Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-306

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) d.d. 23 januari 2020

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Geletterdheid inzake gezondheid bij de burgers - Maatregelen - Rol van de medische hulpverleners en van de zorginstellingen

gezondheidsbeleid
gezondheidsverzorging
voorkoming van ziekten
volksgezondheid
actieprogramma
hygiëneonderwijs
Sciensano

Chronologie

23/1/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/2/2020)
12/3/2020Rappel
25/5/2020Antwoord

Vraag nr. 7-306 d.d. 23 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

In een gezondheidsenquête van 2018 heeft Sciensano voor de eerste keer een vraag opgenomen over de geletterdheid van de Belgen inzake gezondheid. Geletterdheid inzake gezondheid is de bekwaamheid van individuen en groepen om nuttige informatie op te zoeken, te begrijpen, te evalueren en toe te passen bij het nemen van beslissingen op het vlak van gezondheidszorg, ziektepreventie en bevordering van de gezondheid.

Uit de gegevens van de enquête blijkt dat één op de drie personen in België over onvoldoende vaardigheden beschikt om beslissingen te nemen op het vlak van gezondheid. Het niveau van geletterdheid inzake gezondheid is afhankelijk van demografische en sociaaleconomische kenmerken. Vrouwen, ouderen en personen met een laag opleidingsniveau hebben een lager niveau van gezondheidsgeletterdheid. Inwoners van Vlaanderen hebben een hoger niveau van geletterdheid dan inwoners van Brussel en Wallonië. Bijkomend onderzoek heeft aangetoond dat geletterdheid inzake gezondheid ook gerelateerd is aan de gezondheidstoestand. Bij personen die een subjectieve slechte gezondheid aangeven en bij degenen die zeggen aan twee of meer chronische ziektes te lijden, zijn er minder met een voldoende geletterdheidsniveau.

Bovendien worden in de enquête verschillende studies geciteerd waaruit blijkt dat personen met een lage geletterdheid inzake gezondheid op een minder efficiënte wijze een therapie volgen en chronische ziektes aanpakken. Ze nemen minder deel aan bevolkingsonderzoeken of aan andere preventieve diensten en vertonen vaker gedrag dat schadelijk is voor de gezondheid, zoals roken of alcoholgebruik. Ze zouden ook vaker een beroep doen op medische diensten zoals de spoeddienst, en de hospitalisatiegraad zou bij hen ook hoger liggen. Dat wijst erop dat er een verband is tussen een laag niveau van gezondheidsgeletterdheid en een hogere sterftegraad en vroegtijdige sterfte. Geletterdheid inzake gezondheid wordt trouwens erkend als een middel om sociale ongelijkheid op gezondheidsvlak te bestrijden, aangezien gezondheidsgeletterdheid het negatieve effect van een laag onderwijsniveau op de gezondheid kan milderen.

Een beperkte geletterdheid inzake gezondheid vormt dus een ernstige bedreiging voor onze volksgezondheid voor zover de gevolgen ervan een grotere ongelijkheid op gezondheidsvlak en hogere kosten voor de patiënten en de sociale zekerheid veroorzaken. Het is dus belangrijk te investeren in een grotere responsabilisering van de patiënten en maatregelen te nemen om mensen te leren omgaan met een steeds complexer gezondheidssysteem. De studie onderstreept in dat opzicht de strategieën die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorstelt om dat doel te bereiken:

– initiatieven nemen om het niveau van de geletterdheid inzake gezondheid bij de bevolking te doen toenemen;

– personen met een laag niveau van gezondheidsgeletterdheid bij contacten met gezondheidswerkers beter opsporen en de communicatie aanpassen;

– een «health literate organisation» oprichten dat de geletterdheid inzake gezondheid in haar beleid en werking opneemt.

1) Welke initiatieven zouden we vandaag kunnen nemen om het niveau van geletterdheid inzake gezondheid bij de Belgen te verbeteren en te verhogen, in het bijzonder in het licht van de regionale verschillen?

2) Beschikken de gezondheidswerkers en -instellingen volgens de minister over voldoende en gepaste instrumenten en steun om gepersonaliseerd advies te verlenen aan patiënten?

3) Heeft de geachte minister een gecoördineerd plan kunnen opstellen aangaande deze materie? Zo neen, is ze van plan dat te doen?

Antwoord ontvangen op 25 mei 2020 :

Het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) publiceerde in januari 2020 een rapport met als titel: «Gezondheidsgeletterdheid: welke lessen trekken uit de ervaring van andere landen?» (Rapport KCE 322).

Het gaat om een vergelijkende analyse van het beleid inzake gezondheidsgeletterdheid dat in zes andere landen ingevoerd is. Dat onderzoek was door de federale overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid gevraagd als voorbereiding voor de ontwikkeling van een eventueel Belgisch federaal actieplan om de gezondheidsgeletterdheid van de bevolking te verbeteren.

Het KCE besluit dit rapport met enkele algemene aanbevelingen omtrent de voorbereidende acties die moeten worden ingevoerd alvorens een federaal actieplan uit te werken, waarbij met name benadrukt wordt dat het noodzakelijk is om de op de verschillende competentieniveaus ondernomen of overwogen acties te coördineren.

Als antwoord op de vragen 1) en 2) kunnen wij het geachte lid dus enkel verzoeken om kennis te nemen van conclusies van het genoemde rapport, en daarbij benadrukken dat het nog maar om voorbereidende maatregelen gaat.

Uw vraag 3) is ons inziens gezien de huidige politieke situatie niet aan de orde.