Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-238

van Carina Van Cauter (Open Vld) d.d. 16 december 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen, en minister van Europese Zaken

Schijnhuwelijk - Handhaving - Aantal dossiers - Vervolgingen

schijnhuwelijk
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek

Chronologie

16/12/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/1/2020)
29/6/2020Rappel
1/10/2020Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-759

Vraag nr. 7-238 d.d. 16 december 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij wet van 12 januari 2006 werd een artikel 79bis ingevoerd in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen waardoor een schijnhuwelijk en een poging ertoe strafrechtelijk wordt bestraft. Bij wet van 2 juni 2013 werd de aanpak en bestraffing van schijnhuwelijk aanzienlijk versterkt (wet van 2 juni 2016 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen). Elk dossier met betrekking tot een schijnhuwelijk, of het nu een voorgenomen of afgesloten schijnhuwelijk betreft, wordt sedertdien strafrechtelijk genoteerd onder tenlasteleggingscode 55H.

Het parket beschikt over verschillende kwalificaties. Zo kan een voorgenomen schijnhuwelijk vervolgd worden op basis van artikel 79bis van de wet van 15 december 1980, maar verder ook op basis van de artikelen 77bis, 77quater, 77quinquies en 77sexies.

Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen waarbij de Gemeenschappen inzetten op inburgering en het inschakelen op de arbeidsmarkt.

Graag had ik een overzicht gekregen van de zaken die sedert de wetswijziging van 2 juni 2013 onder tenlasteleggingscode 55H werden genoteerd en aldus heb ik volgende vragen:

1) Hoeveel dossiers werden er op jaarbasis voor 2017, 2018 en 2019 per parket geopend op basis van tenlastelegginscode 55H?

2) Kan u een opsplitsing maken naar voorgenomen of afgesloten schijnhuwelijken? Kan u hierbij ook een opsplitsing geven naar de voorgenomen of afgesloten schijnhuwelijken in België of het buitenland?

3) Kan u een overzicht geven van wat de laatste vooruitgangsstaat van deze zaken was? Kan u desgevallend ook meedelen of vervolging al dan niet tot een veroordeling heeft geleid?

4) Kan u bij seponering ook de reden hiervoor geven?

5) In hoeveel gevallen seponeerde het parket zijn strafrechtelijk dossier om vervolgens een burgerlijk dossier te openen? Welk gevolg werd hieraan op burgerlijk gebied verleend?

6) Op basis van welke kwalificaties werden de voorgenomen of afgesloten schijnhuwelijken vervolgd?