Slaapapneu - Behandeling - CPAP-toestellen - Terugbetaling
ziekte van de luchtwegen
remgeld
ziekteverzekering
infectieziekte
28/11/2019 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/1/2020) |
11/2/2020 | Antwoord |
Steeds meer mensen lijden aan een slaapstoornis of slaapapneu. Wanneer aan een aantal parameters is voldaan, kan het ziekenfonds instaan voor de terugbetaling van de huur van een CPAP-toestel dat heel efficiënt is bij de behandeling van slaapapneu.
Kan de geachte minister meedelen in hoeveel gevallen de huur van het CPAP-toestel grotendeels terugbetaald wordt, opgesplitst per Gewest? Wat is de evolutie hiervan voor de jaren 2017 en 2018?
Een paar jaar terug werd om begrotingsredenen beslist dat de gebruiker remgeld moest betalen voor de huur van het CPAP-toestel.
Hoe groot is de besparing die door deze maatregel is gerealiseerd?
U vindt in de tabel hieronder de gegevens voor de jaren 2017 en 2018 betreffende het aantal patiënten aan wie de ziekenhuizen - in het kader van de overeenkomst tussen bepaalde ziekenhuizen en het Verzekeringscomité van het RIZIV- een nCPAP-toestel hebben ter beschikking gesteld, met een tussenkomst van de ziekteverzekering:
|
Raming aantal patiënten op jaarbasis |
|
|
2017 |
2018 |
Vlaanderen |
49 960 |
51 427 |
Wallonië |
44 037 |
45 350 |
Brussel |
7 523 |
7 823 |
Onverdeeld |
556 |
613 |
Totaal |
102 076 |
105 213 |
De vermelde gegevens zijn gebaseerd op de door de ziekteverzekering geboekte uitgaven per jaar en kunnen beïnvloed worden door facturatievertragingen en facturatieversnellingen.
Voor nCPAP-behandelingen is reeds een persoonlijk aandeel verschuldigd vanaf 1 augustus 2005, behalve voor rechthebbenden die onder de voorkeurregeling van de verzekering vallen. Indien er geen persoonlijk aandeel zou verschuldigd zijn, zou de kostprijs van de nCPAP-behandeling voor de ziekteverzekering in 2017 en 2018 respectievelijk 7 727 203 euro en 7 977 079 euro hoger zijn geweest dan de werkelijk geboekte uitgaven (na het aftrekken van het persoonlijk aandeel) van respectievelijk 60 072 527 euro en 63 459 405 euro.