Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-236

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 16 december 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Geweld jegens LGBTQI+ - Aangiftebereidheid - Cijfers

geweld
seksuele minderheid
bestrijding van discriminatie
officiële statistiek
genderidentiteit

Chronologie

16/12/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/1/2020)
16/1/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-235

Vraag nr. 7-236 d.d. 16 december 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit divers onderzoek waaronder dat van John Vincke, socioloog aan Universiteit Gent, blijkt dat er een toename is van homofoob geweld.

Unia registreerde vorig jaar zeventien gevallen van fysieke agressie tegen holebi's. Daarnaast werden kussende mannen en verliefde vrouwen het mikpunt van scheldpartijen of bedreigende taal. Dit cijfer staat in schril contrast met de dagdagelijks realiteit die LGBTI+ nog te dikwijls ervaren.

Uit onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van de toenmalige minister van Justitie bleek dat één op de drie LGBTQI+ zich minstens één keer per maand onveilig voelt omwille van zijn of haar geaardheid. Bijna zes op de tien homo's kreeg reeds te maken met verbaal geweld. Twintig procent van de ondervraagden werd al bedreigd, 10 % was het slachtoffer van fysieke agressie.

Om een duidelijker beeld te krijgen over de eventuele toename van de aangiften van gewelddadige agressie ten aanzien van holebi's zijn er vanaf 2008 richtlijnen uitgevaardigd voor de parketten om de daden van agressie tegen holebi's aan te pakken.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus conform artikel 79 van het Reglement een bevoegdheid van de Senaat. Het betreft tevens een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Kan de geachte minister meedelen, en dit voor de jongste drie jaren, hoeveel personen jaarlijks werden vervolgd wegens homofobe feiten? Kunnen deze cijfers uitvoerig worden toegelicht?

2) Kan hij meedelen, en dit voor de jongste drie jaren, hoeveel aangiftes jaarlijks werden gedaan van verbaal of fysiek geweld jegens holebi's? Kunnen deze cijfers worden opgesplitst per stad of regio om een duidelijk beeld te krijgen waar de meeste feiten zich voordoen?

3) Bevestigen de recentste cijfers waarover de geachte minister beschikt de toename van het aantal aangiftes? Zo ja, is er dan sprake van een werkelijke toename van het aantal feiten of is de aangiftebereidheid toegenomen? Kunnen de recentste cijfers worden meegedeeld en uitvoerig worden toegelicht?

4) Kan hij, voor de jongste drie jaar, meedelen hoeveel daders van verbaal en fysiek homofoob geweld jaarlijks werden beboet of tot een gevangenisstraf veroordeeld? Wat leidt hij uit deze cijfers af? Is hij van plan nieuwe maatregelen te nemen?

5) Welke maatregelen zullen er worden getroffen om de aangiftebereidheid voor geweld jegens holebi's te verhogen? Kan dit inhoudelijk worden toegelicht? Wat is het tijdspad?

Antwoord ontvangen op 16 januari 2020 :

1-4) Ik deel het geachte Lid mee dat ik voor het antwoord op de vraag verwijs naar het antwoord op de vraag 7-235 gesteld aan de Minister van Justitie.

2) 3) De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-veroubaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Zij laat toe om tellingen uit te voeren op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de bestemmingen-plaats, ...

Op basis van bovenstaande definitie van de ANG is het mogelijk om, op basis van de processen-verbaal, te rapporteren over het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie). Wat het aantal arrestaties betreft moet ik het geachte lid meedelen dat deze geen deel uitmaken van de ANG.

Onderstaande tabel bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie), zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, op het niveau van de gewesten voor de periode 2017-2018 en het eerste trimester van 2019. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databankafsluiting van 26 juli 2019.

Tabel: aantal geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie)


2017

2018

2019

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

38

45

8

Vlaams Gewest

65

61

13

Waals Gewest

84

66

17

Totaal:

187

172

38

(Bron: federale politie)

Het betreft hier door de politie geregistreerde inbreuken op de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Deze wet bestraft discriminatie op basis van leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst. In dit geval gaat het om discriminatie op basis van seksuele geaardheid. Bijvoorbeeld: een huiseigenaar weigert zijn woning te verhuren aan een homokoppel omwille van hun seksuele geaardheid. Dit is een inbreuk op de discriminatiewet en zal als dusdanig in de statistieken verschijnen. Gemeenrechtelijke misdrijven (vb. opzettelijke slagen en verwondingen) die met een homofoob motief gepleegd werden, vallen hier dus niet onder.

Voor bepaalde gemeenrechtelijke misdrijven (bijvoorbeeld slagen en verwondingen) geldt dat indien het feit gepleegd werd (onder meer) uit afkeer van iemands etnische afkomst, geloof, geslacht, seksuele geaardheid, … (een zogenaamde “bias motivation”) dit een verzwarende omstandigheid uitmaakt. Dit worden ook wel “hate crimes” genoemd.

De feitcodes binnen de politienomenclatuur zijn echter niet gedetailleerd genoeg om deze hate crimes te herkennen. Ook andere beschikbare velden brengen geen soelaas.

Bijgevolg betekent dit dat momenteel deze haatmisdrijven op basis van de informatie aanwezig in de ANG er niet kunnen worden uitgefilterd en is het helaas niet mogelijk om een meer gedetailleerd en preciezer antwoord op de vraag inzake homofoob geweld te geven.

De Veiligheidsmonitor bevat geen gegevens met betrekking tot de aangiftebereidheid van homofoob geweld.

5) De Federale Politie blijft zich inzetten om de wettelijke bepalingen van de omzendbrief COL13/2013 inzake discriminatie en haatmisdrijven toe te passen en verder uit rollen. Op grond van deze omzendbrief werden referentieambtenaren binnen de eerstelijnsdiensten van de Federale Politie aangeduid en opgeleid om slachtoffers van bovengenoemde misdrijven in de beste omstandigheden te onthalen en hun klacht te behandelen. Tijdens deze opleiding worden handvaten aangereikt aan de referentieambtenaren om netwerken op te bouwen met representatieve LGBTQI verenigingen.

De Federale Politie ondersteunt eveneens de werking van de vzw Rainbow Cops Belgium. Deze vzw ontwikkelde in 2017 een brochure ‘Slachtoffer van discriminatie of van een misdrijf omwille van je seksuele geaardheid of genderidentiteit?’.

Met deze brochure wil de vzw slachtoffers en alle belanghebbenden informeren over het belang om klacht in te dienen, over de rechten van slachtoffers, actiemogelijkheden en de principes van COL13/2013 inzake discriminatie en haatmisdrijven. Deze brochure werd niet alleen verspreid binnen de Geïntegreerde Politie maar ook binnen de LGBTQI-gemeenschap.