Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-121

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 4 november 2019

aan de minister van Pensioenen

Pensioenen - Berekening - Gelijkgestelde periodes - Cijfers

pensioenregeling
geografische spreiding
Federale pensioendienst
pensioenvoorwaarden

Chronologie

4/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 5/12/2019)
2/12/2019Antwoord

Vraag nr. 7-121 d.d. 4 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ook de Vlaamse ambtenaren ontvangen een pensioen en bijgevolg behandelt deze vraag een transversale aangelegenheid.

Bij de pensioenberekening worden bepaalde periodes van inactiviteit zoals werkloosheid, brugpensioen, ziekte, enz., gelijkgesteld met periodes van arbeid, waarop bijdragen worden betaald.

1) Wat is momenteel het aandeel van de gelijkgestelde dagen bij de berekening van de verschillende pensioenen? Wat is de evolutie hiervan ten opzichte van de voorgaande jaren?

2) Zijn er hier opmerkelijke verschillen binnen de Gewesten?

3) Hoe groot zijn de verschillen inzake gelijkgestelde periodes tussen de pensioenen voor mannen en vrouwen?

4) Wat is het aandeel binnen de gelijkgestelde periodes wegens volgende redenen van inactiviteit:

a) ziekte;

b) werkloosheid;

c) zwangerschap;

d) tijdskrediet / loopbaanonderbreking;

e) andere?

Antwoord ontvangen op 2 december 2019 :

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

1), 2) & 3) Voor wat betreft de rustpensioenen van de zuivere werknemers heeft de Federale Pensioendienst (FPD) zich gebaseerd op de pensioenen die repectievelijk zijn ingegaan in 2014 en in 2017 en die in betaling waren op respectievelijk 1 januari 2015 en 1 januari 2018. Er werd geen rekening gehouden met werknemers die enkel rechten opbouwden in de bijzondere stelsels (mijnwerkers, vliegend personeel, zeevarenden) of rechten toegewezen kregen van hun partner in het kader van het pensioen van feitelijk of uit de echt gescheiden echtgenoten.

De gebruikte loopbaangegevens van de werknemers, komen voort uit de detailgegevens van de pensioenberekening. De weerhouden loopbaan om dit percentage te bepalen, omvat alle jaren waarin ten minste één in België gewerkte of gelijkgestelde dag in het stelsel voor werknemers werd geregistreerd, maar na de eventuele schrapping van bepaalde jaren in het kader van de eenheid van loopbaan.

Er moet worden opgemerkt dat het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar van het pensioen in de meeste gevallen volledig wordt gelijkgesteld: voor deze analyse heeft de FPD deze ambtshalve gelijkstelling gecorrigeerd door de dagen van het jaar dat voorafgaat aan het ingangsjaar van het pensioen te verdelen volgens de verdeling vastgesteld in het voorgaande jaar. Het ingangsjaar van het pensioen werd niet in rekening gebracht bij deze verdeling.

Het geachte lid zal hieronder een tabel terugvinden met het percentage aan gelijkstelling berekend op basis van de verhouding tussen de gepresteerde dagen en de gelijkgestelde dagen, voor het stelsel van de werknemers, volgens de gegevens die mij werden overgemaakt door de FPD:

Ingangsjaar 2014 – Verdeling per geslacht en per Gewest

Gewest / Geslacht

Mannen

Vrouwen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

34,94 %

33,90 %

VLAANDEREN

27,68 %

36,31 %

WALLONIË

34,38 %

39,13 %

BUITENLAND

27,24 %

31,05 %

TOTAAL

30,09 %

36,94 %

Ingangsjaar 2017 – Verdeling per geslacht en per Gewest

Gewest / Geslacht

Mannen

Vrouwen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

37,13 %

37,65 %

VLAANDEREN

27,02 %

36,51 %

WALLONIË

34,05 %

40,58 %

BUITENLAND

30,45 %

32,27 %

TOTAAL

29,64 %

37,72 %

Wat de rustpensioenen van de ambtenaren betreft, heeft de FPD zich voor de uitgevoerde analyse zich gebaseerd op de pensioenen die zijn ingegaan in 2014 en in 2017 en nog in betaling zijn op respectievelijk 1 januari 2015 en 1 januari 2018. De pensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid werden uitgesloten.

Het geachte lid zal hieronder een tabel terugvinden met het percentage gelijkgestelde periodes in de loopbaan voor de berekening van het pensioen in de publieke sector volgens de informatie die mij werd overgemaakt door de FPD:

Ingangsjaar 2014 – Verdeling per geslacht en per Gewest

Gewest / Geslacht

Mannen

Vrouwen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

11,79 %

14,72 %

VLAANDEREN

9,17 %

14,41 %

WALLONIË

9,64 %

14,59 %

BUITENLAND

10,25 %

17,76 %

TOTAAL

9,46 %

14,53 %

Ingangsjaar 2017 – Verdeling per geslacht en per Gewest

Gewest \ Geslacht

Mannen

Vrouwen

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

11,55 %

13,11 %

VLAANDEREN

7,73 %

12,81 %

WALLONIË

7,12 %

12,92 %

BUITENLAND

6,49 %

12,30 %

TOTAAL

7,62 %

12,86 %

4) Voor wat betreft de rustpensioenen van de zuivere werknemers heeft de Federale Pensioendienst (FPD) zich gebaseerd op de pensioenen die respectievelijk zijn ingegaan in 2014 en in 2017 en die in betaling waren op respectievelijk 1 januari 2015 en 1 januari 2018. Er werd geen rekening gehouden met werknemers die enkel rechten opbouwden in de bijzondere stelsels (mijnwerkers, vliegend personeel, zeevarenden) of rechten toegewezen kregen van hun partner in het kader van het pensioen van feitelijk of uit de echt gescheiden echtgenoten.

Het geachte lid zal hieronder tabellen terugvinden met de verdeling van gelijkgestelde periodes volgens het type van gelijkstelling (onafhankelijk van de duur) voor deze personen en dit voor het jaar voorafgaand aan de pensionering [1], volgens de informatie die mij werd overgemaakt door de FPD:

Ingangsjaar 2014 – Verdeling per type gelijkstelling

Type gelijkstelling \ Geslacht

Mannen

Vrouwen

Ziekte – invaliditeit

21,37 %

20,91 %

Behoud van rechten (deeltijdse werknemers)

1,18 %

7,63 %

SWT – brugpensioen

43,63 %

21,52 %

Werkloosheid

23,19 %

36,31 %

Loopbaanonderbreking

8,60 %

12,27 %

Andere / onbepaald

2,03 %

1,36 %

Ingangsjaar 2017 – Verdeling per type gelijkstelling

Type gelijkstelling \ Geslacht

Mannen

Vrouwen

Ziekte – invaliditeit

24,07 %

24,76 %

Behoud van rechten (deeltijdse werknemers)

1,50 %

11,10 %

SWT – brugpensioen

38,39 %

20,88 %

Werkloosheid

23,10 %

28,80 %

Loopbaanonderbreking

11,69 %

13,58 %

Andere / onbepaald

1,26 %

0,89 %

Het geachte lid zal hieronder een tabel terugvinden met de verdeling van de gelijkgestelde periodes volgens het type gelijkstelling in de berekening van de pensioenen van de publieke sector (verdeling over de gehele loopbaan) in functie van het type afwezigheid, volgens de informatie die mij werd overgemaakt door de FPD:

Ingangsjaar 2014 – Verdeling per type gelijkstelling

Type gelijkstelling \ Geslacht

Mannen

Vrouwen

Bonificaties (diploma, enz.)

51,30 %

53,41 %

Militaire dienst

13,28 %

0,00 %

Loopbaanonderbreking

4,56 %

7,92 %

Ziekte

0,21 %

0,27 %

Andere / onbepaald

30,65 %

38,40 %

Ingangsjaar 2017 – Verdeling per type gelijkstelling

Type gelijkstelling \ Geslacht

Mannen

Vrouwen

Bonificaties (diploma, enz.)

51,27 %

58,18 %

Militaire dienst

14,92 %

0,00 %

Loopbaanonderbreking

8,42 %

14,21 %

Ziekte

0,22 %

0,27 %

Andere / onbepaald

25,17 %

27,34 %

NB: Het begrip «gelijkgestelde dagen» in het stelsel werknemers stemt niet overeen met het begrip «gelijkgestelde dagen» in het stelsel van de ambtenaren, hetgeen de verschillen verklaart in de laatste tabel en hetgeen een vergelijking tussen de twee ingewikkeld maakt.

In de publieke sector wordt het ziekteverlof immers beschouwd als werkelijk gepresteerde diensten. Wanneer dit verlof is uitgeput, wordt de ambtenaar in disponibiliteit gesteld wegens ziekte. Het zijn deze perioden van disponibiliteit wegens ziekte die werden opgenomen in de kolom «ziekte».

[1] Op voorwaarde dat het individu minstens dertig gelijkgestelde dagen telde in de pensioenberekening voor dat jaar.