Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1216

van Alexander Miesen (MR) d.d. 28 april 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen

Fußball-Weltmeisterschaft - Katar - Menschenrechte Wereldkampioenschap voetbal - Qatar - Mensenrechten

Qatar
sportmanifestatie
rechten van de mens
beroepssport

Chronologie

28/4/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/5/2021)
29/6/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1216 d.d. 28 april 2021 :

Protest scheint momentan ein bewährtes Mittel in unserer Gesellschaft zu sein – sei es online, auf den Straßen oder im Stadion. Mehrere Fußballmannschaften haben mittlerweile auf die groben Menschenrechtsverletzungen in Katar hingewiesen, die anlässlich der Bauten der nötigen Infrastruktur begangen werden. Auch innerhalb der politischen Vertreter regt sich der Widerstand gegen diese Weltmeisterschaft (WM).

Viele Medien berichten übereinstimmend von den Toten auf Baustellen und den menschenunwürdigen Arbeitsbedingungen. Nicht selten wird von einem hohen Arbeitspensum, unterirdischen Lebensbedingungen und Knochenarbeit unter glühender Sonne berichtet.

Da diese Frage den Sportbereich tangiert, der in die Zuständigkeit der Gemeinschaften fällt, möchte ich Ihnen folgende Fragen stellen:

1) Welche konkreten Schritte unternehmen Sie, um die Menschenrechtsverletzungen in Katar anzusprechen und ihnen entgegenzuwirken?

2) Wie schätzen Sie die Lage der Menschenrechte im Emirat Katar ein?

3) Wie beurteilen Sie die Proteste in Bezug auf die anstehende WM?

_______________

Protest lijkt momenteel een beproefd middel in onze samenleving – of het nu online, op straat of in het stadion is. Verschillende voetbalploegen hebben intussen gewezen op de grove schendingen van de mensenrechten in Qatar, die worden gepleegd bij de aanleg van de nodige infrastructuur. Ook onder politici neemt het verzet tegen dit wereldkampioenschap (WK) toe.

Heel wat media berichten unaniem over de dodelijke slachtoffers op bouwwerven en de onmenselijke arbeidsomstandigheden. Berichten over een hoge werkdruk, ondergrondse levensomstandigheden en slopend werk onder een brandende zon zijn geen uitzondering.

Aangezien deze vraag betrekking heeft op sport, die onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen valt, zou ik u de volgende vragen willen stellen:

1) Welke concrete stappen onderneemt u om schendingen van de mensenrechten in Qatar aan te pakken en tegen te gaan?

2) Hoe schat u de mensenrechtensituatie in het emiraat Qatar in?

3) Wat vindt u van de protesten rond het komende WK?

Antwoord ontvangen op 29 juni 2021 :

Die Menschenrechtssituation in Katar ist ein Thema, dem Belgien und die Europäische Union besondere Bedeutung beimessen. Mit meinen Diensten und der belgischen Botschaft in Doha verfolge ich die Situation aufmerksam.

In Bezug auf Katar besteht weiterhin Grund zur Besorgnis: Ich bedauere den Bruch des Moratoriums für die Todesstrafe – das de facto seit 2003 in Kraft war – durch eine Hinrichtung im April 2020. Auch die Situation ausländischer Arbeiter in Katar bereitet weiterhin Anlass zur Sorge. Ich habe auch die Bedenken des Sonderberichterstatters über Rassismus und das, was er als «strukturelle Formen der Rassendiskriminierung von Ausländern» bezeichnet, zur Kenntnis genommen. Nach seinem Besuch in Katar im Juli 2020 forderte er die Regierung auf, «dringende Maßnahmen zur Abschaffung des Quasi-Kastensystems zu ergreifen, das auf der nationalen Herkunft basiert», auch im privaten Sektor.

Gleichzeitig möchte ich betonen, dass Katar in der Zwischenzeit eine Reihe von echten Reformen umgesetzt hat.

Dies ist insbesondere auf die internationale Aufmerksamkeit zurückzuführen, die der Situation von Wanderarbeitnehmern seit der Vergabe der Fußballweltmeisterschaft 2010 zuteilwurde. In Bezug auf die Rechte von Wanderarbeitnehmer unterzeichnete Katar 2018 ein Kooperationsabkommen mit der Internationalen Arbeitsorganisation (ILO), um Reformen für ausländische Arbeitnehmer umzusetzen. Diese Reform der Arbeitsgesetze und des Kafala-Systems beinhaltete die Einführung eines Mindestlohns und die Verabschiedung von Gesetzen zur Verbesserung der Arbeitsbedingungen. Arbeitnehmer können nun den Arbeitgeber wechseln und auch ohne Erlaubnis das Land verlassen. Anschließend eröffnete die ILO ein Büro in Doha, um die Situation genauer verfolgen zu können. Sowohl die ILO als auch der Internationale Gewerkschaftsbund haben diese Reformen unterstützt und fordern die Länder der Region auf, dem Beispiel Katars zu folgen.

Es ist wichtig, dass diese positiven Maßnahmen in vollem Umfang umgesetzt werden und dass die Arbeits- und Migrationsgesetze auch nach der Weltmeisterschaft in Kraft bleiben. Belgien wird darauf achten und sich weiterhin in diesem Sinne einsetzen.

In seinen bilateralen Treffen versäumt Belgien es nicht, seine Besorgnis über die Menschenrechtslage in Katar zum Ausdruck zu bringen. Während der letzten Allgemeinen Regelmäßigen Überprüfung von Katar (Universal Periodic Review) formulierte Belgien Empfehlungen für die katarischen Behörden in Bezug auf die Rechte ausländischer Arbeitnehmer (und dem Kafala-System) und forderte Katar auf, das Übereinkommen der Internationalen Arbeitsorganisation über Hausangestellte von 2011 zu ratifizieren. Außerdem begrüßt Belgien die Aufnahme eines Menschenrechtsdialogs zwischen der Europäischen Union und Katar.

Was schließlich die Proteste im Zusammenhang mit der Teilnahme Belgiens an der Fußballweltmeisterschaft 2022 in Katar betrifft, verweise ich auf die Erklärung des belgischen Fußballverbandes vom März dieses Jahres.

___________________________________

België en de Europese Unie hechten bijzonder belang aan de mensenrechtensituatie in Qatar. Ik volg de toestand op de voet via mijn diensten en de Belgische ambassade in Doha.

Wat Qatar betreft, blijven er redenen tot bezorgdheid: ik betreur dat het moratorium op de doodstraf – dat de facto van kracht was sinds 2003 – is doorbroken door een terechtstelling in april 2020. Ook de situatie van de arbeidsmigranten in Qatar blijft zorgwekkend. Ik heb ook akte genomen van de bezorgdheid die de speciale rapporteur heeft geuit over het racisme en over wat hij beschouwt als «structurele rassendiscriminatie tegen buitenlanders». Na zijn bezoek aan Qatar in juli 2020 heeft hij de regering opgeroepen tot «dringende maatregelen om een einde te maken aan het quasi-kastenstelsel, dat gebaseerd is op nationale herkomst», ook in de private sector.

Daarnaast wil ik benadrukken dat Qatar inmiddels een hele reeks grondige hervormingen heeft doorgevoerd.

Dat is onder meer het gevolg van de internationale aandacht voor de situatie van buitenlanders sinds de toekenning van de Wereldbeker voetbal in 2010.

Inzake de rechten van arbeidsmigranten tekende Qatar in 2018 een samenwerkingsakkoord met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) om hervormingen ten gunste van arbeidsmigranten door te voeren. Die hervorming van de arbeidswetgeving en van het kafala-systeem omvatte de invoering van een minimumloon en de aanname van wetgeving om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Werknemers kunnen vanaf nu van werkgever veranderen en hebben ook geen toestemming meer nodig om het land te verlaten. Daarop opende de ILO een kantoor in Doha om de situatie van dichterbij te kunnen volgen. Zowel de ILO als de Internationale Vakbondsfederatie hebben zich achter die hervormingen geschaard en roepen andere landen uit de regio op het voorbeeld van Qatar te volgen.

Het is belangrijk dat die positieve maatregelen in hun geheel worden geïmplementeerd en dat die wetgeving op het gebied van arbeid en migratie ook na de Wereldbeker blijft gelden. België zal daarop toezien en daar ook voor blijven ijveren.

In zijn bilaterale ontmoetingen blijft België zijn ongerustheid uiten over de mensenrechten in Qatar. Bij het jongste Universeel Periodiek Onderzoek van Qatar heeft België voor de Qatarese overheid aanbevelingen geformuleerd aangaande de rechten van arbeidsmigranten (en het kafala-systeem) en heeft het Qatar opgeroepen het ILO-Verdrag inzake huishoudelijk personeel van 2011 te bekrachtigen. Bovendien is België verheugd dat er tussen de Europese Unie en Qatar een mensenrechtendialoog is opgezet.

Tot slot, wat het protest tegen de Belgische deelname aan de Wereldbeker voetbal in Qatar in 2022 betreft, wil ik u wijzen op de verklaring die de Belgische Voetbalbond in maart van dit jaar heeft afgegeven.