Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-127

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 4 november 2019

aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking

Oeganda - Invoering van de doodstraf voor holebi's - Schending mensenrechten - Impact op gouvernementele samenwerking

Oeganda
seksuele minderheid
doodstraf
rechten van de mens
buitenlands beleid
genderidentiteit

Chronologie

4/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/12/2019)
23/12/2019Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-125
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-126

Vraag nr. 7-127 d.d. 4 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Oeganda wil een wet invoeren die homoseksualiteit strafbaar maakt met de doodstraf. Mensenrechtenactivisten vrezen dat het plan geweld jegens holebi's en transgenders zal aanmoedigen.

De wet, die in de volksmond «Kill the Gays» wordt genoemd, werd vijf jaar geleden nietig verklaard omwille van een procedurefout, maar de overheid is nu van plan om de wet in november 2019 weer nieuw leven in te blazen.

De nieuwe wet druist in tegen internationale afspraken op het gebied van mensenrechten. De invoering van de doodstraf voor LGBTI+ zijn een ernstige schending van de internationale mensenrechten. De wet, die de steun krijgt van president Yoweri Museveni, zal in de loop van november 2019 opnieuw worden voorgelegd aan het Parlement en zal naar verwachting voor het einde van 2019 gestemd worden. In 2019 werden al drie homoseksuele mannen en een transgender vrouw vermoord tijdens homofobe aanvallen in Oeganda, en begin oktober 2019 werd een homoseksuele man nog doodgeknuppeld.

De alliantie van LGBTI+ organisaties in Oeganda is bijzonder ongerust: «Toen de wet vijf jaar geleden werd geïntroduceerd, leidde dat tot een stijging van het homofoob sentiment en haatmisdrijven. Honderden LGBTI+ mensen werden gedwongen om het land te verlaten als vluchtelingen en er zullen er nog meer volgen als deze wet wordt ingevoerd. Het zal het voor ons zelfs illegaal maken om zelfs maar campagne te voeren voor LGBTI+ rechten, laat staan seksuele minderheden te steunen en te beschermen.»

Oeganda is één van de veertien partnerlanden van de gouvernementele samenwerking. Deze werden geselecteerd op basis van onder andere de graad van armoede, aspecten van goed bestuur en de mogelijkheden voor België om betekenisvolle hulp te bieden.

Deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. Preventie van homofobie verloopt onder meer via het onderwijs en media, wat gemeenschapsbevoegdheden zijn. Ik verwijs tevens naar het Interfederaal Actieplan tegen homofoob en transfoob geweld. Sinds de Sint Michielsakkoorden van 1993 zijn de Gemeenschappen ook bevoegd voor de buitenlandse aspecten van hun bevoegdheidsdomeinen, volgens het principe «in foro interno, in foro externo». Daarnaast zijn gelijke kansen en non discriminatie een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoe reageert u op de nakende nieuwe wet die homoseksualiteit strafbaar maakt met de doodstraf? Bent u het met me eens dat het deze wet indruist tegen de mensenrechten? Kan u dit uitvoerig toelichten?

2) Bent u bereid met een formeel standpunt over deze nieuwe strafwet in Oeganda naar buiten te komen? Gaat u uw bezorgdheid hieromtrent overmaken aan de Oegandese regering? Kan u dit toelichten?

3) Bent u bereid op korte termijn de ambassadeur van Oeganda hieromtrent te ontbieden mocht deze wet daadwerkelijk gestemd worden? Gaat u Oeganda vragen om de nieuwe strafwet niet uit te voeren? Zo neen, waarom niet?

4) Bent u bereid dat bij elke politieke dialoog met de Oegandese overheid te wijzen op het belang van het respect voor seksuele oriëntatie en genderidentiteit? Kan u dit toelichten?

5) In hoeverre wordt er nu reeds bij evaluatierapporten van partnerlanden een apart hoofdstuk gewijd aan de inachtneming van rechten van LGBTI+'s? Kan u dit toelichten? Dient dit te worden aangescherpt in het licht van de vooropgestelde Oegandese wetgeving?

6) Welke impact zal de definitieve goedkeuring van de vooropgestelde wet hebben op lopende samenwerking met Oeganda gezien deze manifest in strijd is met de fundamentele rechten van de mens? Kan u dit uitvoerig toelichten?

7) Hoeveel wordt er tot vandaag reeds geïnvesteerd in de uitbouw van een toegankelijke gezondheidszorg in Oeganda en in het bijzonder wat betreft de non discriminatoire aanpak van de LGBTI+? Kan u dit toelichten en meedelen of hierin bijkomende initiatieven kunnen worden genomen?

Antwoord ontvangen op 23 december 2019 :

In de eerste plaats verwijs ik graag naar de antwoorden van de minister van Buitenlandse zaken en de minister van Ontwikkelingssamenwerking aan wie deze vraag eveneens werd gesteld.

Verder wens ik nog te verwijzen naar het Interfederaal Actieplan tegen discriminatie en geweld ten aanzien van LGBTI-personen, die mijn voorganger heeft gecoördineerd en waar ook de minister van Buitenlandse zaken en de minister van Ontwikkelingssamenwerking aan hebben meegewerkt. In het Interfederaal Actieplan werden, met betrekking tot deze bevoegdheidsdomeinen, dan ook verschillende acties opgenomen. Zo werden er opleidings- en bewustmakingsmomenten georganiseerd over de LGBTI-thematiek voor de actoren van de Belgische ontwikkelingssamenwerking en werd de Belgische diplomatie actief gemobiliseerd omtrent de rechten van LGBTI-personen Daarnaast werd het initiatief genomen om projecten te ondersteunen binnen de partnerlanden die de rechten van LGBTI-personen ondersteunen in de context die best aansluit van het partnerland. Bij bezoek aan partnerlanden werden er ook ontmoetingen georganiseerd met LGBTI-organisaties, indien deze organisaties dit zelf wenselijk vonden.

Gezien dit Interfederaal Actieplan werd afgesloten en geëvalueerd op het einde van voorgaande legislatuur, heb ik mijn administratie opdracht gegeven om de nodige stappen te zetten om een nieuw actieplan voor te bereiden. Het is aan de volgende regering om dit ter harte te nemen, en de engagementen in concrete beleidsdaden om te zetten, ook op vlak van ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse zaken.