Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-331

van Carina Van Cauter (Open Vld) d.d. 31 januari 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken

Cybercrime - Cyberveiligheid - Bedrijfsleven - Veiligheid van de Staat - Samenwerking

computercriminaliteit
Nederland
informatieoorlog
staatsveiligheid
geheime dienst
gegevensbescherming
industriële spionage
telefoon- en briefgeheim

Chronologie

31/1/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/3/2020)
10/3/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-332
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-333

Vraag nr. 7-331 d.d. 31 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar het recente rapport van de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) «Offensief cyberprogramma, een ideaal businessmodel voor Staten» van 2019. In tegenstelling tot ons land volgt de Nederlandse inlichtingendienst cybercrime in het bedrijfsleven rechtstreeks op.

Offensieve cyberaanvallen vanuit Staten worden ook vanuit een economisch motief uitgevoerd.

Zo heeft de AIVD in zijn onderzoeken onder meer onderkend dat bepaalde Staten hun economie versneld willen moderniseren en hierbij bereid zijn heimelijk en op soms bijna industriële schaal innovatieve westerse en Nederlandse technologieën te stelen.

Met behulp van deze gestolen kennis willen deze Staten die technologieën integreren in hun eigen economie en / of zelf gaan produceren tegen een lagere marktprijs. Dit bedreigt het economisch innovatievermogen en de werkgelegenheid.

Wat betreft de cyberweerbaarheid Defensie- & Veiligheidsindustrie (DVI) werd in Nederland een samenwerkingsverband opgericht (cf. https://www.cybersecurityalliantie.nl/het-nederlandse-cybersecurity-landschap/cybersecurity-landschap/cybersecurity-landschap/cyberweerbaarheid-nederlandse-defensie---veiligheidsindustrie-dvi). Deze richt zich op de verbetering van de cyberweerbaarheid van de Defensie- & Veiligheidsindustrie als geheel, te beginnen met die bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij producten en diensten waarbij met Departementaal Vertrouwelijk (DepV) of Staatsgeheim (STG) gerubriceerde informatie gewerkt wordt.

Het Digital Trust Center stimuleert samenwerkingsverbanden van bedrijven die groepen ondernemers helpen met veilig digitaal ondernemen. In een cyberweerbaarheidsnetwerk werken ondernemers samen met andere organisaties aan het vergroten van de cyberweerbaarheid, binnen en tussen branches en regio's in de niet-vitale sectoren.

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid (Gewestbevoegdheid – economie – ondernemen).

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoe evalueert u het Nederlandse samenwerkingsverband rond de cyberweerbaarheid van de Defensie- & Veiligheidsindustrie? Kan u dit uitgebreid toelichten?

2) Bestaat er een gelijkaardig samenwerkingsverband tussen de bedrijven in ons land die actief zijn rond defensie en veiligheid en de Dienst veiligheid van de Staat en de andere veiligheidsdiensten die actief zijn rond cybercrime?

Antwoord ontvangen op 10 maart 2020 :

In België behoort de cyberveiligheid, met inbegrip van aanvallen gevoerd door derde landen, hoofdzakelijk tot de bevoegdheid van de eerste minister, die bevoegd is voor het CCB (Center for Cybersecurity Belgium).

Hoewel de vraag de Veiligheid van de Staat vermeldt, is het in de Belgische structuren het CCB die het meest betrokken is.