Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1291

van Alexander Miesen (MR) d.d. 28 juni 2021

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk

Zweite Weltkrieg - Öffnung der Archive - «Säuberung» Tweede Wereldoorlog - Opening van de archieven - «Repressie»

Tweede Wereldoorlog
archief
Duitstalige Gemeenschap
bestrijding

Chronologie

28/6/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/7/2021)
22/7/2021Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1290

Vraag nr. 7-1291 d.d. 28 juni 2021 :

Diese Frage bezieht sich auf die geschichtliche Aufarbeitung der Geschehnisse während des und nach dem 2. Weltkrieg, welche eine Kompetenz des Föderalstaates und der Teilstaaten ist.

Historiker aus ganz Belgien fordern, die Prozessakten zur sogenannten "Säuberung" nach dem Zweiten Weltkrieg für die allgemeine Nutzung freizugeben. Die Wissenschaftler selbst haben Zugang zu den Archiven. Es gebe aber einen großen Bedarf nach Aufklärung über diese Zeit. Dies war ein Bericht aus dem BRF vom 18. Mai 2021 in Bezug auf eines der wohl heikelsten Themen der belgischen Vergangenheit und insbesondere der ostbelgischen Vergangenheit.

Dass dieses Thema heikel ist, belegen die 15 000 Ermittlungsakten, die 3 000 Prozesse und 1 500 Verurteilungen, die im Rahmen der "Säuberungen" stattgefunden haben. Diese Akten gewinnen immer häufiger an gesellschaftlicher Relevanz und mit ihnen der gewünschte Zugang zu den Archiven seitens der breiten Bevölkerung. Seit mehreren Jahren häufen sich die Initiativen, auch von Familien, zu diesem Thema einen Zugang zu finden. Das heißt, dass die Kinder oder auch die Enkel wirklich wissen wollen, was damals mit ihren Vätern, Müttern, Verwandten passiert ist und dass sie momentan noch vor verschlossenen Türen stehen.

Vor dem Hintergrund der Wichtigkeit dieser Aufklärungsarbeit dieser Zeit erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zu stellen:

1) Wie stehen Sie zu einer Öffnung der Archive für die breite Bevölkerung?

2) Wie könnte eine solche Öffnung konkret aussehen?

3) Wie könnte eine offene Diskussion über die Gräuel der Vergangenheit im Zuge der "Säuberungen" geführt werden?

____________________

Deze vraag gaat over de historische aanpak van gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het betreft een gedeelde bevoegdheid van de federale Staat en de deelstaten.

Historici van over het hele land eisen dat gerechtelijke stukken betreffende de zogenaamde "repressie" na de Tweede Wereldoorlog voor iedereen toegankelijk worden. De wetenschappers hebben zelf toegang tot de archieven, maar er is een grote behoefte aan opheldering over die periode. Dat heeft de BRF op 18 mei 2021 aangekondigd over een van de moeilijkste thema's in het verleden van België en in het bijzonder van de Oostkantons.

Dat dit een heikel thema is blijkt uit de 15.000 onderzoeksstukken, de 3000 processen en de 1500 terdoodveroordelingen die te maken hebben met de "repressie". Die stukken winnen steeds meer aan maatschappelijk belang, wat de vraag doet rijzen naar de toegankelijkheid van de archieven voor het grote publiek. Sinds enkele jaren neemt het aantal initiatieven om dat thema te onderzoeken voortdurend toe. Soms gaan ze uit van de families zelf. Met andere woorden, de kinderen, of soms ook de kleinkinderen, mannen en vrouwen die erbij betrokken zijn, willen echt weten wat er destijds met hun naasten is gebeurd. Vandaag staan ze nog voor gesloten deuren.

Gezien het belang van de inspanningen om opheldering te scheppen over die periode, wil ik u graag de volgende vragen stellen:

1) Wat is uw standpunt ten aanzien van de opening van de archieven voor het grote publiek?

2) Hoe zou die opening concreet georganiseerd kunnen worden?

3) Hoe kan een open debat over de wreedheden tijdens de periode van de "repressie" gevoerd worden?

Antwoord ontvangen op 22 juli 2021 :

1) Het is mijn oprechte overtuiging dat, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, deze archieven omwille van zowel hun wetenschappelijke als maatschappelijke relevantie zo snel mogelijk moeten opengesteld worden voor iedereen.

2) In het kader van de administratieve vereen-voudiging en gezien de professionaliteit en expertise van het Rijksarchief ligt het voor de hand om het volledige beheer – ook de vragen tot raadpleging – over te dragen aan het Rijksarchief. Ik ben ervan overtuigd dat het Rijksarchief een dergelijke oplossing genegen zou zijn, en ten volle bekwaam en bereid is om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen.

3) Als de bronnen toegankelijk worden voor iedereen, wordt enerzijds het onderzoek naar de manier waarop de repressie zich heeft ontwikkeld, gefaciliteerd en wordt contextualisering mogelijk; anderzijds wordt de verspreiding van de resultaten van het onderzoek naar een ruim publiek, waarop het Rijksarchief samen met de universiteiten zich ook nu al toelegt, bevorderd.

Er zijn reeds contacten gelegd met de diensten van mijn collega Vincent Van Quickenborne, bevoegd voor het archief van de militaire rechtscolleges van de Tweede Wereldoorlog, om tot een bevredigende oplossing te komen voor deze maatschappelijk zeer relevantie kwestie.