Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-248

van Fatima Ahallouch (PS) d.d. 6 januari 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) - Verdwijningen in België - Aantal - Bescherming - Opvang en voogdij - Oplossingen

migrantenkind
Federaal Agentschap voor de opvang van asielzoekers
minderjarigheid
buitenlandse staatsburger
voogdijschap
asielzoeker
kind
kinderbescherming

Chronologie

6/1/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/2/2020)
19/5/2020Rappel
9/7/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-249

Vraag nr. 7-248 d.d. 6 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Deze vraag behoort onbetwistbaar tot de bevoegdheid van de Senaat. Dit dossier is immers stevig verankerd in de Belgische wetgeving.

Om kort te gaan, de gemeenschapswetteksten inzake jeugdbescherming en hulp aan jongeren garanderen, net zoals de bepalingen op het federale niveau, de ondersteuning van de bescherming van kinderen in een moeilijke of gevaarlijke situatie, zonder enige discriminatie.

Minstens 30 000 minderjarigen die tussen 2014 en 2017 in Europa zijn aangekomen zouden als vermist zijn genoteerd. Dat blijkt uit een rapport van Missing Children Europe, de overkoepelende niet-gouvernementele organisatie (ngo) van nationale organisaties zoals Child Focus in België.

Dit probleem raakt me diep.

Die kinderen dromen van een beter leven in Europa en vervolgens verdwijnen ze van de radar. Ze kunnen het slachtoffer zijn van mensenhandel of prostitutie, illegaal tewerkgesteld worden of vermoord worden, in het bijzonder voor de handel in organen.

In 2018 zouden slechts 25 % van de jongeren die hier voor het eerst aankwamen en gemeld werden bij de telefonische dienst voor vermiste kinderen (het telefoonnummer 116 000) teruggevonden zijn door de overheid. Over het lot van de 75 % overige kinderen is overigens niets geweten.

Volgens Missing Children Europe gebeurt het vaak dat de verdwijning van een minderjarige uit het opvangnet waar hij is terechtgekomen niet als prioritair wordt behandeld, bij gebrek aan informatie of middelen of omdat de autoriteiten geen gepaste opleiding hebben gekregen over de manier om die specifieke gevallen te behandelen.

Reeds in 2016 had de Europese politiedienst Europol bericht over de verdwijning van 10 000 niet-begeleide minderjarige migranten in Europa.

Jaarlijks zouden in de Europese Unie 250 000 kinderen als vermist worden opgegeven, wat neerkomt op «een kind om de twee minuten», volgens de Europese Commissie.

1) Beschikt u over cijfers over de verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) in België sinds 2019?

2) Hoe worden de gegevens over die vermiste kinderen in België gecentraliseerd?

3) Hoeveel van die kinderen werden volgens de Dienst Vreemdelingenzaken, die verantwoordelijk is voor de registratie van internationale aanvragen tot bescherming, teruggevonden?

4) Wat zijn de oplossingen voor de NBMV zonder voogd die geen internationale bescherming aanvragen en niet werden geregistreerd of ontvangen door het Bureau niet-begeleide minderjarigen en slachtoffer van mensenhandel (MINTEH) van de Dienst Vreemdelingenzaken?

5) Wat zijn de oplossingen voor de NBMV die gedurende de weekends en 's nachts worden onderschept, rechtstreeks naar een opvangcentrum van Fedasil worden gebracht zonder geregistreerd te worden of te worden ontvangen door de Dienst Vreemdelingenzaken en die dezelfde nacht vluchten?

6) Wat zijn de resultaten van de simulatieoefeningen, zoals die al gebeuren in België, Griekenland, Italië, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, waar de ngo's, de migratiediensten van de overheid, de politie en de lokale overheden samenwerken om fictieve verdwijningen op te lossen?

7) De dienst Voogdij is belast met de zorg voor onderdak voor de minderjarige bij zijn aankomst op het grondgebied zolang geen voogd werd aangeduid. Een NBMV moet worden opgevolgd en dus beschermd door een voogd, maar we weten dat er een schromelijk tekort is aan voogden! Worden er maatregelen genomen om dat tekort te verhelpen?

8) Om tot een duurzame oplossing te komen voor de NBMV die geen asielaanvraag heeft ingediend of wiens asielaanvraag onontvankelijk werd verklaard, kan de initiële aanvraag voor internationale bescherming of de aanvraag tot verlenging ervan, enkel ingediend worden door de voogd en niet door de advocaat of de NBMV zelf.

Wat is in dat geval de oplossing voor de NBMV zonder voogd? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat hij niet zomaar verdwijnt?

9) Beschikt u in het algemeen over bijkomende informatie over dit dossier, dat zeer gevoelig is op menselijk vlak?

Antwoord ontvangen op 9 juli 2020 :

1) De dienst Voogdij van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie kan geen precies cijfer kleven op het aantal verdwijningen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in België. De hiernavolgende cijfers zijn dan ook slechts ramingen aangezien de dienst Voogdij slechts onrechtstreeks op de hoogte wordt gebracht van verdwijningen (via de voogden, de centra, enz.).

In 2019 werden ongeveer 860 personen die verklaarden niet-begeleide minderjarige vreemdelingen te zijn, als verdwenen gemeld bij de dienst Voogdij. Bij ongeveer 411 van die verdwenen personen waren er twijfels over de minderjarigheid. Bij 462 personen waren er geen twijfels.

Volgens de gegevensbank van de dienst Voogdij werden ongeveer 280 van die 860 verdwenen personen teruggevonden.

Voorts stelde de dienst Voogdij 68 onrustwekkende verdwijningen vast.

2) De dienst Voogdij centraliseert de gegevens met betrekking tot de verdwijningen niet.

Wanneer de politie op de hoogte wordt gebracht van een (onrustwekkende) verdwijning, maakt zij steeds een proces-verbaal op. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en andere minderjarigen. Deze processen-verbaal worden centraal geregistreerd in de ANG (algemene nationale gegevensbank van de politie). Zij worden ook internationaal als verdwenen geseind in het SIS II (Schengen-informatiesysteem).

3) Deze materie behoort tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie.

4) & 5) Veel niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen internationale bescherming hebben aangevraagd in België wensen niet in het Belgische beschermingssysteem te stappen.

Zij worden gemeld bij de dienst Voogdij en worden naar een observatie- en oriëntatiecentrum van Fedasil of naar een jeugdopvangcentrum gebracht.

Wanneer de minderjarigen in het centrum aankomen, vangt een multidisciplinair team (coördinator, maatschappelijk werker, opvoeder, psycholoog, verpleegkundige of arts, enz.) hen op. Het team beoordeelt vervolgens hun graad van kwetsbaarheid en zelfredzaamheid, evenals het netwerk dat zij eventueel hebben in België. Omdat het om open opvangcentra gaat, beslist een aanzienlijk aantal van hen (voor het merendeel jongeren die ouder zijn dan vijftien) om het centrum te verlaten, zulks ondanks de bewustmaking rond hun rechten in België en ondanks de risico’s die gepaard gaan met het verlaten van het opvangcentrum zonder opgave van een adres. De redenen van de verdwijningen zijn velerlei, maar de voornaamste reden is dat België slechts een tussenstop is in hun migratieparcours.

Het is belangrijk dat alle personen die verklaren niet-begeleide minderjarige vreemdelingen te zijn bij de dienst Voogdij en de Dienst vreemdelingenzaken worden gemeld en dat zij steeds worden geregistreerd en opgevangen in een opvangcentrum.

De opvangcentra zijn voor het identificeren van de minderjarigen teneinde ze passend te kunnen begeleiden. Het verblijf in het centrum biedt de dienst Voogdij voorts de kans om voogden aan te wijzen die een eerste contact kunnen leggen met de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.

Wanneer een jongere het opvangcentrum verlaat zonder een adres op te geven, werken de verschillende instanties evenwel samen, zulks overeenkomstig de ministeriële richtlijn van 20 februari 2002 in verband met de opsporing van vermiste personen.

De dienst heeft de onrustwekkende verdwijningen vastgesteld op basis van de toen beschikbare informatie, zoals de leeftijd of gedrag dat in complete tegenstelling is tot het normale gedrag van de persoon. Dat wil niet zeggen dat ook het parket die verdwijningen als onrustwekkend heeft beschouwd. Het parket is ter zake de bevoegde overheid.

Overeenkomstig de ministeriële richtlijn van 20 februari 2002 in verband met de opsporing van vermiste personen, zijn de criteria om een verdwijning als onrustwekkend te beschouwen de volgende:

de vermiste persoon is minder dan dertien jaar oud;

de vermiste persoon is lichamelijk of geestelijk gehandicapt of mist de nodige zelfredzaamheid;

de vermiste persoon is afhankelijk van medische behandeling;

bepaalde elementen wijzen erop dat de vermiste persoon zich in een voor hem levensbedreigende situatie bevindt;

bepaalde elementen wijzen erop dat de vermiste persoon in het gezelschap is van derden die zijn welzijn kunnen bedreigen, ofwel dat hij het slachtoffer kan zijn van een misdrijf;

de verdwijning is in complete tegenstelling tot het normale gedrag van de vermiste persoon.

Wanneer de verdwijning onrustwekkend is volgens de criteria van de ministeriële richtlijn in verband met de opsporing van vermiste personen, wijst de dienst Voogdij steeds een voogd aan. Alzo zal de voogd onmiddellijk op de hoogte worden gebracht wanneer de niet-begeleide minderjarige vreemdeling opnieuw wordt gemeld.

Bovendien zijn er projecten zoals XTRA MENA opgestart voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die in België zijn aangekomen voor wie (nog) geen duidelijk levensproject is uitgestippeld. Het informeren en bewustmaken van die jongeren en het informeren en bewustmaken van de betrokken actoren rond die doelgroep, zijn de pijlers van het project. Het project beoogt de betrokken niet-begeleide minderjarige vreemdelingen te helpen om een zo duidelijk mogelijk toekomstproject uit te stippelen.

Voorts zijn er bij de dienst Voogdij twee specifieke pools gecreëerd voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op doorreis. De voogden van die pools krijgen een opleiding die specifiek is afgestemd op het profiel van die niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Het doel van de pools is om snel voogden te kunnen aanwijzen voor kwetsbare niet-begeleide minderjarige vreemdelingen op doorreis, zodat zij snel met hen in contact kunnen treden en hun alle nuttige informatie kunnen verstrekken.

6) Het project INTERACT past in het kader van het programma AMINA (2017-2020) dat werd uitgewerkt door Missing Children Europe met het oog op de bescherming van migrerende kinderen in heel Europa. Verschillende landen zijn bij dat project betrokken: Griekenland, Italië, Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. In oktober 2018 hebben Child Focus, de dienst Voogdij, de Dienst vreemdelingenzaken, Fedasil en de politie samen een simulatieoefening gedaan. Het doel van die simulatieoefening was de samenwerking tussen zowel de interne als de externe partners te evalueren. Na afloop van de simulatieoefening heeft Missing Children Europe voor België aanbevelingen geformuleerd en drie prioriteiten geïdentificeerd voor 2024:

de grensoverschrijdende informatie-uitwisseling uitbouwen;

gespecialiseerde voogden aanwijzen;

een gemeenschappelijke gegevensbank inzake verdwijningen aanleggen.

De dienst Voogdij beschikt nu reeds over pools van gespecialiseerde voogden die binnen vierentwintig uur kunnen worden aangewezen.

7) De dienst Voogdij heeft geen achterstand op het stuk van de aanwijzingen van voogden voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Er is dus geen tekort aan voogden. Om te kunnen voldoen aan de specifieke verzoeken van de verschillende partners (Fedasil, parket, jeugdzorg, enz.) werft de dienst Voogdij nieuwe voogden. In dat kader is in januari 2020 een nieuwe wervingssessie gestart. De informatiesessies hebben reeds plaatsgevonden en de selectieprocedures zijn aan de gang.

8) Een buitenlandse minderjarige die in België wil blijven, kan zelf een aankomstverklaring afleggen of een verblijfsaanvraag indienen op grond van de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, maar in principe is er reeds een voogd aangewezen.

9) Meer algemene informatie over het fenomeen van verdwijningen en transmigratie in Europa is beschikbaar in de volgende rapporten:

– het volledige verslag van Missing Children Europe: http://missingchildreneurope.eu/Portals/0/Docs/publication%20hub/MCE-Interact%20Report-v3.pdf;

– het verslag van Myria (Federaal Migratiecentrum): https://www.myria.be/files/Myriadoc_10_transitmigratie.pdf.