Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-376

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 4 maart 2020

aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking

Kinderarbeid - Inbreuken - Vaststellingen - Proces-verbaal - Afwijkingen

kinderarbeid
officiële statistiek

Chronologie

4/3/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2020)
4/5/2020Antwoord

Vraag nr. 7-376 d.d. 4 maart 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Werk is een gewestelijke materie en bijgevolg betreft deze vraag een transversale bevoegdheid.

Volgens de wet van 16 maart 1971 is het verboden om minderjarigen beneden de vijftien jaar arbeid te laten of doen verrichten.

Er kunnen echter individuele afwijkingen worden toegestaan voor de medewerking van kinderen als bijvoorbeeld acteur, zanger, muzikant aan uitvoeringen van culturele, wetenschappelijke, opvoedkundige of artistieke aard zoals onder andere toneel, ballet, circus, dans- of zangwedstrijden, modeshows, enz.

1) Werden er in 2019 inbreuken vastgesteld op de wet tegen kinderarbeid? Zo ja, hoeveel, opgesplitst per Gewest?

2) In hoeveel gevallen werd er proces-verbaal opgemaakt, opgesplitst per Gewest?

3) Hoeveel individuele afwijkingen werden er in 2019 toegestaan, opgesplitst per Gewest en al naargelang de aard van de activiteit?

Antwoord ontvangen op 4 mei 2020 :

Allereerst wil ik het geachte lid eraan herinneren dat de Gewesten belangrijke bevoegdheden hebben op het gebied van het arbeidsmarktbeleid, maar dat de wetgeving betreffende het verbod op kinderarbeid de exclusieve bevoegdheid is van de federale overheid en dat de controle daarop wordt uitgeoefend door de Arbeidsinspectie – Toezicht op de sociale wetten.

Het is verboden, volgens de bepalingen van artikel 7.1 van de arbeidswet van 16 maart 1971, om «kinderen arbeid te doen of laten verrichten of enige werkzaamheid buiten het kader van hun opvoeding of vorming te doen of laten uitvoeren. Het is in ieder geval verboden kinderen enige werkzaamheid te doen of laten uitvoeren die een nadelige invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kind op pedagogisch, intellectueel of sociaal vlak, zijn fysieke, psychische of morele integriteit in gevaar brengt of die schadelijk is voor enig aspect van zijn welzijn».

1) & 2) In 2019 werden door de Arbeidsinspectie – Toezicht op de sociale wetten 29 inbreuken vastgesteld inzake kinderarbeid. Er werden 6 waarschuwingen gegeven en 23 processen-verbaal (PV) opgesteld.

De 29 inbreuken kunnen worden verdeeld als volgt:

– Brussel: 3;

– Wallonië: 7;

– Vlaanderen: 19.

De 23 PV’s kunnen verdeeld worden als volgt:

– Brussel: 1;

– Wallonië: 6;

– Vlaanderen: 16.

3) Er werden in 2019 805 afwijkingen toegestaan door de Arbeidsinspectie – Toezicht op de sociale wetten. Deze database maakt geen onderscheid tussen de gewesten, zodat een dergelijke statistiek niet kan gegeven worden.

Wat betreft de aard van de activiteit:

– cultureel: 8 toelatingen;

– educatief: 2;

– artistiek: 208;

– radio/TV zonder reclame: 250;

– radio/TV met reclame: 118;

– foto’s zonder reclame: 3;

– foto’s met reclame: 241;

– mode defilé: 7.

Opmerking: sommige toelatingen vallen onder verschillende categorieën.

Deze toelatingen handelden over 6 518 kinderen, verdeeld over:

– 0 tot zesjarigen: 1 267;

–·7 tot elfjarigen: 3 284;

–·12 tot vijftienjarigen: 1 967 kinderen.

De toelatingen handelden over prestaties op 16 272 kalenderdagen, waarvan er 2 989 met schoolverlet. Het gaat daarbij zeker niet altijd over voltijdse dagen of voltijds schoolverlet.

Dit schoolverlet kan verdeeld worden over:

– kinderen van 7 tot 11 jaar: 1 803 dagen;

– kinderen van 12 tot 15 jaar: 1 186 dagen.

De ouders of voogd van het kind geven hun akkoord vooraleer een toelating wordt gegeven. Bij schoolverlet geeft ook de schooldirectie vooraf hun akkoord.