Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-345

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 3 februari 2020

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Transitmigratie - Mensensmokkel - Netwerken - Strijd - Resultaten

illegale migratie
mensenhandel
georganiseerde misdaad
zwarte handel

Chronologie

3/2/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2020)
5/3/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-346

Vraag nr. 7-345 d.d. 3 februari 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Gezien de bevoegdheden van de deelstaten inzake asiel en migratie (integratiebeleid, arbeidsvergunning, enz.), heeft deze vraag een transversaal karakter en behoort ze tot de bevoegdheid van de Senaat.

Twee jaar geleden werd in Franstalig België op de snelwegparkings het fenomeen vastgesteld van transmigratie en de daarmee gepaard gaande smokkelnetwerken. De politiezones en de parketten van Brussel moeten leren omgaan met een vorm van georganiseerde criminaliteit die uiterst gevoelig ligt.

De voornaamste boodschap aan de eerstelijnspolitieagenten is dat hun werk belangrijk is. Migranten oppakken, de dienst Vreemdelingenzaken contacteren, de migranten weer laten gaan en ze daarna opnieuw tegenkomen, kan de indruk geven dat men nutteloos werk verricht.

Het lijkt me ook belangrijk dat burgers en parlementsleden daarover geïnformeerd worden.

1) In hoeveel steden doet het fenomeen van de mensensmokkel in België zich voor? Waarom verkiezen mensensmokkelaars plots Belgische parkings? Hoeveel smokkelaars werden gearresteerd dankzij de Medusa-operaties? Welke gevolgen werden gegeven aan die arrestaties?

2) Hoeveel «E40-vergaderingen» werden er gehouden? Welke concrete resultaten hebben ze opgeleverd?

3) Is er binnen de mensensmokkelnetwerken samen sprake van andere vormen van smokkel? Hebt u andere vormen van smokkel die samenhangen met mensensmokkel kunnen ontmantelen? Zo ja, hoeveel? Wat is uw actieplan om alle soorten netwerken te bestrijden?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2020 :

1) De laatste jaren is het aantal meldingen van mensensmokkel toegenomen. De migratiecrisis staat hier uiteraard niet los van. De belangrijkste stijging werd opgetekend in 2016 (+30%).

Deze feiten maken veel slachtoffers. In 2018 werden 33.380 illegalen onderschept, wat volgens ons een vijfde is van alle mensen die illegaal in ons land wonen. Het totale aantal mensen dat in 2018 illegaal België is binnengekomen, wordt geschat op 166 900. Als we er van uitgaan dat de helft van de illegalen een smokkelaar heeft gebruikt, bedraagt het aantal slachtoffers 83 450.

In 2018 heeft de federale gerechtelijke politie (FGP) 266 nieuwe dossiers van mensensmokkel geopend (25% meer in vergelijking met 2017). Tijdens deze periode heeft de geïntegreerde politie (GPI) 305 informatierapporten (22% meer dan in 2017) opgesteld.

De problematiek van de mensensmokkel geconcentreerd zich vooral op de plaatsen waar de migranten aankomen (bvb. Brussels Airport), op de parkings langs de hoofdwegen naar de kust (vooral E40 en E17) en in de kustregio (transitmigratie). Dit fenomeen verschuift meer en meer naar het zuiden van het land. (Luik, Namen, Luxemburg en Hengouwen).

Door administratieve maatregelen (de tijdelijke sluiting van diverse parkings en privé-beveiliging) en regelmatige controles in het westen van het land is de problematiek naar het binnenland verschoven. In de loop van 2017 werd bijna het hele land geconfronteerd met grote groepen migranten op doorreis. Er waren ook meer verplaatsingen met het openbaar vervoer, meestal vanuit Brussel in alle richtingen met trein en bus en vervolgens naar de parkings op de snelwegen.

De organisatie en de omvang van de netwerken van mensensmokkel zijn verschillend:

–  Sommige mensensmokkelaars bieden kleine diensten aan (bvb. vervoer naar de parkings) en werken op individuele en/of ad-hoc basis. Sommige migranten, die erin geslaagd zijn om te passeren, worden zelf smokkelaars, of taxichauffeurs om hun inkomen op te krikken. Er is een dunne lijn tussen "hulp bij illegaal verblijf" (al dan niet om humanitaire redenen) en "mensensmokkel".

–  Anderen zijn georganiseerd in netwerken zonder een strikte hiërarchie. Deze cellen hebben een hoge mate van autonomie in bepaalde delen van het smokkelproces. Ze werken niet uitsluitend voor een bepaald netwerk, maar leveren diensten aan verschillende netwerken.

–  Sommige grote, goed georganiseerde netwerken met een transnationale omvang zijn in staat om een pakket aan te bieden ( verschillende vervoersmodaliteiten, valse/vervalste documenten, schijnhuwelijken).[1]

De meeste politionele onderzoeken concentreren zich op de doorvoersmokkel. De meest actieve criminele netwerken zijn de Iraakse-Iraanse Koerden, de Albanezen en de Westelijke Afrikanen.

2) De "E40"-vergaderingen worden tweemaandelijks gehouden onder leiding van de Centrale Directie van de bestrijding van de zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC), dienst Mensenhandel/Mensensmokkel, van de Gerechtelijke Politie, waaraan alle arrondissementen van het land deelnemen. Parallel aan deze vergaderingen worden ook regelmatig andere operationele en coördinatievergaderingen gehouden, , onder auspiciën van de referentiemagistraten, in elk gerechtelijk arrondissement. De concrete resultaten van deze vergaderingen zijn de coördinatie en de voortdurende informatie-uitwisseling tussen de verschillende diensten van de Geïntegreerde Politie, maar ook met sommige partnerdiensten zoals bvb. Vreemdelingenzaken. Daarnaast zijn er talrijke overlegvergaderingen op internationaal niveau. Mensensmokkel beperkt zich niet tot België of enkele provincies. Het is een bij uitstek internationaal fenomeen.

3) De criminele netwerken worden steeds professioneler en diversifiëren hun activiteiten op verschillende criminele gebieden. Om zich te kunnen aanpassen aan de veranderende modus operandi, moet de Gerechtelijke Politie haar aanpak van de georganiseerde misdaad wijzigen door een polycriminele aanpak te hanteren.

Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat mensensmokkelaars misbruik maken van de kwetsbaarheid van illegaal verblijvende buitenlanders en asielzoekers om hen uit te buiten. Deze exploitatie kan verschillende vormen aannemen:

–  Dwangarbeid op weg naar Europa om de smokkelaars terug te betalen.

–  Dwangarbeid bij aankomst in Europa (of het Verenigd Koninkrijk) om de smokkelaars terug te betalen.

–  Seksuele uitbuiting bij aankomst of onderweg.

Overigens zouden slachtoffers van mensensmokkel met het oog op seksuele uitbuiting naar Europa worden gebracht via bekende migratieroutes of handelspraktijken.

Vaak wordt er ook gebruik gemaakt van documentfraude en identiteitsfraude. Deze fenomenen zijn nauw verbonden met mensensmokkel, maar ook met mensenhandel en andere vormen van criminaliteit, waaronder terroristische misdrijven.

[1] UNODC, Global study on smuggling of migrants 2018, 7-8.