Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-272

van Carina Van Cauter (Open Vld) d.d. 8 januari 2020

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Extreemrechts en extreemlinks - Geweldsdreiging - Toename - Internationale contacten van de extreemrechts groeperingen - Nood aan onderzoek

extreem rechts
extreem links
terrorisme
Nederland
Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse

Chronologie

8/1/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/2/2020)
6/2/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-271

Vraag nr. 7-272 d.d. 8 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op korte tijd werden twee uitgebreide rapporten over extreemrechts gepubliceerd in Nederland.

Vooreerst is er het NCTV rapport «De golfbewegingen van rechts extremistisch geweld in West Europa; aard, ernst en omvang van de rechts extremistische dreiging in West-Europa, inclusief Nederland». Het onderzoek van november 2018 schetst de historische en internationale context van de rechts extremistische dreiging in Nederland en Europa. De Nederlandse Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) waarschuwt voor een groeiend zelfvertrouwen bij rechtsextremisten. De focus blijft gericht op acties tegen de vermeende islamisering van Nederland, de komst van asielzoekers en het veronderstelde verlies van de Nederlandse identiteit. Geweld door eenlingen of kleine groepen is denkbaar luidens de NCTV.

Daarnaast publiceerde in oktober 2018 de Nederlandse veiligheidsdienst het rapport «Rechts extremisme in Nederland, een fenomeen in beweging».

Ook extreem linkse extremisten wekken zorgen in Nederland. Volgens de Nederlandse Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) zijn links extremisten «vaak actief op meerdere terreinen, in wisselende samenstelling en opereren ze soms internationaal» (cf. https://www.elsevierweekblad.nl/nederland/achtergrond/2018/03/aivd extreem links gewelddadiger dan extreem rechts 592921/).

De minister van Binnenlandse Zaken stelde in zijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 7-64 hieromtrent het volgende: «De situatie en tendensen met betrekking tot uiterst rechts zijn gelijkaardig in België en Nederland. Naast de reeds lang gekende klassieke rechts extremistische groeperingen is er een waarneembare toename van individuen en kleine cellen met een rechts extremistische gedachtengoed die het gebruik van geweld legitimeren.»

De hoogste Britse contraterrorisme politiechef Mark Rowley stelde in 2018 dat er sprake is van een toenemende rechts terroristische dreiging in het Verenigd Koninkrijk. In 2017 zijn er volgens hem in het land vier aanslagen uit deze hoek verijdeld. Er zou in toenemende mate sprake zijn van een betere organisatie van rechts extremistische groepen en van meer internationale samenwerking.

De Joint Terrorism Analysis Centre (JTAC, de Britse tegenhanger van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse – OCAD) gaat voor het eerst in het bestaan van de organisatie een uitgebreid onderzoek naar de dreiging van het gehele rechts extremistische veld voor de Britse nationale veiligheid uitvoeren.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Kan u meedelen, gezien uw eerder antwoord, dat net als in onze buurlanden er sprake is van «een toename van individuen en kleine cellen met een rechts extremistische gedachtengoed die het gebruik van geweld legitimeren», of het niet aangewezen is om – in navolging van Nederland en het Verenigd Koninkrijk – een uitgebreid onderzoek te laten voeren naar de dreiging van het gehele rechts extremistische en extreemlinkse veld voor de nationale veiligheid en hierbij de groeperingen en het aantal leden in kaart te brengen, en naar de diverse samenwerkingsverbanden tussen deze groeperingen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u uitvoerig toelichten wat de timing en de inhoud zijn?

2) In Frankrijk werden twee rechts terroristische plots voorkomen. Waren er de jongste jaren aanslagen in voorbereiding in ons land vanwege extreemrechtse of extreemlinkse groeperingen of individuen? Zo ja, kan u meedelen om hoeveel plots het ging? Kan u tevens meedelen welk gevolg hieraan werd gegeven?

3) Een zorgelijk element in de samenstelling van enkele rechts extremistische groeperingen in Europa is de deelname van (oud-)militairen en politiemannen, aldus het TE SAT rapport van 2017 van Europol. Kan u meedelen of dit ook het geval is in ons land? Kan u dit cijfermatig toelichten?

4) De hierboven aangehaalde rapporten maken allen gewag van grensoverschrijdende contacten tussen extreemrechtse groeperingen, onder meer Pegida die contacten heeft met groeperingen in ons land (cf. https://www.europol.europa.eu/sites/default/files/documents/tesat_2019_final.pdf). Hoe reageert u hierop? Kan u gedetailleerd oplijsten welke buitenlandse extreemrechtse groeperingen in contact staan met binnenlandse groeperingen? Hoe schat u deze ontwikkeling in wat de gevolgen voor de veiligheid van de Staat en onze democratische rechtsorde betreft? Geldt hetzelfde wat betreft extreemlinkse groeperingen?

Antwoord ontvangen op 6 februari 2020 :

1) Binnen het kader van het Plan Radicalisme (Plan R), wordt het links- en rechts-extremisme van nabij en op continue basis opgevolgd.

Op nationaal niveau bestaat een werkgroep rechts-extremisme, geleid door het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD), waarin alle betrokken diensten vertegenwoordigd zijn. De nationale werkgroep links-extremisme staat onder leiding van de federale politie en doet hetzelfde op het vlak van links-extremisme.

De partners binnen deze werkgroepen delen alle relevante informaties en inlichtingen tijdens vergaderingen die quasi maandelijks worden gehouden. Dit maakt het mogelijk om tijdig extremistisch gedrag in kaart te brengen. Deze informatie wordt dan gecommuniceerd naar de LTF’s (local task forces). In samenwerking met hen kunnen extremisten van rechts of linkse signatuur opgenomen worden in de gemeenschappelijke gegevensbank en kunnen bepaalde maatregelen worden genomen om hun impact te reduceren.

2) & 3) Voor deze twee vragen is geen informatie gekend bij de federale politie noch bij het OCAD.

4) Links- en rechtsextremisten alsook de milieuactivisten hebben vaak een agenda die niet gebonden is aan de landsgrenzen, waardoor er contacten zijn met gelijkaardige buitenlandse groeperingen. Zo nemen in sommige gevallen buitenlandse activisten deel aan acties hier in ons land. Het valt echter moeilijk in te schatten hoe dit in de toekomst zal evolueren en bijgevolg moet dit gegeven met de nodige aandacht worden opgevolgd.