Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1209

van Alexander Miesen (MR) d.d. 27 april 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Homophobie - rechtliche Lage - Straftaten - sexuelle Orientierung des Opfers - Motiv - Anzahl - Justiz - präventive Rolle - Zusammenarbeit Homofobie - Juridische situatie - Misdrijven - Seksuele geaardheid van het slachtoffer - Motief - Aantal - Justitie - Preventieve rol - Samenwerking

bestrijding van discriminatie
lichamelijk geweld
geweld
seksuele minderheid
discriminatie op grond van seksuele geaardheid

Chronologie

27/4/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/5/2021)
17/6/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1209 d.d. 27 april 2021 :

im März 2021 schockte ganz Belgien der Mord an dem 42-jährigen David Polfliet in Beveren. Er war von mehreren Minderjährigen über eine Dating App in eine Falle gelockt und auf brutalste Weise zugerichtet worden. Diese Vorgänge hatten seinen Tod zur Folge.

Dass es sich bei den Tätern um Minderjährige handelt, die aus Motiven des Homo-Hasses handelten, verschärfte die Situation, da deutlich wurde, dass in unserer Gesellschaft Menschen leben, die sich noch stets nicht mit dem Thema gleichgeschlechtliche Liebe haben abfinden können.

Dieser Mord sollte ein Weckruf an die Politik gewesen sein, deren Kernaufgabe es u.a. ist, die Sicherheit des Volkes zu garantieren. In diesem Fall, der sich im virtuellen wie im echten Leben abgespielt hat, sind wir Volksvertreter gefragt. Ich verweise in diesem Zusammenhang auch auf eine Resolution, die ich mit einigen Kollegen im Senat hinterlegt habe (Dokument Senat, Nr. 7-229/1), um das Problem des Cybermobbings verstärkt zum Tagesgeschäft werden zu lassen.

Da die Gemeinschaften unter anderem Straftäter begleiten und der Föderalstaat Gesetze verabschiedet, ist der transversale Charakter dieser Frage gegeben. Deshalb erlaube ich mir, Ihnen folgende Fragen zu stellen:

1) Wie viele Straftaten (Mord, Totschlag, Hassdelikte («hate crimes»)), bei denen der Täter als Motiv die sexuelle Orientierung des Opfers angab oder eine etwaige Verbindung zwischen ebendieser und dem Tatbestand, wurden in den Jahren zwischen 2014 und 2020 registriert?

2) Inwiefern kann die Justiz Ihrer Ansicht nach auch eine präventive Rolle in diesem Zusammenhang spielen?

__________________

In maart 2021 werd heel België opgeschrikt door de moord op de 42-jarige David Polfliet in Beveren. Hij werd door enkele minderjarigen via een dating-app in de val gelokt en brutaal aangevallen. Het slachtoffer overleed aan zijn verwondingen.

Het feit dat de daders minderjarigen waren die handelden uit homohaat, maakte de situatie nog tragischer, omdat duidelijk werd dat er in onze samenleving mensen zijn die liefde tussen mensen van hetzelfde geslacht nog altijd niet kunnen aanvaarden.

Deze moord had een wake-upcall moeten zijn voor de politiek, voor wie het waarborgen van de veiligheid van de bevolking een van de belangrijkste opdrachten vormt. In dit geval, dat zich zowel in het virtuele als in het reële leven heeft afgespeeld, worden wij als vertegenwoordigers van het volk opgeroepen om te handelen. In dit verband verwijs ik ook naar een resolutie die ik samen met enkele collega's in de Senaat heb ingediend (stuk Senaat, nr. 7-229/1) om het probleem van cyberpesten extra onder de aandacht te brengen.

Aangezien de Gemeenschappen onder meer delinquenten begeleiden en de federale Staat wetten uitvaardigt, heeft deze vraag een transversaal karakter. Daarom ben ik zo vrij u de volgende vragen te stellen:

1) Hoeveel misdrijven (moord, doodslag, haatmisdrijven («hate crimes»)) waarbij de dader de seksuele geaardheid van het slachtoffer als motief heeft aangegeven, of een mogelijk verband tussen deze geaardheid en het misdrijf, zijn er geregistreerd tussen 2014 en 2020?

2) In hoeverre kan justitie volgens u in dit verband ook een preventieve rol spelen?

Antwoord ontvangen op 17 juni 2021 :

1) Die Allgemeine Nationale Datenbank (AND) ist eine polizeiliche Datenbank, in der Sachverhalte registriert werden, aufgrund von Protokollen, die aus den Aufträgen der Gerichts- und Verwaltungspolizei hervorgehen. Anhand der Datenbank können Zählungen durchgeführt werden aufgrund verschiedener statistischer Variablen, wie der Zahl der registrierten Sachverhalte, der Handlungsweise, der bei der Straftat hantierten Gegenstände, der benutzten Transportmittel, des Orts der Straftat, usw. Aufgrund dieser Definition ist es möglich um, aufgrund der Protokolle zu berichten von der Zahl der von der Polizei registrierten Sachverhalte in Bezug auf Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung (Homophobie).

Die Tabelle in der Anlage enthält die Zahl der von der Polizei registrierten Sachverhalte in Bezug auf die Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung (Homophobie), wie aufgrund der Protokolle in der AND registriert, für den Zeitraum 2014-2019 und die ersten drei Quartale von 2020 auf nationaler Ebene. Diese Daten stammen vom Datenbankabschluss vom 22. Januar 2021.

Es handelt sich hier um von der Polizei registrierte Verstöße gegen das Gesetz vom 10. Mai 2007 zur Bekämpfung bestimmter Formen von Diskriminierung. In diesem Fall handelt es sich um Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung. Gemeinrechtliche Straftaten (z.B. vorsätzliche Körperverletzung), die aus homophoben Gründen begangen wurden, fallen also nicht hierunter.

Für bestimmte gemeinrechtliche Straftaten (z.B. vorsätzliche Körperverletzung) gilt, dass, wenn die Straftat (unter anderem) aus Abneigung gegen jemands ethnische Herkunft, religiöse Überzeugung, Geschlecht, sexuelle Ausrichtung, usw. (eine sogenannte „bias motivation“ (Motiv der Voreingenommenheit)) begangen wurde, dies ein erschwerender Umstand ist. Diese werden auch „hate crimes“ (Hassverbrechen) genannt.

Die Codes der Sachverhalte der Polizeinomenklatur sind aber nicht detailliert genug, um diese „hate crimes“ zu erkennen. Auch andere verfügbare Felder bieten keine Aushilfe.

Demzufolge ist es nicht möglich, um Hassverbrechen aus den Daten der AND herauszufiltern. Es ist also leider nicht möglich auf die Frage in Bezug auf homophobe Gewalt eine mehr detaillierte und präzise Antwort zu geben. Die Dienste der föderalen Polizei arbeiten tüchtig, um in Zukunft auch diese Informationen erteilen zu können.

Tabelle: Anzahl der registrierten Fälle von Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung (Homophobie)

Anzahl der registrierten Fälle von auf Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung (Homophobie)

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

TRIM 3 2020

Diskriminierung aufgrund der sexuellen Ausrichtung (homophobie)

193

169

187

187

174

165

120

2) Die Kriminalpolitik, die die Staatsanwaltschaft diesbezüglich führt, ist im Rundschreiben COL 13/2013 festgelegt. Dieses Rundschreiben sieht die Benennung der Bezugsbeamten der Polizei und Bezugsmagistrate auf allen Ebenen, eine korrekte Opferbetreuung, die Aufnahme eines Protokolls für jeden angezeigten Sachverhalt, den Ausschluss der Einstellung und eine den Sachverhalten und dem Profil des Täters angepasste Reaktion vor.

Weiterhin bleibt das Kollegium der Generalprokuratoren weitere Anstrengungen unternehmen im Bereich der Ausbildung und der Sensibilisierung aller Akteure, Polizeibeamten und Magistrate. Dies um dafür zu sorgen, dass jedes Opfer, das den Schritt einer Anzeige bei der Polizei macht, auf eine respektvolle Weise betreut wird, und dass jeder eingereichten Klage auch tatsächlich eine geeignete Folge geleistet wird.

_______________________

1) De Algemene nationale gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Er kunnen tellingen mee uitgevoerd worden op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de plaatsbestemming enzovoort. Op basis van die definitie is het mogelijk om, op basis van de processen-verbaal, te rapporteren over het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie).

De tabel in bijlage bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie), zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2014-2019 en de eerste 3 trimesters van 2020 op het nationaal niveau. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databankafsluiting van 22 januari 2021.

Het betreft hier door de politie geregistreerde inbreuken op de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. In dit geval gaat het om discriminatie op basis van seksuele geaardheid. Gemeenrechtelijke misdrijven (vb. opzettelijke slagen en verwondingen) die met een homofoob motief gepleegd werden, vallen hier dus niet onder.

Voor bepaalde gemeenrechtelijke misdrijven (bijvoorbeeld slagen en verwondingen) geldt dat indien het feit gepleegd werd (onder meer) uit afkeer van iemands etnische afkomst, geloof, geslacht, seksuele geaardheid, enz. (een zogenaamde “bias motivation”) dit een verzwarende omstandigheid vormt. Dit worden ook wel “hate crimes” genoemd.

De feitcodes binnen de politienomenclatuur zijn echter niet gedetailleerd genoeg om deze “hate crimes” te herkennen. Ook andere beschikbare velden bieden geen soelaas.

Bijgevolg is het niet mogelijk om haatmisdrijven uit de gegevens van de ANG-databank te filteren. Het is dus helaas niet mogelijk om een meer gedetailleerd en preciezer antwoord op de vraag inzake homofoob geweld te geven. Er wordt door de diensten van de Federale Politie hard gewerkt om ook deze informatie in de toekomst wel te kunnen verstrekken.

Tabel : Aantal geregistreerd feiten inzake discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie)

Aantal geregistreerde feiten inzake discriminatie op grond op seksuele geaardheid (homofobie)

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

TRIM 3 2020

Discriminatie op grond van seksuele geaardheid (homofobie)

193

169

187

187

174

165

120

2) Het strafrechtelijk beleid dat het openbaar ministerie ter zake voert, is vastgelegd in omzendbrief COL 13/2013. In die omzendbrief wordt voorzien in de aanwijzing van referentieambtenaren van de politie en referentiemagistraten op alle niveaus, in een correct slachtofferonthaal, in de opmaak van een proces-verbaal voor elk aangegeven feit, in de uitsluiting van het sepot en in een reactie die is afgestemd op de feiten en het profiel van de dader

Voorts blijft het College van procureurs-generaal verder inspanningen leveren op  het vlak van vorming en bewustmaking van alle actoren, politieambtenaren en magistraten. Dit om ervoor te zorgen dat elk slachtoffer die de stap zet om op het commissariaat aangifte te doen op een respectvolle wijze wordt opgevangen en dat aan elke ingediende klacht ook effectief een passend gevolg wordt gegeven.