het bedrag van de RSZ-bijdragen dat betwist wordt? Hoeveel clubs betwisten hun schuld?

5) Hoeveel clubs hebben een afbetalingsplan afgesloten om de achterstallen te betalen? Hoeveel clubs volgen dit afbetalingsplan niet?

Antwoord ontvangen op 28 april 2020 :

1) Op dit moment is er geen schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in eerste klasse 1A.

2) Op dit moment bedraagt de totale schuld aan RSZ-bijdragen van de clubs in tweede klasse 1B 328 430,23 euro. Er zijn drie clubs in tweede klasse 1B die een schuld hebben ten aanzien van de RSZ.

3) De totale schuld voor de lagere reeksen 1e amateurklasse tot en met derde amateurklasse bedraagt 1 213 901,96 euro. In de lagere reeksen zijn dertien clubs betrokken.

Wel dient daarbij volledigheidshalve opgemerkt te worden dat voor wat betreft de derde amateurklasse enkel de cijfers met betrekking tot de Voetbalfederatie Vlaanderen meegenomen zijn. Derde amateurclubs dienen in principe geen licentie aan te vragen die ook de aanvraag van een RSZ-attest inhoudt. Bijgevolg worden voor deze clubs in principe dus geen overzicht van schulden bijgehouden door de RSZ. Vast te stellen valt dat een aantal Vlaamse derde amateurclubs dit toch gedaan hebben waarvoor bijgevolg toch gegevens beschikbaar zijn. Clubs uit de derde amateurklasse ACFF (Association de football francophone) hebben geen attesten aangevraagd in het kader van een licentie-aanvraag.

Voor uw volledige informatie, informeren wij u dat – voor wat de clubs uit de lagere klasse betreft –:

–  17 clubs niet gekend zijn bij de RSZ als werkgever;

–  17 clubs als werkgever zijn geschrapt bij de RSZ;

–  bij 1 club een of meerdere aangiften ontbreken;

–  1 club onder de wet op de continuïteit van de ondernemingen valt. In hogervermeld bedrag wordt de schuld niet opgenomen.

4) Het bedrag van de RSZ-bijdragen dat betwist wordt bedraagt 890 559,73 euro. Vier clubs betwisten hun schuld.

5) Op dit moment hebben drie clubs een afbetalingsplan afgesloten om de achterstallen te betalen; één club volgt dit afbetalingsplan niet.