Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-135

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 19 november 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking

Onroerend goed in het buitenland - Fiscales gegevens - Automatische gegevensuitwisseling - Uitwisselen van fiscale gegevens op verzoek - Dubbelbelastingverdragen

onroerend eigendom
belastingaangifte
uitwisseling van informatie
dubbele belasting
sociale woning
OCMW
belastingovereenkomst

Chronologie

19/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/12/2019)
18/12/2019Antwoord

Vraag nr. 7-135 d.d. 19 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het bekomen van buitenlandse gegevens inzake onroerend goed is een transversale aangelegenheid omdat deze zowel in de sociale huisvesting als inzake OCMW dienstverlening nuttig is.

Zowel inzake toekenning van sociale huisvesting als inzake het uitbetalen van leeflonen is het al jaren problematisch dat de diensten die daarmee belast zijn geen zicht hebben op gebeurlijke buitenlandse onroerende eigendommen van diegenen die daar aanspraak op maken bij gebrek aan informatie uitwisseling ter zake met heel wat landen. Dat leidt tot heel wat fraude op dat vlak.

Er zijn echter verschillende pistes verkend of mogelijk om huisvestingsmaatschappijen en openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) toch deze gegevens te laten geworden. Zo onder meer via dubbelbelastingverdragen.

1) Met welke landen heeft België een dubbelbelastingverdrag?

2) Met welke van deze landen bestaat er via dat dubbelbelastingverdrag de mogelijkheid om over te gaan tot het automatisch uitwisselen van fiscale gegevens, die eveneens voor niet fiscale doelstellingen kunnen / mogen worden gebruikt?

3) Met welke van deze landen bestaat er via dat dubbelbelastingverdrag de mogelijkheid om over te gaan tot het uitwisselen van fiscale gegevens op verzoek, die eveneens voor niet fiscale doelstellingen kunnen / mogen worden gebruikt?

4) Voor welke van deze landen kunnen huisvestingsmaatschappijen en OCMW's momenteel een beroep doen op deze mogelijkheid? In hoeverre kunnen OCMW's en huisvestingsmaatschappijen zulk een verzoek initiëren? Volgens welke procedures of modaliteiten? Staan er nog bepaalde obstakels in de weg om dit te concretiseren? Welke en wat doet u daaraan?

5) Welke maatregelen neemt u om deze mogelijkheid verder uit te breiden, inzonderheid wat landen betreft waarvan grotere groepen onderdanen zich in dit land bevinden die gebruik maken van onze sociale voorzieningen en bijstand?

Antwoord ontvangen op 18 december 2019 :

1) België heeft een dubbelbelastingverdrag in werking met volgende landen:

Albanië, Algerije, Argentinië, Armenië, Australië, Oostenrijk, Azerbeidzjan, Bahrein, Bangladesh, Belarus (Wit Rusland), Bosnië en Herzegovina, Brazilië, Bulgarije, Canada, Chili, China, Democratische Republiek Congo, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Ecuador, Egypte, Estland, Finland, Frankrijk, Gabon, Georgië, Duitsland, Ghana, Griekenland, Hongkong, Hongarije, IJsland, India, Indonesië, Ierland, Israël, Italië, Ivoorkust, Japan, Kazachstan, Kirgizië, Zuid-Korea, Kosovo, Koeweit, Letland, Litouwen, Luxemburg, Noord-Macedonië, Maleisië, Malta, Mauritius, Mexico, Moldavië, Mongolië, Montenegro, Marokko, Nederland, Nieuw-Zeeland, Nigeria, Noorwegen, Pakistan, Filipijnen, Polen, Portugal, Roemenië, Rusland, Rwanda, San Marino, Senegal, Servië, Seychellen, Singapore, Slowakije, Slovenië, Zuid-Afrika, Spanje, Sri Lanka, Zweden, Zwitserland, Taiwan, Tadzjikistan, Thailand, Tunesië, Turkije, Turkmenistan, Oekraïne, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten van Amerika, Uruguay, Oezbekistan, Venezuela, Vietnam.

2) Automatische uitwisseling van inlichtingen op basis van het dubbelbelastingverdrag vereist ook steeds een bijkomend specifiek administratief akkoord die de praktische modaliteiten regelt van de automatische uitwisseling.  Op dit moment is er geen administratief akkoord afgesloten op basis van een dubbelbelastingverdrag dat voorziet in het gebruik van de uitgewisselde inlichtingen voor niet-fiscale doeleinden.

3) Deze mogelijkheid bestaat met de landen waarvoor in het dubbelbelastingverdrag een bepaling is voorzien die onder voorwaarden toelaat om de inlichtingen voor andere dan fiscale doeleinden te gebruiken. In dat geval is het gebruik van de inlichtingen voor niet-fiscale doeleinden toegestaan indien de wetgeving van beide betrokken staten dit toelaat en de verstrekkende staat hiervoor toelating verleent.

Daarnaast gelden ook steeds de algemene voorwaarden inzake uitwisseling van inlichtingen op verzoek:

– Eerst en vooral dient het verdrag in werking te zijn voor de periode waarvoor de inlichtingen worden opgevraagd.

– Verder is het van belang dat de Belgische fiscus enkel om inlichtingen kan verzoeken met het oog op een fiscale finaliteit. Er dient dus steeds een fiscaal onderzoek aan de basis te liggen van het verzoek.

– Vooraleer dergelijk verzoek kan worden gedaan moet de Belgische fiscus eerst de nationale rechtsmiddelen hebben uitgeput om de inlichtingen te verkrijgen. De bevoegde autoriteit kan zich pas naar de partnerstaat richten na beroep te hebben gedaan op alle mogelijke nationale controlemiddelen (vraag om inlichtingen, onderzoek ter plaatse, etc.).

– Vervolgens dienen de inlichtingen die worden opgevraagd, naar verwachting relevant te zijn voor het fiscaal onderzoek dat wordt gevoerd. Dit betekent dat een verzoek niet speculatief mag zijn en dat er niet gehengeld mag worden naar inlichtingen (de zogenaamde ‘fishing expeditions’ zijn niet toegelaten).

– Tot slot mogen er geen inlichtingen worden opgevraagd waarvoor het voor de verzoekende staat bij wet verboden is deze inlichtingen zelf te vergaren of te verstrekken, of wanneer de administratieve procedures van de verzoekende staat resulteren in een gebrek aan wederkerigheid. Er kunnen dus nooit inlichtingen gevraagd worden waarvan het verzoekend land in een gelijkaardig geval zelf niet in staat is deze te verstrekken.

4. en 5) Sociale huisvestingsmaatschappijen en OCMW’s kunnen geen verzoek om inlichtingen initiëren in het kader van de door België gesloten dubbelbelastingverdragen, gezien dergelijk verzoek steeds een fiscale finaliteit dient te hebben. Dergelijk verzoek moet immers een fiscale finaliteit hebben. Er dient dus met andere woorden steeds een fiscaal onderzoek aan de basis te liggen van het verzoek. Vooraleer dergelijk verzoek kan worden gedaan moet de Belgische fiscus bovendien eerst de nationale rechtsmiddelen hebben uitgeput om de inlichtingen te verkrijgen. Men kan zich pas naar de partnerstaat richten na beroep te hebben gedaan op de nationale controlemiddelen (vraag om inlichtingen, onderzoek ter plaatse, etc.). Vervolgens dienen de inlichtingen die worden opgevraagd, naar verwachting relevant te zijn voor het fiscaal onderzoek dat wordt gevoerd. 

Momenteel heeft België in het kader van de Belgische dubbelbelastingverdragen, op enkele uitzonderingen na, geen regelingen gesloten met partnerstaten voor de automatische uitwisseling van informatie omtrent onroerende goederen. Op verzoek van mijn voorganger heeft de fiscale administratie in dit verband informeel contact genomen met de belastingautoriteiten van Marokko en Turkije. Uit deze contacten blijkt dat hun absolute prioriteit momenteel ligt bij de automatische uitwisseling van financiële gegevens conform de zogenaamde CRS-standaard. Deze landen hebben zich namelijk geëngageerd om deze internationale standaard te implementeren. Dit impliceert dat zij op korte termijn geen mogelijkheid zien om met België een bilateraal project inzake uitwisseling van informatie omtrent onroerende goederen op te starten. Los daarvan blijft de vraag of deze landen bereid zullen zijn te aanvaarden dat dergelijke informatie voor andere doeleinden wordt gebruikt.

Tot slot Daarnaast wens ik U er ook op te wijzen dat mijn departement niet bevoegd is voor het voeren van verdragsonderhandelingen die specifiek de uitwisseling van informatie regelt met het oog op de naleving van de wetgeving inzake de sociale bijstandsuitkeringen en sociale huisvesting. Het lijkt me derhalve aangewezen dat de hiervoor bevoegde Hiervoor kan ik U verwijzen naar de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie die desgevallend in overleg met de betrokken gewestelijke instanties zou kunnen onderzoeken of de nodige initiatieven kunnen worden genomen.