|
|
COVID-19 - Aantal sterfgevallen te wijten aan het virus - Stijging - Gevolg van de luchtvervuiling - Studies - Plan voor de bestrijding van de luchtvervuiling
sterftecijfer
epidemie
luchtverontreiniging
| 1/6/2021 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/7/2021) |
| 29/6/2021 | Antwoord |
Deze vraag wordt eveneens gesteld aan uw collega van het Waals Gewest, maar valt ook onder de bevoegdheid van de Senaat omdat ze transversaal is.
Inzake milieu kregen de deelstaten sinds het begin van de regionalisering de voornaamste bevoegdheden toebedeeld. Niettemin behield het federale niveau bevoegdheden die verband houden met milieu naast onder meer belangrijke economische hefbomen waarmee op het milieubeleid kan worden gewogen.
Meer en meer maatregelen die in het kader van de pandemie moeten worden genomen behoren tot alle verschillende bevoegdheidsniveaus.
De Universiteit van Harvard heeft gegevens over de luchtvervuiling gecombineerd met de sterftecijfers ten gevolge van COVID-19 en dat onderzoek toont aan dat er een duidelijk waarneembaar verband is tussen de vervuilingsgraad en het aantal coronadoden.
Deze Amerikaanse studie werd in Europa bevestigd en verfijnd door het Max Planck Instituut voor Scheikunde in Duistland. Daar werd aangetoond dat luchtvervuiling (met fijnstof) voor 21 % had bijgedragen aan de coronasterfte in België.
Het exacte verband tussen luchtvervuiling en een dodelijke coronabesmetting is nog niet helemaal duidelijk, maar het meest waarschijnlijk is het denkspoor dat luchtvervuiling de longen aantast en dat de fijnstofpartikels de activiteit van een receptor op het celmembraan aanwakkeren hetgeen de cellen kwetsbaarder maakt voor het virus.
1) Wat zal er door uw diensten worden ondernomen om de gegrondheid van die bevindingen na te gaan?
2) Zal er, rekening houdend met de recente bevindingen, een plan ter bestrijding van luchtvervuiling worden opgezet?
3) Zijn er contacten gepland met uw collega's van de deelstaten om de te nemen maatregelen op elkaar af te stemmen?
Ook ik volg met grote belangstelling de studies gericht op het aantonen van de link tussen luchtvervuiling en een hoger aantal sterfgevallen door Covid-19. Het vermoedelijke verband tussen beide is voor mij een bevestiging van het belang van een gezonde leefomgeving («One world, one health»). Ik zal dan ook niet wachten op de resultaten van de verdere onderzoeksprogramma’s om mijn initiatieven nog te versterken.
Zoals u aanhaalt, is de luchtkwaliteit hoofdzakelijk een regionale bevoegdheid. Mijn acties zijn voornamelijk gericht op de regelgeving inzake het op de markt brengen van producten, in het bijzonder de Belgische bepalingen, en de invoering van de Europese verordeningen met betrekking tot verwarmingstoestellen en hun brandstoffen en tot niet voor de weg bestemde mobiele machines.
Mijn acties zijn een aanvulling op de regionale bepalingen en worden als nationaal programma opgenomen in het kader van de invoering van de richtlijn voor de nationale emissieplafonds (NEC). Die richtlijn legt voor België en de andere lidstaten de reductiedoelstellingen vast ten opzichte van het referentiejaar 2050. Het is een van de elementen uit de Europese strategie om uiterlijk tegen 2050 over een luchtkwaliteit te kunnen beschikken die vergelijkbaar is met die van het pre-industriële tijdperk.
Het overleg van de deelstaten wordt georganiseerd binnen de stuurgroep Atmos van het Coördinatiecomité internationaal milieubeleid (CCIM) en een aantal werkgroepen. Er wordt binnenkort overigens een samenwerkingsakkoord neergelegd dat de verbintenissen van de deelstaten zal vermelden tot in 2030. Er wordt ook voorzien in een verdeling van de inspanningen en rapporteringsmechanismen.