Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1218

van Steven Coenegrachts (Open Vld) d.d. 28 april 2021

aan de minister van Defensie

Militaire domeinen - Kleiduifstanden - Mogelijk gebruik door burgers schietclubs

krijgsmacht
publiek eigendom
handvuurwapens
persoonlijk wapen
sport
militaire basis

Chronologie

28/4/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/5/2021)
7/6/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1218 d.d. 28 april 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 19 juni 2020 stelde ik een schriftelijke vraag aan Vlaams minister van Sport Ben Weyts over het aantal kleiduifschutters en schietstanden in Vlaanderen (Vlaams Parlement, schriftelijke vraag nr. 655). Uit het antwoord dat ik mocht ontvangen blijkt dat over een tijdspanne van zes jaar het aantal Vlaamse sportschutters in de discipline kleiduifschieten bijna een verdubbeling kende: van 1 853 kleiduifschutters in 2013, tot 2 660 in 2019.

Deze cijfers dienen volgens meerdere verenigingen genuanceerd te worden aangezien er ook sportschutters zijn die kleiduiven niet expliciet als discipline hebben opgegeven en er aspirant-jagers zijn die er komen oefenen voor hun praktisch examen. Bovenvermelde schutters kunnen voor de beoefening van hun sport slechts terecht in drie erkende schietstanden in Vlaanderen waarbij er voor één een planningsproces of een herlokalisatie aangewezen lijkt. Wil een Limburgse kleiduifschutter, sportschutter of jager gaan kleiduifschieten in Vlaanderen, is hij of zij aangewezen op de schietstanden Klein-Brabantse Shooting Club in Puurs, Tir Der Kempen in Herentals of Zelzaatse Kleischutters in Zelzate.

Minister Weyts stelde in zijn antwoord dat de Vlaamse regering samen met de provincies en de betrokken federatie (De Vlaamse Schietsportkoepel vzw) al meer dan tien jaar op zoek gaat naar bijkomende locaties voor kleischieten. Volgens minister Weyts geen sinecure, rekening houdende met de wetgeving ruimtelijke ordening, de milieuwetgeving en het lokale draagvlak.

Militaire schietstanden worden voornamelijk beperkt tot politie of douanediensten en andere overheidsbehoeften. Nieuwe vergunningen voor het gebruik van militaire schietstanden door burgerclubs worden niet meer toegestaan. Naar aanleiding van een schrijven op 17 december 2020, wees u als minister op het feit dat er regelmatig militaire terreinen vrijkomen die door de Vlaamse overheid onteigend kunnen worden.

Transversaal karakter van de vraag: de Gemeenschappen zijn bevoegd voor sport. De militaire domeinen vallen onder de bevoegdheid van Defensie wat een federale bevoegdheid is. Het betreft dus een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Ik heb hierover volgende vragen:

1) Erkent de geachte minister de nood aan efficiënt ruimtegebruik en de nood aan gedeeld ruimtegebruik ook tussen militaire overheden en private initiatieven?

a) Wat is de reden dat er geen nieuwe vergunningen worden toegestaan voor het gebruik van militaire schietstanden door burgerclubs?

b) Plant ze overleg te plegen met de gemeenschapsministers van Sport om dit in de toekomst terug toe te staan met het oog op mogelijkheden voor kleiduifschieten?

2) Hoeveel hectaren militaire domein vallen onder de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Gewest inzake natuurbehoud en bosbeheer of maken deel uit van een Europees vogel- of habitatrichtlijngebied en het Natura 2000-netwerk? Graag een opsplitsing per domein en per provincie.

3) Kan ze een overzicht geven van militaire terreinen die gepland staan om vrij te komen en eventueel door de Gewesten kunnen onteigend worden? Graag met vermelding van kalender en locatie.

Antwoord ontvangen op 7 juni 2021 :

1) De aanwending van het militaire domein is gebonden aan de militaire functie ervan en dus voorbehouden aan activiteiten die verband houden met de opdracht van Defensie. Het ter beschikking stellen van militaire infrastructuur aan derden is daarom altijd precair en aan voorwaarden onderworpen. Deze voorwaarden zijn terug te vinden op de website van Defensie. Zo mag ondermeer het militair gebruik niet in het gevaar worden gebracht en moet elke vorm van deloyale concurrentie met de private sector worden vermeden. Het eventuele derdengebruik van militaire installaties is ook onderworpen aan de verplichting om de nodige burgervergunningen te bekomen.

a) Er worden geen nieuwe domaniale vergunningen meer toegestaan voor het gebruik van militaire schietstanden door burgerschietclubs omdat onze standen momenteel een intenser eigen militair gebruik kennen en de vergunningen op zich bijkomende lasten creëren voor Defensie (toegankelijkheidscontrole, vastleggen en controle naleving toegestane kalibers en munitie, naleving milieuvergunningsplichten en eventuele saneringsplichten, uitbating schootsregisters, opvolging en facturatie prestaties).

b) Daarom wordt er meer algemeen vanuit Defensie niet gestreefd naar een toename van het recreatief gebruik van de schietstanden. Het voorgesteld gedeeld gebruik van een militaire schietstand wordt dan ook afgewezen.

2) Bijlage A geeft een overzicht van de militaire domeinen die vallen onder de samenwerkingsovereenkomst tussen Defensie en het Vlaams Gewest inzake natuurbehoud.

3) Bijlage B geeft een overzicht van de actueel lopende vervreemdingsdossiers gelegen in het Vlaams Gewest waar nog geen volledige duidelijkheid bestaat over het te volgen vervreemdingstraject.

Bijlage A

Bijlage B